Als de Rabobank vooruitkijkt naar 2022, dan hebben zij een positieve verwachting voor de vraag naar vleeskuikens. Als coronamaatregelen geleidelijk worden opgeheven na de boosterprikken, zal de afzet in de foodservice weer aantrekken. Daarentegen verwacht De Rabobank dat het aanbod in Europa maar beperkt uitbreidt komend jaar. Daarbij denken ze dat vleeskuikenhouders snel omschakelen zodat hun producten 1 ster van het Beter Leven-keurmerk krijgen. Precies op tijd voor 2023. Dit is voor de hele pluimveevleesketen een uitdaging. Voor de een is het een kans en voor de ander een bedreiging. In deze update lees je meer over de marktverwachtingen voor 2022 en de impact van de omschakeling naar het Beter Leven-keurmerk.
Ontwikkelingen wereldwijde vleeskuikenmarkt in 2022
Het vooruitzicht voor de wereldwijde vleeskuikenmarkt ziet er goed uit voor 2022. Als coronamaatregelen afschalen en economieën zo weer meer open gaan, kan de vraag vanuit foodservice herstellen. Dit is een belangrijke afzetmarkt van pluimveevlees. Ook economische groei draagt bij aan een positieve vraagontwikkeling. De ontwikkelingen rondom corona zullen een belangrijke stempel drukken op de mate van vraagherstel. Om die reden is het voor de pluimveesector belangrijk om continu deze ontwikkelingen juist in te schatten. Zo kunnen ze vraag en aanbod zo goed mogelijk in evenwicht houden.
In de productie van pluimveevlees hebben ondernemers wereldwijd waarschijnlijk te maken met de volgende uitdagingen:
- Voerprijzen blijven hoog ten opzichte van langjarig gemiddelden;
- Benodigdheden zoals energie, kunstmest en voeradditieven blijven hoog in prijs;
- Toegenomen inflatie en stijgende rente;
- Beperkte beschikbaarheid en hogere prijs van arbeid;
- Logistieke uitdagingen door een beperkte beschikbaarheid en hoge prijs van containers;
- Uitbreiding van productievolume is beperkt door de hoge prijzen van staal en bouwmateriaal. Ook de arbeidskosten om nieuwbouw te realiseren zijn hoog.
Door deze uitdagingen is het belangrijk dat de pluimveesector zich focust op in- en verkoopbeleid en daarnaast de efficiëntie in de keten. Toch verwachten ze een groei van de wereldwijde vraag met twee procent, die daarbij geremd wordt door de uitdagingen in het aanbod.
Verwacht herstel Europese pluimveevleesmarkt
De opbrengstprijzen voor pluimveevlees (hele kip) zijn verder verbeterd in 2021, zie ook figuur 1. Op dit moment liggen de prijzen 20 tot 25 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021. Losse delen pluimveevlees zijn minder in prijs gestegen. Borstvlees met ongeveer 15 procent en poten met 20 procent. Beide ontwikkelingen laten goed het krappe aanbod in Europa zien. Dit komt vooral door:
- Een lage winstgevendheid in de sector in het eerste coronajaar;
- De aanhoudende druk van vogelgriep in grote delen van Europa;
- Salmonellaproblemen in Oost-Europa;
- Hoge aankoopprijzen waarin vooral voer een hoofdrol speelt.
Het aantal plaatsingen van eendagskuikens lag tot en met het derde kwartaal in 2021 2 tot 3% lager dan in 2019. Een positieve uitzondering hierop is het Verenigd Koninkrijk. Daar profiteerde de sector van de Brexit en steeg de inleg van broedeieren vergeleken met de eerste helft van 2019 met 13 procent. Maar door de beperkte beschikbaarheid van arbeidsmigranten is de groei in het derde kwartaal nog maar vier procent.
Daling import brengt balans in de markt
Door het krappe aanbod wereldwijd en de restricties die voor diverse exporteurs gelden, is de import in Europa gedaald. Over de eerste 3 kwartalen in 2021 daalde de import met vijf procent. Dat komt specifiek door de importen vanuit het Verenigd Koninkrijk (-8 procent), Oekraïne (-12 procent) en Chili (-85 procent). Tekenend is ook de daling van de import vanuit Thailand met 33 procent in het derde kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal in 2021 door aanbodproblemen daar.
Kortom: als De Rabobank kijkt naar de balans tussen vraag en aanbod, dan heeft de Europese markt een positief vooruitzicht. Maar nieuwe uitbraken van vogelgriep, hoge voerkosten en prijzen van overige benodigdheden zetten het aanbod onder druk in de eerste helft van 2022. Voor slachterijen en verwerkers is het een uitdaging om deze marktsituatie om te zetten in hogere marktprijzen. Op dit moment is de meest onzekere factor corona. Hoe uitgebreid zijn de maatregelen? En tot wanneer zijn ze van kracht? Zeker gezien de stevige afhankelijkheid van de pluimveesector van de foodservice. Normaal staat deze markt voor een afzet van 30 procent van het pluimveevlees in Europa.
Voerprijzen blijven hoog en wisselvallig
De prijzen voor voer in Nederland zijn dit jaar verder gestegen 39 euro per ton tussen januari en november. De Rabobank verwacht dat prijzen de komende maanden nog wat verder stijgen. De Europese pluimveesector maakt hierbij een soort van inhaalslag door. Andere regio’s ervaarden namelijk al in het begin van dit jaar snelle prijsstijgingen. Dit komt grotendeels door voersamenstellingen. Zo wordt er in Europa traditioneel meer tarwe gebruikt terwijl het voer in andere regio’s vooral veel maïs en soja bevatten. Dit komt doordat tarwe in Europa meestal goed verkrijgbaar is en omdat Europa wereldwijd een van de belangrijkste tarweproducenten en -exporteurs is.
In het vierde kwartaal van 2020 tot en met het eerste en tweede kwartaal van 2021 zijn de prijzen voor maïs (+67 procent) en soja (+65 procent) veel sneller gestegen dan tarwe (+20 procent), zie figuur 2. Dit was relatief gunstig voor de Europese pluimveesector, maar dit veranderde in de tweede helft van het jaar: tegenvallende oogsten en meer bemoeienis van overheden in de tarwemarkt. Zo werden heffingen en quota’s geïntroduceerd om lokale inflatie te voorkomen in de belangrijkste exporterende landen. Denk aan Rusland, Oekraïne en Argentinië. Het wordt ook moeilijker om ingrediënten te vervangen. Dat komt door de zwakkere euro, vooral ten opzichte van de USD en de Real. Maar ook door de hoge prijzen voor voeradditieven zoals vitamines en mineralen.
Voor alle belangrijke grondstoffen zijn de voorraadniveaus nog steeds laag. Dit zal de agrarische grondstofmarkt beïnvloeden in 2022.
De landbouwprijzen worden nog steeds goed ondersteund door een aantrekkende vraag. En misschien wordt dat ook nog aangewakkerd door weersomstandigheden van natuurverschijnsel La Niña in Noord- en Zuid-Amerika. Ook kan de inflatie stijgen van belangrijke aanverwante markten: energie, meststoffen, zaden, arbeid en transport. De Rabobank verwacht dat tarweprijzen nog verder stijgen de komende maanden. Maar in de tweede helft van het jaar verwachten ze verbetering te zien door uitbreiding van de productie wereldwijd, ook binnen Europa. De productiestijging zal beperkt blijven tot 4 miljoen ton. De prijzen van soja en maïs trekken naar verwachting in de tweede helft van het jaar weer aan door verminderde productiviteit. Dat komt weer door de hoge aankoopkosten van kunstmest en energie. Daarnaast blijft de vraag hoog door een verbeterde economie, sterke vraag in Azië en aanhoudend lage voorraadniveaus.
Aanbod Nederland daalt door omschakeling naar Beter Leven-keurmerk
De Nederlandse retail wil dat het aanbod in vers pluimveevlees in 2023 volledig volgens het 1 ster Beter Leven-keurmerk is geproduceerd. Dit vraagt een enorme inspanning van de Nederlandse pluimveesector. Voldoet de sector niet aan deze wens? Dan zullen andere markten hierop inspringen. Maar de Nederlandse retail geeft de voorkeur aan een hoogwaardig Nederlands product. Dat valt op door de programma’s die de grote retailers recent lanceerden, zoals het ‘Beter voor Kip, Natuur en Boer’ van Albert Heijn en ‘van Dichtbij’ van Jumbo. Ook Rabobank draagt een steentje bij: met het project Waardecreatie in Ketens (WIK) ondersteunen hun de vorming van sterke ketens in Nederland, ook in de pluimveehouderij.
De Rabobank schat dat er 800.000 tot 900.000 vierkante meter extra staloppervlak nodig is voor de omschakeling naar het 1 ster Beter Leven-keurmerk. De Rabobank verwacht dat een groot deel van dit oppervlak in 2022 omschakelt. Door leegstand, een lagere bezetting, de huidige hoge productiekosten en vogelgriep-restricties zal het aanbod van pluimveevlees relatief laag zijn in 2022. Dit biedt perspectief voor meer verbetering van de marktomstandigheden voor productie van kip in Nederland, dat nodig is voor een rendabele productie.
Omschakeling Beter Leven-keurmerk goed nieuws voor pluimveemarkt
De Rabobank verwacht dat de omschakeling naar het 1 ster Beter Leven-keurmerk voor de markt een succes wordt. Met het keurmerk wordt invulling gegeven aan wensen vanuit de maatschappij, realiseren ze een lagere uitstoot en neemt de afhankelijkheid van export af in een op kostprijs gerichte markt. Een verschuiving naar een bijna volledig vraaggestuurde sector ligt dus binnen handbereik.
Een ander belangrijk aspect voor het succes van de omschakeling is de vergunningverlening. Hierin spelen de lokale en regionale overheden een belangrijke rol. Bereidheid en creativiteit kunnen de sector helpen in deze omschakeling. En zeker zo belangrijk is dat meerdere doelen van overheden behaald worden doordat het aantal vleeskuikens potentieel sterk afneemt. Kortom: deze overgang is een kans voor zowel pluimveehouders als overheden.
Impact pluimveevleesketen wordt meer zicht- en voelbaar in 2022
Als de omschakeling naar het 1 ster Beter Leven-keurmerk een succes wordt in Nederland, dan zal de productie van het aantal vleeskuikens flink dalen. In dat scenario daalt het aantal geproduceerde vleeskuikens op jaarbasis met ongeveer 40 procent. Vanuit deze daling heeft het ook impact op de overige schakels in de pluimveeketen:
- Een daling van 130 miljoen te slachten kuikens;
- Een geschatte daling van ruim 400.000 ton krachtvoer;
- Het aantal benodigde moederdieren wordt gehalveerd voor de Nederlandse vraag naar broedeieren;
- Lagere vraag naar diensten in de vleeskuikenhouderij zoals veeartsen, enten, schoonmaakploegen, laden en lossen, enzovoorts.
Deze impact had het afgelopen jaar al effect op de slachterij- en voersector. Zo vonden er saneringen en diverse overnames plaats. In 2022 zal de impact in de hele keten van pluimveevlees in Nederland steeds meer zichtbaar en voelbaar worden. Voor de ketenpartners die het betreft is het niet afwachten, maar tijdig een eigen strategie overwegen en actie ondernemen als dat nodig is.
Op dit moment is de kabinetsformatie nog de meest onzekere factor voor de toekomst van de veehouderij in Nederland. Daarnaast wordt de landelijke vrijwillige opkoopregeling begin volgend jaar opengesteld. Voor sommige ondernemers kan dit een kans zijn om hun bedrijf een nieuwe bestemming te geven in de toekomst.
Bron: Rabobank