Een leghennenbedrijf met uitloop kampte recent met een fors verhoogde uitval. Sectie-onderzoek door Royal GD wees de boosdoener aan: vlekziekte. Een pittige diagnose.
De pluimveehouder had negen dode leghennen van rond de 90 weken oud naar de GD gestuurd voor sectie-onderzoek. Op het inzendformulier stond een plots verhoogde uitval als reden voor het insturen van de dieren. Dit meldt GD op haar website.
Tijdens het sectie-onderzoek viel het de patholoog op dat de milten van de hennen gezwollen waren. Soms was ook de lever gezwollen. Verder waren er weinig letsels te zien. De voorlopige diagnose was een bacteriologische bloedvergiftiging.
Vlekziekte als oorzaak
Om vogelgriep als veroorzaker uit te sluiten, zette GD een aantal bacteriële kweken uit. Die wezen uit dat er geen sprake was van vogelgriep. Wel bleek er veel Erysipelothrix rhusiopathiae te groeien. Dit is de veroorzaker van vlekziekte. Deze diagnose is volgens GD pittig. Een uitbraak bij een ongevaccineerd koppel leidt vaak tot hoge uitval. Een effectieve behandeling voor een getroffen koppel is er niet. Belangrijk is om dode hennen zo snel mogelijk op te ruimen. Als koppelgenoten eten van de kadavers, krijgen zij namelijk ook de bacterie binnen en lopen ze grote kans om zelf ook aan de bacterie dood te gaan.
Volgende koppels vaccineren
Op bedrijven waar eenmaal vlekziekte is vastgesteld, wordt meestal gekozen om in de volgende jaren nieuwe koppels tegen vlekziekte te vaccineren. De bacterie kan namelijk heel goed in de omgeving van het bedrijf overleven, bijvoorbeeld doordat ook ongedierte of wilde vogels besmet kunnen raken. Op hun beurt kunnen zij weer nieuwe koppels besmetten.
Vlekziekte is een zoönose
In Nederland vinden jaarlijks meerdere uitbraken van vlekziekte plaats. Ze komen vooral voor in het eerste en het laatste kwartaal van het jaar en vooral bij bedrijven met uitloop. Vlekziekte is een zoonose. Dat betekent dat de ziekte van dier naar mens kan overgaan. Bij de mens uit zich dit in visroos. Deze aandoening wordt vooral gezien bij slachthuispersoneel, in de visverwerkende industrie, bij veehouders en bij dierenartsen.
Tekst: Gerben Hofman