Wat is de meerwaarde van veterinair onderzoeksprogramma in de pluimveesector? De resultaten van het praktische onderzoek naar de E.coli-bacterie onderstreept het belang. Nieuwe methoden geven meer inzicht, vertellen dierenarts Jeanine Wiegel van Royal GD en legpluimveehouder Eric Hubers, voorzitter van Stichting AVINED in de vierde episode van de PluimveePodcast.
Uitdagingen voor veterinair onderzoek
Volgens Hubers liggen er in de pluimveehouderij grote uitdagingen op het gebied van veterinair onderzoek. “De Nederlandse pluimveesector is toonaangevend in de wereld. Op het gebied van innovatiekracht blinken wij echt wel uit. Dat komt omdat wij veel geld over hebben voor onderzoek om die positie te behouden. De onderzoeksagenda richt zich op drie thema’s: diergezondheid en dierenwelzijn, voedselveiligheid en volksgezondheid en daarnaast de vermindering van milieu-emissies. Het veterinair onderzoek is wellicht het belangrijkste. Het uitgangspunt is om niet alleen een gezonde pluimveestapel te hebben, maar ook een gezond bedrijf.”
E.colie-bacterie
Jeanine Wiegel gaat in de podcast in op de specifieke veterinaire uitdagingen met de E.coli-bacterie, wat een serieus probleem voor de sector is. “Bij kippen kennen we E.coli als een gewone darmbewoner, maar ook als eentje die veel schade kan aanrichten in de vorm van ziekteprocessen. Bij pluimvee zien we vaak dat de bacterie via het ademhalingssysteem naar binnenkomt en daar een algemene infectie kan veroorzaken.” Volgens Wiegel is het lastig om op de totale schade een getalletje te plakken. “We hebben het wel geprobeerd. Door onderzoek van collega’s hier bij Royal GD wordt de schade voor de leg- en de vermeerderingssector alleen al in 2013 geschat op een bedrag van 3,7 miljoen euro. E-coli is toch de meest geziene diagnose is als we ziekteproblemen zien.”
Randvoorwaarden op orde
“E-coli is voor mijn gevoel als pluimveehouder altijd een ziekte die er bij komt en daardoor voor sterfte zorgt”, vertelt Eric Hubers vanuit de praktijk, “Als je bijvoorbeeld een pikkerijprobleem hebt in jouw koppel, dan is het vaak de E-coli bacterie die vat krijgt op het dier. Dat geldt ook voor een IB-infectie, waarbij het die E-coli bacterie is, die uiteindelijk de kip de das omdoet. Daarom is het belangrijk dat je de randvoorwaarden op orde hebt, zodat je die E-coli niet de kans geeft.”
Pikkerij is een nieuw probleem
Het begint voor Hubers met gezonde dieren, die voldoende weerstand hebben opgebouwd. Ook het stalklimaat is van groot belang. “Pikkerij is een nieuw probleem omdat wij de snavels niet meer mogen behandelen.” In de opfok kunnen kippen met afleidingsmaterialen en de goede lichtintensiteit worden geleerd om elkaar niet te verwonden, of in ieder geval goed met elkaar om te gaan. “In de legronde continueren wij dit in ons bedrijf met pikstenen, luzernebalen en door te spelen met licht. Als de druk te hoog is op een bedrijf zou je kunnen besluiten tot vaccinatie. Daarbij luistert het nauw dat je de goede vaccinatiestammen hebt. Er zijn veel verschillende soorten. Eigenlijk zou je naar een stalspecifieke vaccinatiestam moeten.”
Beluister de podcast
Heeft u interesse in het opnemen van een podcast? Klik hier!
Tekst: Martin de Vries
Foto’s: GD – Carmen Nijenkamp