In de pluimveehouderij bestaan in de praktijk verschillende contractvormen voor het houden van dieren. Voor de omzetbelasting (btw) is de eigendom van de dieren maatgevend voor de levering. De eigenaar voor wiens rekening en risico de dieren worden gehouden, is verantwoordelijk voor de afdracht.
Integratieovereenkomst
Bij een integratieovereenkomst is vaak sprake van een overeenkomst tussen drie of vier partijen. In samenspraak met de voerleverancier levert een kuikenbroederij dieren aan een vleeskuikenhouder. De voerleverancier verzorgt doorgaans de voorfinanciering. De betaling van voerleveranties wordt bij deze overeenkomsten in rekeningcourant geboekt: de integratierekening.
Zodra de slachtrijpe dieren zijn geleverd, stort de slachterij als afnemer van de dieren de opbrengst op de integratierekening. Als de opbrengsten de kosten overstijgen, wordt het surplus op de rekening van de veehouder gestort. Een eventueel tekort blijft in rekeningcourant staan en wordt verrekend in de volgende ronde.
Verwerking volgens de Wet omzetbelasting 1968
Voor de aangifte omzetbelasting (btw) moeten ondernemers iedere maand vóór de 15e van de volgende maand hun facturen uitreiken. Dit staat los van de integratierekening. Iedere periode (maand/kwartaal) moet een ondernemer alle onderliggende facturen met omzetbelasting verzamelen om tot een juiste aangifte van omzetbelasting te komen.
Bij de levering van slachtrijpe dieren wordt doorgaans gebruikgemaakt van self-billing. De betaling van de leveringen gebeurt rechtstreeks aan de voerleverancier. De veehouder ziet alleen het positieve saldo op zijn bankrekening terug. Daarom is het van belang om ook de leveringsfacturen op te vragen. U moet de omzetbelasting op de leveringen immers afdragen in de maand of het kwartaal, waarin de factuurdatum van de levering valt. Deze valt in de praktijk niet samen met het totaaloverzicht op de door de voerleverancier opgestelde verzamelnota.
Verzamelnota’s versus integratierekening
In de praktijk zien we dat voerleveranciers onder de noemer ‘vleeskuikenafrekening’ of ‘verzamelnota’ de facturen van een gehele opfokronde opstellen, inclusief de aflevering van de veehouder aan de slachterij. Zo’n overzicht voldoet niet aan de wettelijke vereisten van een factuur voor de omzetbelasting en evenmin aan de vereisten van een verzamelfactuur. Deze moet verwijzen naar alle onderliggende leveringsbonnen en mag nooit betrekking hebben op een periode langer dan één maand. Het is daarom noodzakelijk om van alle relaties de onderliggende facturen op te vragen en deze mee te nemen in de periode waarop deze betrekking hebben.
De integratierekening is min of meer een rekeningcourant om alle voerleveringen te boeken en aan het einde van de opfokronde de afrekening van de slachterij te verrekenen. Bij de aangifte omzetbelasting moeten alle onderliggende facturen van dat kwartaal of maand beschikbaar zijn. Als u niet over de onderliggende facturen beschikt, moet u deze dus bij de voerleverancier opvragen.
Bron: ABAB