Het concept ‘uitkomst in de stal’ wint aan populariteit in de vleeskuikensector. Het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel, België vergeleek de technische resultaten, het welzijn en de gezondheid van conventionele kuikens – uitgekipt in de broederij – met deze van kuikens uitgekomen in de stal volgens het NestBorn concept (ontwikkeld door Belgabroed, Vervaeke-Belavi en van Hulst). Ook de kansen en aandachtspunten van uitkomst in de stal werden bekeken.
Alle broedeieren voor de proef kwamen van hetzelfde koppel moederdieren van 43 weken oud en lagen gedurende 18 dagen in dezelfde voorbroedkast. Na het schouwen legde de broederij de eieren van de conventionele kuikens over in de uitkomstkast. De geschouwde NestBorn broedeieren werden direct naar het Proefbedrijf gebracht, waar de kuikens in de daaropvolgende dagen uitkwamen in de stallen. De levering van de conventionele kuikens op het Proefbedrijf gebeurde op de gebruikelijke opzetdag. Per behandeling waren er acht herhalingen, waarbij gestreefd werd naar 1.530 kuikens per proefgroep.
NestBorn hokken met extra houtkrullen
Zodra de vloertemperatuur 28 °C was, werden de proefhokken voorzien voor de conventionele kuikens volledig ingestrooid met houtkrullen. De NestBorn hokken werden van een eierbed voorzien. Dit is een twee meter brede strook met een extra laag houtkrullen waarop de NestBorn overlegmachine automatisch de broedeieren in het strooisel plaatst (foto 1). Na het leggen van de broedeieren werden deze hokken verder ingestrooid.
Voer, drinkwater en licht bij uitkomst
Het kuikenpapier met startvoeder werd ongeveer één meter naast het eierbed gelegd. In tegenstelling tot conventionele kuikens beschikken kuikens die uitkomen in de stal onmiddellijk na uitkomst over voer, drinkwater en licht. Ze hebben dus toegang tot vroege voeding en zijn ook niet dorstig. Dit is belangrijk voor de darmontwikkeling en vertering van de dooierrest en leidt tot een robuuster kuiken. Alle kuikens kregen in de stal een identiek voer-, licht- en entschema.
Uitkomst in de stal vraagt extra aandacht voor optimaal stalklimaat
Streef bij plaatsing van de broedeieren naar een staltemperatuur van ongeveer 34 °C (te meten op 60 cm hoogte) en een relatieve vochtigheid van minstens 40%. Zodra de broedeieren in de stal liggen, is de eischaaltemperatuur (EST) de leidende parameter voor het instellen van het stalklimaat. Tijdens het transport en het plaatsen kunnen de broedeieren licht afkoelen. Meet de EST daarom zo snel mogelijk na de plaatsing van de eieren en streef naar een temperatuur van 36,5-37 °C (of 98-99 °F). De EST kan handmatig gemeten worden met een professionele thermometer. In het NestBorn concept wordt er echter gebruik gemaakt van draadloze Ovoscans (foto 2). Deze sensoren meten continu de EST per 4 eieren (acht Ovoscans per stal), alsook de klimaatwaarden in de stal. De data zijn continu en in realtime op een online platform te volgen door pluimveehouder en broederij.
Vanaf de dag na plaatsing van de broedeieren komen de eerste kuikens uit. Door de sterk verhoogde activiteit van de kuikens kan de EST licht stijgen terwijl de eieren nog volledig intact zijn. Er ontstaat tussen de eieren ook meer variatie in EST. Het goed onder controle houden van de EST, met behulp van de Ovoscans, leidt tot robuustere kuikens. Voornamelijk een te hoge EST, maar ook een te lage EST, leidt tot verminderde uitkomst en kuikenkwaliteit.
Zodra er 70% van de kuikens zijn uitgekomen, wordt het kuikencomfort de voornaamste parameter om het stalklimaat te regelen. Meet de cloacatemperatuur van enkele opgedroogde kuikens – deze is bij eendagskuikens liefst 39,5 à 40,5 °C – en kijk naar het gedrag en de verspreiding van de dieren in de stal.
Vergelijkbare kuikenkwaliteit
Het Proefbedrijf beoordeelde de kuikenkwaliteit met de Pasgar score. Hierbij werden in totaal 80 eendagskuikens bij aankomst op het Proefbedrijf beoordeeld op vitaliteit, kwaliteit van navel, hak, snavel en buik. Op dat moment werden ook 80 van de in de stal uitgekomen NestBorn kuikens beoordeeld. De kwaliteit van de conventionele kuikens bleek vergelijkbaar met die van de NestBorn kuikens.
In tegenstelling tot conventionele kuikens gebeurt er bij NestBorn kuikens geen selectie in de broederij. Toch was de uitval na één week iets lager bij de NestBorn kuikens dan bij de conventionele kuikens (0,6 % tegenover 0,7 %). Het diergewicht na één week was significant hoger (190 tegenover 180 gram).
Betere strooiselkwaliteit en minder voetzoolletsels
Uit eerder onderzoek van het Proefbedrijf bleek al dat zowel de strooiselkwaliteit als de voetzolen beter zijn bij uitkomst in de stal, wat wijst op een betere darmgezondheid. Dit was ook het geval bij de NestBorn kuikens in deze proef, waarbij tijdens de visuele beoordeling het strooisel duidelijk ruller en droger scoorde. De bepaling van het droge stofgehalte van strooiselmonsters kon dit verschil echter niet bevestigen.
Het Proefbedrijf vergeleek op het einde van de ronde (dag 39) de voetzool- en hakletsels van de conventionele kuikens met die van de NestBorn kuikens (figuur). Dit gebeurde volgens de scoringsmethode beschreven in het ‘Welfare quality protocol’, waarbij de score hoger wordt naarmate het letsel erger is. De NestBorn kuikens hadden significant minder voetzoolproblemen, wat bevestigd werd bij de beoordeling van de voetzoolletsels door het slachthuis. De hakletsels waren vergelijkbaar.
Positief effect op technische resultaten
Tabel 1 vergelijkt de technische resultaten van de conventionele kuikens met de NestBorn kuikens op dag 40. De NestBorn kuikens verbruikten significant meer voer maar hadden een vergelijkbare voerconversie als de conventionele kuikens. Dit vertaalde zich in een significant hoger eindgewicht van de weggeladen kuikens én een significant hoger gemiddeld gewicht van de uit- en weggeladen kuikens samen. De slachtrapporten bevestigden het hoger diergewicht, zowel levend als geslacht. Ook de voerwinst ligt uiteindelijk hoger bij NestBorn kuikens.
Tabel 1: Vergelijking van de technische resultaten van conventionele en NestBorn kuikens op dag 40. De significant verschillende cijfers zijn vetgedrukt.
Parameter | Conventionele kuikens | NestBorn kuikens |
Uitvalpercentage | 2,35 | 2,31 |
Sterftepercentage | 1,64 | 1,54 |
Selectiepercentage | 0,72 | 0,77 |
Voerverbruik (kg per opgezet kuiken) | 3,762 | 3,851 |
Gewicht bij uitladen1 | 1.930 | 1.976 |
Gewicht bij wegladen1 | 2.622 | 2.671 |
Gemiddeld gewicht ronde (gram)1, 2 | 2.455 | 2.504 |
Voerconversie | 1,570 | 1,576 |
VC 2500 | 1,579 | 1,575 |
Productiegetal | 398,1 | 404,9 |
Voerwinst | 0,432 | 0,445 |
2: Uitladers en wegladers samen.
Conclusie
Het concept “Uitkomst in de stal” kan een positief effect hebben op de productieresultaten, op het financiële plaatje en op het welzijn van vleeskuikens. In de toekomst zet het Proefbedrijf verder in op onderzoek naar de impact op diergezondheid, klimaat en omgeving.
Contactgegevens
Kris de Baere kris.debaere@provincieantwerpen.be
Ine Kempen ine.kempen@provincieantwerpen.be
Erik Hoeven e.hoeven@vervaekebelavi.be
Meer info
www.belgabroed.be
www.vervaekebelavi.be
www.kuikenbroederijvanhulst.nl.
Tekst: Kris De Baere en Ine Kempen, Proefbedrijf Pluimveehouderij
Beeld: Vervaeke-Belavi
Je hebt zojuist een artikel uit onze Pluimveekrant gelezen. De krant gratis thuis op de mat?