De vraag naar pluimveevlees is nog steeds goed. Door een relatief krap aanbod zijn de prijzen hoog en daarmee de vooruitzichten goed. Echter liggen ook de nodige onzekerheden op de loer waarover er meer verteld wordt in deze update voor de vleespluimveehouderij.
Een positieve, maar toch onzekere wereldmarkt
Op wereldschaal ziet de vraag op lokale markten er gemiddeld positief uit. De vraag naar pluimveevlees is goed en het aanbod gematigd. Tegelijkertijd staat de economie wereldwijd onder druk en wordt deze sterk beïnvloedt door geopolitieke veranderingen. Door de hoge inflatiecijfers gaat het vrij besteedbaar inkomen van consumenten achteruit. Hierdoor worden zij meer gedwongen om keuzes te maken. Pluimveeproducten (vlees en eieren) zijn gunstig gepositioneerd doordat ze relatief goedkoop zijn. De uitdaging wordt het grootst voor de duurdere delen (filets), concepten en biologische producten.
2023 wordt een uitdagend jaar voor de producenten van pluimveevlees. Focus op de operationele kant van de productie is belangrijk. Koplopers op het gebied van efficiëntie, inkoop, voersamenstelling en -verbruik, biosecurity en flexibiliteit hebben een voorsprong in de prijsgedreven marktomstandigheden. De belangrijkste globale uitdagingen voor 2023 zijn:
- Impact van vogelgriepuitbraken op de wereldwijde industrie, specifiek in Europa en Noord-Amerika. Extra zorgelijk met de recente uitbraken in Zuid-Amerika (Colombia, Ecuador en Peru);
- Economische teruggang wereldwijd leidt tot meer prijsgedreven vraag en wisselende wisselkoersen wat concurrentieposities kan beïnvloeden;
- Operationele uitdagingen als gevolg van hogere en steeds veranderende voer-, energie en transportprijzen;
- Kosten en beschikbaarheid van arbeid, specifiek in het westen. Door de hoge inflatieniveaus zullen deze kosten waarschijnlijk ook stijgen;
- Geopolitieke veranderingen en hun potentiële uitwerking op de wereldwijde handel.
Europa produceert minder pluimveevlees
In de tweede helft van 2022 zijn de prijzen voor pluimveevlees, ondanks een lichte daling van de voerprijzen hoog gebleven. De belangrijkste redenen hiervoor zijn:
- Sterke vraag naar pluimveevlees, onder andere doordat consumenten hier eerder voor kiezen dan voor duurder varkens-, schapen- of rundvlees;
- De productie van pluimveevlees ligt twee procent lager in het derde kwartaal van 2022 ten opzichte van 2019. Daarnaast ligt de productie van kalkoen (-zeventien procent) en van eend (-35 procent) zelfs nog flink lager;
- Het aanbod van consumptie van eieren is krap.
De lagere productie wordt vooral veroorzaakt door de marktonzekerheden met hoge voer- en energieprijzen en de vraag hoe de consumentenvraag zich ontwikkeld. Daarnaast hebben de vele uitbraken van vogelgriep in Europa geleid tot de lagere productie. Er zijn meer dan 48 miljoen stuks pluimvee (kip, kalkoen en eend) niet op de markt gekomen. Ondanks dalende prijzen in Polen, als gevolg van toenemend aanbod, is de gemiddelde prijs in Europa op niveau gebleven.
“Het aanbod van pluimveevlees in Europa is krap en zal dat naar verwachting komende tijd ook blijven.”
Toenemende import kan deze situatie nog beïnvloeden. Import vanuit Brazilië (+ 65.000 ton of 39 procent), Oekraïne (+45.000 ton of 65 procent) is sterk toegenomen. Thailand (+ twee procent) blijft achter door het hoge prijspeil daar. Importen vanuit het Verenigd Koninkrijk zijn met 30.000 ton (-veertien procent) gedaald. Daarentegen hebben de hoge prijzen in Europa en restricties op export als gevolg van de vogelgriepuitbraken geleid tot een lagere export.
In Europa zorgen consumentenvraag en stijgende import voor onzekerheden
De vooruitzichten voor de Europese pluimveemarkt blijven positief. Er zijn nog geen aanwijzingen dat de productie weer gaat groeien. Sommige landen zoals Polen en Duitsland hebben recent het aanbod verhoogd. Toch wordt er verwacht dat door de hoge voerkosten, stijgende energiekosten en uitbraken van vogelgriep de groei in het winterseizoen beperkt blijft. Aan de andere kant is de verwachting dat de vraag stevig blijft. Zeker als ook de varkensprijzen gaan stijgen.
De grootste onzekerheid zit in de vraag of consumenten bereid blijven de huidige hoge prijzen te blijven betalen. Daarnaast is het onzeker hoe ver de import vanuit Brazilië en Oekraïne toeneemt, waarbij laatstgenoemde nu onbeperkt toegang heeft tot de Europese markt.
Variabele kosten hoog en onzeker
Voerkosten zijn veruit de grootste kostenpost in de pluimveevleesproductie. Prijzen van grondstoffen zijn nog steeds historisch hoog, ondanks dat we een lichte daling van mais en soja verwachten (zie figuur 1). Wereldvoorraden zijn krap en in de context van de geopolitieke onzekerheid (oorlog in Oekraïne) en de invloed van El Niño (opwarming van de Stille Oceaan rond de evenaar wat wereldwijd invloed heeft op de weersomstandigheden) kunnen de marktomstandigheden snel wijzigen.
Figuur 1: Prijzen van grondstoffen
Het aanbod van grondstoffen is relatief laag in de Verenigde Staten (VS) en Europa, terwijl Brazilië, Australië en Rusland een hoog aanbod kennen. Daartegenover staat dat er vraag is weggevallen door de economische crisis. Verder is de vraag vanuit China nog relatief laag, mogelijk trekt deze komende tijd aan nu de covidmaatregelen daar worden versoepeld.
Naast veevoedergrondstoffen zijn met name energiekosten belangrijk voor de kostprijs van pluimveevlees. Vooral in Europa zijn deze in 2022 flink gestegen met een piek in het derde kwartaal. In het vierde kwartaal laten de energiekosten weer een dalende trend zien. Het vooruitzicht op de ontwikkeling van deze prijzen is onzeker door de weersomstandigheden, interventies door overheden en strategieën van aanbieders. De ontwikkeling van de energiekosten kan de markt in 2023 weer sterk beïnvloeden, waarbij de impact per regio verschilt.
Nederland volop in de omschakeling
Vanaf 2023 ligt in de Nederlandse retail enkel nog pluimveevlees met het Beter Leven keurmerk. Vanaf de tweede helft van 2022 is de omschakeling echt op gang gekomen en deze zal zich deels nog doorzetten in 2023. Ook in Nederland is het onzeker hoe consumenten gaan reageren op het gestegen algemene prijspeil. Er zullen keuzes gemaakt worden. Volgens ons blijft kip hierbij goed gepositioneerd.
De markt heeft de gestegen kosten tot nu toe gecompenseerd in de opbrengstprijs. De opbrengstprijzen zijn in november 2022 met 32 procent gestegen ten opzichte van 2021. De voerkosten stegen met 29 procent. Aanhoudende vraag, het krappere aanbod als gevolg van de omschakeling en diverse ruimingen door vogelgriep spelen hierbij een grote rol. Het aanbod zal in 2023 nauwelijks toenemen door de bouw van nieuwe stallen. Enkel zullen er nog uitlopen worden gebouwd voor de omschakeling naar Beter Leven keurmerk. Kortom, het aanbod van pluimveevlees blijft in 2023 aan de krappe kant. Dit is positief voor de positie van de pluimveehouder en drukt op het rendement van de industrie.
Door de hoge en steeds veranderende inkoopprijzen hebben bedrijven die de weg van verduurzaming eerder hebben ingezet daar nu profijt van. De verwachting is dat dit in 2023 een vervolg krijgt. Elektrificatie van het productieproces door toepassing van (extra) zonnepanelen en bijvoorbeeld verwarming via infraroodpanelen zal meer zijn intrede doen. Opslag van energie kent ook meer en meer de interesse van pluimveehouders, alhoewel deze ontwikkeling nog in de kinderschoenen staat. Ook neemt de inzet van regionale grondstoffen toe door de gestegen marktprijzen en onzekere beschikbaarheid. Deze inzet kan mogelijk nog worden vergroot door meer samenwerking met akkerbouwers aan te gaan. Zij moeten meer rustgewassen zoals tarwe gaan inbouwen en die grondstof hebben pluimveehouders nodig.
Bron: Rabobank