Wageningen Bioveterinary Research heeft op verzoek van het ministerie van LNV een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke risicofactoren voor besmetting van bedrijven met hoogpathogene vogelgriep in de periode 2014-2022.
Eenden- en kalkoenbedrijven
Naar rato zijn eenden- en kalkoenbedrijven het meest vaak besmet geraakt. Deze hebben een bijna vijf respectievelijk zeven keer grotere kans op besmetting in vergelijking met (op)fok-/vermeerderingsbedrijven. Legbedrijven, (op)fok- en vermeerderingsbedrijven hadden een onderling vergelijkbaar en lager percentage besmettingen.
Vleeskuikenbedrijven
Vleeskuikenbedrijven hadden het laagste percentage besmettingen en een vijf keer kleinere kans op besmetting in vergelijking met (op)fok/vermeerderingsbedrijven. Voor de verschillende bedrijfstypen is niet bekend wat de besmettingsroutes zijn geweest, wat het opleggen van aanvullende preventieve maatregelen bemoeilijkt.
Landschapskenmerken
De onderzoekers hebben ook gekeken naar landschapskenmerken in de omgeving van pluimveebedrijven en naar de combinatie van beide. Grotere wateroppervlakten en grasland in de directe omgeving van een pluimveebedrijf, korte afstand van een pluimveebedrijf tot water(wegen) en grote oppervlaktes aan grasland in de directe omgeving van een pluimveebedrijf worden in verband gebracht met een grotere kans op vogelgriepbesmetting op pluimveebedrijven. De kans van besmetting op pluimveebedrijven in Nederland neemt toe van oost naar west en van zuid naar noord, wat lijkt aan te sluiten bij de aanwezigheid van wilde watervogels.
Rapport
Het volledige rapport met alle bevindingen is hier te vinden.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Martin de Vries