Na de recente vondst van hoogpathogene vogelgriep in Puiflijk zijn de pluimveebedrijven in het gebied van 3 kilometer rond het besmette bedrijf bemonsterd en onderzocht op vogelgriep. Deze bedrijven zijn negatief getest op vogelgriep, meldt het ministerie van LNV aan AVINED.
Eerder meldde AVINED dat het ministerie ten minste 72 uur wil afwachten, voordat er weer gesproken kan worden over het maken van uitzonderingen op het vervoersverbod binnen de 10 kilometerzones Altforst en Puiflijk. Deze periode loopt sinds de bevestiging van de besmetting in Puiflijk (donderdag 5 november). Het ministerie vindt de veterinaire situatie momenteel niet stabiel genoeg. Er worden namelijk op veel plaatsen besmette wilde vogels gevonden in West-Europa.
Vogelgriep vastgesteld bij hobbyhouder in Middelie
In Middelie (gemeente Edam-Volendam, Noord-Holland) is bij kippen van een hobbyhouder vogelgriep (H5) vastgesteld. Het gaat waarschijnlijk om een hoogpathogene variant van vogelgriep. De kippen worden conform de Europese regelgeving geruimd. Het gaat om in totaal 25 kippen. In het gebied rond deze besmette locatie zitten geen commerciële pluimveebedrijven. De besmette hobbykippen vormen epidemiologisch gezien geen groter risico dan wilde vogels. Daarom is het ruimen in combinatie met de reeds geldende landelijke maatregelen voldoende om verdere verspreiding te voorkomen. Er worden dus geen 3- en 10 kilometerzones (BT-gebied) ingesteld.
Toelichting landelijke bezoekersregeling
AVINED heeft diverse vragen ontvangen over de landelijke bezoekersregeling. Hierbij een toelichting:
- Het bezoek aan pluimveestallen is alleen nog toegestaan, als dit bezoek noodzakelijk is in het kader van volksgezondheid, diergezondheid en dierenwelzijn. Ook dient dit bezoek plaats te vinden volgens een hygiëneprotocol voor bezoekers en de bezoeker moet worden geregistreerd.
- Personeel mag de stal wél betreden, maar moeten zich ook aan het hygiëneprotocol houden. Én gedurende 72 uur niet in een andere pluimveestal zijn geweest.
Zo mag bijvoorbeeld een dierenarts wel de stal in als er sprake is van ziek pluimvee, maar een adviseur niet om te beoordelen of de kippen goed groeien. Dit laatste is niet noodzakelijk voor diergezondheid of dierenwelzijn.
Bron: AVINED