De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaat strenger optreden tegen vangletsel bij pluimvee. Dierenartsen van de NVWA zien op pluimveeslachthuizen namelijk nog teveel slachtkuikens, legkippen, moederdieren en eenden die bij het vangen op het pluimveebedrijf ernstig letsel; zoals bloedingen, gebroken vleugels of andere botbreuken hebben opgelopen.
Pluimvee is in containers of kratten vervoerd van de pluimveehouderij naar het slachthuis. De dieren zijn daarvoor meestal door zogenoemde ‘vangploegen’ gevangen en in de containers gedaan. Ook is er voor het vangen van de dieren soms gebruik gemaakt van vangmachines. Als het vangen te snel en te onzorgvuldig gebeurt, kan er ernstig letsel ontstaan. Dit vangletsel veroorzaakt ernstig leed bij pluimvee.
Hogere boetes
Om te controleren of dieren bij het vangen letsel hebben opgelopen voeren toezichthoudende dierenartsen van de NVWA bij een deel van de aangevoerde dieren tellingen uit. Als de NVWA hierbij constateert dat er bij meer dan twee procent van de dieren sprake is van vangletsel; krijgt de pluimveehouder een boete van €1.500.
Dit boetebedrag kan vanaf 1 mei 2021 zijn verdubbeld als er sprake is van een ernstige dierenwelzijnsovertreding. Bijvoorbeeld bij vangletsel bij meer dan vijf procent van de dieren. Verder zal de NVWA vanaf die datum naast de pluimveehouder ook de ingehuurde vangploeg een boete opleggen. Dit als blijkt dat dieren bij het vangen teveel letsel opgelopen hebben.
Intensievere controles
Naast dit hardere optreden is de NVWA ook van plan om gedurende enkele weken in 2021 weer intensievere controles op vangletsel uit te voeren. In 2017 is de nalevingtijdens een dergelijke periode van intensiever toezicht in korte tijd verbeterd van 45 naar 92 procent. Uit een analyse van de tellingen die dierenartsen van de NVWA in 2019 hebben uitgevoerd blijkt dat het naleefniveau sindsdien niet verder is verbeterd.
In 2020 heeft de NVWA vanwege de Covid-19 pandemie onvoldoende aselecte tellingen uitgevoerd om een representatief nalevingsniveau te kunnen bepalen. Het beeld van dierenartsen is echter nog steeds dat er op pluimveeslachthuizen veel vangletsel is geconstateerd.
Vangletsel voorkomen
Naast de hogere boetes en de periodes van intensiever toezicht wil de NVWA het probleem van vangletsel ook beter onder de aandacht brengen van betrokken bedrijven, brancheorganisaties en dierenartsen. Bedrijven kunnen namelijk veel vangletsel voorkomen als zij hun dieren vangen met een goed ingestelde vangmachine of als zij een goed getrainde vangploeg inhuren die voldoende tijd krijgt om te vangen. Een goed getrainde vangploeg kan de dieren vangen volgens de zogenoemde ‘rechtop vangmethode’. Bij deze vangmethode zijn de dieren rechtop in de container gestopt in plaats van dat zij – vaak met 2 tot 5 dieren per hand – aan de poten zijn gedragen.
Bron: NVWA