Vlekziekte is een zoönose die al jaren bekend is als beroepsziekte bij mensen werkzaam in de veehouderij en vlees- en viswerkende industrie. In de monitoringsoverzichten ziet GD de laatste jaren steeds meer gevallen bij kippen, met in het bijzonder leghennen met uitloop.
De bacterie Erysipelothrix rhusiopathiae, de veroorzaker van vlekziekte, komt algemeen voor in de omgeving en is zeer resistent tegen omgevings- en chemische invloeden. De overlevingstijd in de grond varieert volgens verschillende bronnen van veertig dagen tot enkele jaren. Dit is mede afhankelijk van de temperatuur en zuurgraad van de grond.
Vlekziekte bij pluimvee
Hoewel vlekziekte vooral bekend is bij varkens en schapen kan de bacterie ook bij pluimvee voor een hoge uitval zorgen. In de acute vorm kan een vlekziektebesmetting binnen twee tot vijf dagen tot een bloedvergiftiging leiden. Inwendig vallen met name de ernstig gezwollen lever en milt op. Besmette dieren sterven dan snel en de sterfte kan oplopen tot 25 procent. Bij leggende hennen treedt ernstige productiedaling op.
De monitoringsresultaten van de afgelopen decennia laten zien dat uitbraken van vlekziekte bij pluimvee met name in de herfstmaanden en het begin van de winter voorkomen, zowel in stallen met uitloop als in scharrelstallen. Deze periode komt overeen met het oogsten van mogelijke voedselbronnen van (bruine) ratten en muizen. Ongedierte wordt veelvuldig genoemd bij de beschrijving van de mogelijke introductie van de bacterie. Het lijkt waarschijnlijk dat zij de bacterie mee naar binnen nemen als ze de beschutting van stallen opzoeken. Kippen kunnen de bacterie uit de ontlasting van het ongedierte oppikken en verdere verspreiding wordt veroorzaakt door pikkerij en kannibalisme op het door bloedvergiftiging gestorven dier.
Ongediertebestrijding
Door besmette bloedluizen, ratten en muizen kan een besmet bedrijf besmet blijven. Het advies is dan ook om ongediertebestrijding in de loop van de herfst te optimaliseren en mogelijk zelfs te intensiveren. Het advies voor bedrijven die reeds een besmetting hebben doorgemaakt: zowel ongedierte als bloedluisbestrijding goed in de gaten houden en minimaal drie opeenvolgende jaren koppels te vaccineren. De bacterie overleeft lang in de aarde, dus voor bedrijven met uitloop kan deze periode nog te kort zijn.
Gevolgen voor de mens
Iemand die zich bijvoorbeeld tijdens inwendige inspectie van dieren prikt aan scherpe botdelen kan zichzelf infecteren. Dit leidt tot huiduitslag en ontsteking van de lymfevaten en lymfeknopen. Dit kan leiden tot bloedvergiftiging. Snel contact met een huisarts is daarom wenselijk. De huid zwelt bij een infectie, krijgt een blauw-rode kleur en is zeer pijnlijk. Bij uitbreiding naar de lymfeknopen kan dit ook op andere plekken op het lichaam voorkomen. De infectie is goed te behandelen met antibiotica.
Bron: GDdiergezondheid