In uitlopen die begroeid zijn met bomen of struiken komen minder wilde watervogels voor. Begroeiing kan dus indirect het risico op vogelgriep helpen verminderen. Dit is één van de conclusies uit het promotieonderzoek van Monique Bestman van het Louis Bolk Instituut aan de Universiteit van Utrecht.
Bestman deed onderzoek naar de welzijns- en gezondheidsaspecten van vrije uitlopen voor leghennen. Naast dat er minder wilde watervogels voorkomen in begroeide uitlopen, zag zij bij leghennen die elke dag naar buiten kunnen minder schade door verenpikken en minder pikwonden. Kippen die naar buiten kunnen hebben dus een beter welzijn, aldus Bestman.
Mate van gebruik uitloop verschilt
In Nederland heeft bijna een derde (29 procent) van de leghennen toegang tot een buitenuitloop – als er tenminste geen sprake is van ophokplicht. Leghennen verschillen in de mate waarin ze de uitloop gebruiken. Dat heeft onder meer te maken met ras, groepsgrootte, of er hanen bij de hennen lopen en de hoeveelheid daglicht in de stal. “Gemiddeld gaat hooguit de helft (47 procent) van de kippen uit een koppel tegelijkertijd naar buiten”, vertelt Bestman, die onderzoek doet aan het Louis Bolk Instituut in Bunnik. “Dan gaat het vooral om bruine hennen. Ook kleinere koppels en koppels met hanen erbij gaan vaker naar buiten, of koppels met een beter verenkleed.”
Bomen en struiken
In uitlopen waarvan het oppervlak voor minimaal acht procent is begroeid met bomen of struiken, worden minder wilde watervogels gezien. Dus minder soorten die een risico vormen voor vogelgriep. “In landschappen met houtwallen of houtsingels zagen we minder watervogels rond kippenuitlopen dan in open landschappen”, zegt Bestman. Het risico dat kippen buiten de stal worden gegrepen door een roofdier, leek niet beïnvloed te worden door bomen en struiken. Uit een enquête bleek dat gemiddeld bijna vier procent van de hennen met een uitloop gevangen en opgegeten wordt door een roofdier, vooral door roofvogels, op een totale sterfte van zo’n tien procent.”
Meer parasieteneitjes in stal dan uitloop
Bestman onderzocht ook het risico op infecties door darmparasieten in de uitlopen. “We hebben nauwelijks of geen eitjes van kippenparasieten in de grond van uitlopen aangetroffen. Infecties met darmparasieten zijn wijdverbreid aanwezig, maar we hebben geen verband kunnen aantonen met uitloopgebruik. Sterker nog, de stal lijkt een groter risico te zijn dan de uitloop: strooisel in de stal bevat meer parasieteneitjes dan de grond in de uitloop. Uit onderzoek onder biologische koppels in Zweden, Nederland en Italië bleek dat alleen de Nederlandse kippen ontwormd werden, maar dat ze globaal gezien evenveel worminfecties hebben als de buitenlandse kippen die niet werden ontwormd.”
Tekst: Gerben Hofman