Door de sterk toegenomen automatisering in de agrarische sector levert een koppel vleeskuikens niet alleen vlees op, maar ook veel data. Voerprogramma’s, klimaatsystemen, allerlei apparatuur verzamelt gegevens. Daar wordt lang niet genoeg mee gedaan, vindt vleeskuikenhouder Robert Nijkamp uit Raalte. Met Farmersnet heeft hij nu een prototype klaar van een dashboard waarop verschillende data samenkomen.
“Door data uit verschillende systemen te koppelen, kun je verbanden gaan zien. Het moet zo zijn dat ik als pluimveehouder aan bepaalde gegevens of patronen kan zien dat er morgen iets kan gebeuren”, vertelt Robert Nijjkamp enthousiast. “Ik combineer bijvoorbeeld patronen in water- en voeropname met diergezondheid. Ik doe al jaren coccidiose-enten bij de vleeskuikens en gebruik ik dus blanco voer. Eén keer per jaar test ik met een fabrikant elke drie dagen de mest om te kijken hoe hoog de besmettingsdruk van coccidiose is. Als ik die gegevens in een database kan invoeren en hang hier de voer- en wateropname aan, dan kan ik exact zien of de verhoogde wateropname een gevolg is van een coccidiosepiekje, of dat er misschien wat anders aan de hand is. En zo zijn er veel meer voorbeelden te bedenken”, vertelt de pluimveehouder, die in drie stallen totaal 70.000 scharrelvleeskuikens houdt en daarnaast ook melkveehouder is. Nijkamp geeft nog een voorbeeld.
“Scharrelvleeskuikens, zoals ik hier heb, mogen op maximaal 2.600 gram worden afgeleverd. Toch zijn er pluimveehouders die hier te vaak overheen gaan. Dat is niet nodig als je goed stuurt op data. De groeicurve is namelijk bekend. Ook voor de samenwerking met ketenpartners is het belangrijk data te verzamelen en uit te wisselen. Start een koppel kuikens bij mij niet lekker op, dan is het voor mij handig dat ik de gegevens van de vermeerderaar en de broederij kan inzien. Is er daar misschien iets niet goed gegaan? Als ik dat weet, dan hoef ik niet eerst verder te zoeken op mijn eigen bedrijf.”
Dashboard waarop data samenkomen
Nijkamp maakt deel uit van FarmersNet, een initiatief van een groep pluimveehouders en varkenshouders. Samen met een softwareleverancier hebben zij een eerste testversie ontwikkeld van een dashboard waarop verschillende data uit een ronde samenkomen. Kern hiervan zijn de gegevens die je van dag tot dag nodig hebt, zoals de water- en voeropname. Daarnaast staan bij Nijkamp de laboratoriumuitslagen erin en kunnen andere gegevens, bijvoorbeeld een strooiselscore die hij met behulp van een app bij kan houden, erin.
“Zo kan ik bijvoorbeeld gemakkelijk zien of er een verband is tussen nat strooisel en de wateropname”, vertelt hij. Het dashboard staat nog in de kinderschoenen, maar is klaar voor een eerste test. “We zijn nu zover dat we andere vleeskuikenhouders vragen om mee te helpen denken om zo een eerste versie in de praktijk te kunnen uitrollen.” In een online leergang Data & Technologie van de stichting Boer & Data, waarin naast pluimvee ook data uit trekkers en graslandmanagement aan de orde komen, vertelde Nijkamp onlangs meer over het belang van goed databeheer voor pluimveehouders.
Nog veel handwerk nodig
Nijkamp benadrukt dat hij niet op zoek is naar meer en nieuwe data uit vleeskuikenkoppels. Die zijn er namelijk genoeg volgens hem. “Van de data die op pluimveebedrijven worden gegenereerd, wordt maar vijf tot tien procent gebruikt. Met de rest gebeurt niks”, vertelt hij. Om data echter goed te kunnen inzetten en voorspelbaar te laten werken, moeten ze gebundeld kunnen worden en dat is lastig. Gegevens van de slachterij en van Avined krijgt hij niet digitaal. Daarnaast ‘praten’ computersystemen niet met elkaar, is de ervaring van de pluimveehouder.
“Uit elk computersysteem, of het nou om ventilatie gaat of om weegschalen, kan ik een bestandje halen met gegevens. Deze moet ik handmatig in gaan voeren in een eigen bestand. Handiger zou zijn als ik de gegevens via een 1-op-1-inleesmogelijkheid rechtstreeks in mijn eigen programma zou kunnen laten lopen. Dat is in de praktijk lastig. Veel partijen willen om uiteenlopende redenen hun data niet op deze manier vrijgeven. Het is de grote uitdaging hen ervan te overtuigen dat het toegevoegde waarde heeft en dat het op een veilige manier gebeurt, zodat zij ook willen meewerken.”
Partijen zitten ‘bovenop de data’
Een ander knelpunt in de het benutten van data is het eigendomsrecht van de data. “Steeds meer grote bedrijven ontdekken de landbouw als belangrijke bron van data en zien daar een verdienmodel in”, vertelt Nijkamp. Als voorbeeld geeft hij de meststrooier van de loonwerker die op het bedrijf bezig is met verspreiden van stalmest van het melkvee. “Zij hebben een spiksplinternieuwe meststrooier, computergestuurd vanuit de trekker. Hier komen allerlei data uit voort. Deze komen bij de fabrikant uit. Als eigenaar van de machine heb je er niks over te zeggen, terwijl een fabrikant precies kan zien waar je met het ding geweest bent en wat je gedaan hebt. Dat moeten we in de pluimveehouderij niet hebben. Als vleeskuikenhouder wil ik baas zijn over mijn eigen data. Ik wil niet hebben dat, als er iets misgaat, de slachterij belt en vraagt wat er aan de hand is. Nee, ik wil zelf weten wat er gebeurt op mijn bedrijf en daar op sturen.” Volgens de pluimveehouder scheelt het dat de pluimveesector een relatief kleine sector is die nog niet echt is ontdekt door grote ‘data-jongens’.
“Data van bijvoorbeeld trekkers zijn veelal versleuteld. Koop je een melkrobot, dan teken je ervoor dat de fabrikant de data eruit mag gebruiken voor productoptimalisatie. Ik zie aankomen dat alle grote fabrikanten over tien jaar een verdienmodel hebben gemaakt van data van het erf van de pluimveehouder. Ik denk niet dat we dat helemaal kunnen voorkomen, maar we moeten wel voor onszelf opkomen en zorgen dat data uit systemen ook voor ons als pluimveehouders beschikbaar komen. Niet dat we over tien jaar moeten zeggen ‘we stonden erbij en we keken ernaar’.
Tekst en beeld: Gerben Hofman