De eierprijs heeft in maart 2023 het niveau van 191 punten (2015=100) bereikt: dat betekent weer een stijging van 3,5% over twee maanden, maar met name in februari.
De opbrengstprijzen voor de pluimveehouders zijn over deze periode zelfs 11% hoger geworden. In maart kwam de prijsindex af boerderij uit op 248 punten. De prijzen bij de eierhandel zijn in die twee maanden nauwelijks gestegen en lagen in maart op 183 punten. De voerprijzen zijn in de periode januari tot maart weer verder gedaald.
Prijsontwikkeling
De consumentenprijsindex (CPI) is in de maanden januari tot maart gestegen met 3,5% en is uiteindelijk uitgekomen op 191 punten (2015=100). In 2017 lag de jaarindex van de consumentenprijs van eieren nog op 104 punten. In maart steeg de eierprijs echter niet meer.
De index voor de prijzen af pakstation (PPI) is de afgelopen twee maanden gestegen van 181 naar 183 punten, een heel beperkte stijging van minder dan 1%. Dit betreft de producentenprijs binnenland. De prijsindex voor de afzet naar het buitenland (niet in figuur) is de afgelopen maanden veel sterker gestegen, van 190 naar 199 punten.
De prijsindex af boerderij is in maart 2023 op een niveau van 248 punten gekomen, bijna 11% hoger dan de index in januari. De af-boerderijprijsindex heeft overigens betrekking op reguliere scharreleieren die naar de foodservice gaan of worden geëxporteerd, terwijl de Nederlandse supermarkten bijna uitsluitend eieren met een keurmerk verkopen. Dit zijn het Beter Leven keurmerk met 1 ster (scharrelei), 2 sterren (vrije-uitloopeieren) of 3 sterren (vooral biologische eieren). Deze eieren worden door de leghennenhouders voornamelijk middels contracten met een vaste prijs verkocht. De weergegeven consumentenprijs en de prijs af boerderij zijn dus niet direct met elkaar te vergelijken.
De huidige opbrengstprijzen zullen voor de meeste legpluimveebedrijven ruim kostendekkend zijn. De voerprijs blijft hoog, maar is in de maanden december 2022 en januari 2023 wel verder gedaald. De productie en afzet van biologische eieren is een ander verhaal: er is vooralsnog te weinig vraag en de productiekosten zijn hoog, waardoor aardig wat biologische legpluimveehouders zijn omgeschakeld naar scharreleieren.
Keten
De tafeleieren in het schap bij de supermarkten zijn direct door de pakstations afgeleverd of door grossiers via de pakstations. Leghennenhouders leveren eieren aan de pakstations, verpakken zelf of leveren aan de eiproductenindustrie. In de eierketen zijn broederijen en opfokkers van jonge hennen belangrijke voorschakels. Mengvoerfabrikanten zijn belangrijke toeleveranciers.
Toelichting op drie niveaus
Bijna 90% van de tafeleieren wordt afgezet via de supermarkten. Er is geen noemenswaardige import van eieren voor de afzet via supermarkten. In Nederland houden circa 850 bedrijven leghennen, in verschillende houderijsystemen. Het merendeel van de hennen wordt gehouden als scharrelhen. Daarnaast worden ook hennen gehouden in de biologische houderij, overige systemen met vrije uitloop of in kooihuisvesting (‘koloniekooien’).
De geproduceerde eieren worden op de boerderij verpakt of geleverd aan de 14 middelgrote en grote pakstations. Deze sorteren en verpakken de eieren in consumentenverpakkingen. De Nederlandse pakstations leveren tafeleieren aan supermarkten in Nederland (circa 30% van de productie) en Duitsland (ook circa 30% van de productie). Een deel van de eieren (30 tot 35%) gaat naar de eiproductenindustrie in of buiten Nederland, waar ze worden verwerkt tot vloeibaar of gedroogd eiproduct. Dit eiproduct wordt vervolgens weer gekocht door de levensmiddelenindustrie, waarbij fabrikanten van sauzen en pasta en bakkerijen belangrijke afnemers zijn.
Prijsvorming
De leghennenhouders maken veelal per legronde afspraken met een pakstation. Naast kwaliteitsaspecten kan er ook een afspraak gemaakt worden over de prijs voor de eieren. Veel leghennenhouders werken met een vrije marktprijs, waarbij voor elke geleverde partij eieren de dan geldende marktprijs betaald wordt. Er is een duidelijk seizoenspatroon in de marktprijzen. ’s Zomers zijn de eierprijzen voor de leghennenhouders in de regel lager dan in de rest van het jaar. Steeds meer leghennenhouders leveren eieren met het Beter Leven keurmerk aan de Nederlandse detailhandel en werken daarbij met vaste contractprijzen. Voor elke ronde leghennen worden prijsafspraken gemaakt. Ook bedrijven met vrije uitloop en biologische hennen werken vooral met vaste prijsafspraken.
Prijsindices
De diverse prijsindices sluiten niet naadloos op elkaar aan. De consumentenprijsindex (CPI) is gebaseerd op de prijzen voor tafeleieren in de supermarkt: dat zijn bijna uitsluitend eieren met een keurmerk. De producentenprijsindex (PPI) is gebaseerd op de binnenlandse opbrengstprijzen van pakstations én die van de eiproductenindustrie. De prijs af boerderij (API) is gebaseerd op reguliere scharreleieren, die naar de foodservice (onder andere horeca, catering) gaan of geëxporteerd worden.