Vandaag is bekend gemaakt dat de verkenning door de SER naar een Landbouwakkoord is afgerond. Met het document ligt er voor LTO Nederland een brede afweging of er voldoende kansrijke mogelijkheden zijn om tot een gedragen Landbouwakkoord te komen. Wel dienen volgens LTO enkele fundamentele zaken uit de verkenning scherper uitgewerkt te worden.
“Het is goed dat de eerste verkenning op een snelle en uitvoerige wijze is afgerond. Bij de verdere uitwerking is het van belang de primaire sector, maar ook de toeleveranciers en de verwerkende industrie, centraal te stellen,” aldus Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland.
Verdieping en aanscherping
In het belang van een toekomstgerichte, duurzame land- en tuinbouwsector met economisch perspectief raadt LTO Nederland een verdere verdieping en aanscherping van de verkenning aan zodat het traject voor een Landbouwakkoord daarna succesvol van start kan. Een belangrijke stap is het scherpstellen van het doel van een eventueel Landbouwakkoord; welke resultaten moet het opleveren en welke perspectieven biedt het de sector, samenleving en markt. Ook is het van belang goed zicht te hebben op de rollen van deelnemers en betrokken partners, de verhouding tussen deze partijen en hun commitment.
Verdere uitwerking
Voor verdere uitwerking in het Landbouwakkoord doet LTO Nederland de volgende suggesties;
- Besteed volop aandacht aan regeldruk. Regelgeving is nu te gedetailleerd, vanuit wantrouwen en op middelenniveau opgezet. Een omslag waarbij sector en overheid met elkaar de belangrijkste knelpunten op tafel leggen, onder onafhankelijke begeleiding en een duidelijk resultaat is nodig. Een meerjarig perspectief is daarbij van groot belang.
- Zoek naar passende financieringsconstructies met een juiste mix van inzet, financiering en verantwoordelijkheid voor overheid, markt, consument en sector. Dit is cruciaal, met name met het oog op verduurzaming.
- Binnen de in de verkenning genoemde zeven transitiepaden moet een heldere opdracht mee worden gegeven gebaseerd op doelenwetgeving, en nieuwe financieringsconstructies. Op basis daarvan kan een nieuwe maatschappelijke agenda rondom stikstof, klimaat, biodiversiteit, bodem, water en gezondheid ontstaan. Het thema arbeid mag bovendien niet ontbreken.
Ook stelt LTO voor dat bovenstaande thema’s structureel en meerjarig uitgewerkt en versterkt worden door de invoering van een Agro-autoriteit, een publiek-privaat samenwerkingsverband. Het voorstel voor een Agro-autoriteit zullen we nogmaals met de (aankomend) minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bespreken. Verder is het ook belangrijk dat er aandacht is voor de markt en internationale context van de sector; EU-beleid en wereldhandel zijn namelijk minstens zo bepalend als de Nederlandse overheid.
Vervolgproces
Voor het vervolgproces stelt LTO Nederland voor dat lering wordt getrokken uit het proces van Klimaatakkoord. Daar lag eerst een ontwerpakkoord, gevolgd door een hoofdlijnenakkoord en uiteindelijk een politiek akkoord waarbij financiële kaders werden afgesproken. Dit laatste zonder inspraak of betrokkenheid van sectoren. Bovendien zijn ambities min of meer ‘in stilte’ omgezet in harde resultaatverplichtingen.
Tevens is het belangrijk dat de formatie van het nieuwe kabinet goed in de gaten wordt gehouden. Wil het Landbouwakkoord kans maken, is daarvoor draagvlak en daadkracht nodig. De nieuwe bewindspersoon op het Ministerie van LNV speelt daar een grote rol in.
Bron: LTO Nederland