Sinds 2009 werkt de Nederlandse pluimveesector aan reductie van antibioticagebruik. Met succes. Bij vleeskuikens en kalkoenen is het gebruik sinds 2011 met respectievelijk 81 en 76 procent gedaald. In de legsector is het gebruik van antibiotica al jaren zeer laag. Het gebruik van derde keus middelen, dit zijn antibiotica die voor de humane gezondheidszorg belangrijk zijn, is nog forser afgenomen. Ook het afgelopen jaar wist de pluimveesector goede cijfers te overleggen als het gaat om antibioticagebruik.
Volgens Erik de Jonge, beleidsadviseur pluimveegezondheid en antibiotica bij AVINED mogen we als sector best trots zijn op de forse antibioticareductie die in de loop der jaren is bereikt. “Het mooie is ook dat we dit als sector zelf hebben bereikt. De overheid heeft ons destijds de opdracht gegeven met antibioticareductie aan de slag te gaan. Dat konden we als sector zelf oppakken, waarbij de overheid wel een oogje in het zeil houdt en het met de sector bespreekt als er extra aanpak nodig is. De overheid heeft hierbij de veehouderijsectoren doelstellingen meegegeven voor de reductie.
Volgens De Jonge zijn er meerdere redenen voor het dalende antibioticagebruik sinds 2009. “In de beginfase ging het met name om bewustwording. Als je niet weet wat de consequenties zijn van het gebruik van antibiotica, zet je het ook makkelijker in. Met name in de eerste jaren zorgde verbeterde bewustwording en het in beeld brengen van het antibioticumgebruik (benchmarken) per houder en dierenarts voor een flinke afname in het gebruik van antibiotica.
Gebruik colistine neemt af
De laatste jaren zie je gebruik van colistine afnemen. Dat is mede het gevolg van een toenemende bewustwording van het belang van colistine als laatste redmiddel in de humane geneeskunde”, vertelt De Jonge. Ook speelt ook mee dat de richtlijn voor het voorschijven van colistine is aangescherpt en uit onderzoek van dierenartsen en Royal GD blijkt dat de inzet colistine niet altijd effectief is. Hij ziet ook dat dierenartsen een omslag hebben gemaakt. “Ze schrijven minder snel dan vroeger antibiotica voor. Als het nodig is, dan moet dat natuurlijk. Maar tegenwoordig kijken dierenarts en pluimveehouder het vaker nog even aan voor ze antibiotica inzetten
Meten van antibioticagebruik
Als andere oorzaak van de daling ziet De Jonge ook de gestuurde maatregelen die de sector zichzelf heeft opgelegd om het gebruik van antibiotica terug te dringen. Vanuit IKB Kip wordt bijvoorbeeld op vleeskuikenbedrijven en opfokbedrijven ieder half jaar het antibioticagebruik gemeten. Valt een bedrijf in de hoogste categorie, dan moet de pluimveehouder met zijn dierenarts een verbeterplan maken. Drie keer achtereen in de hoogste categorie (rode beoordeling) betekent dat er met een externe begeleider aan verbetering moet worden gewerkt. “Vleeskuikenhouders laten het niet graag zover komen. Die vinden het vervelend om in de rode categorie te zitten en gaan al eerder met de dierenarts en eventueel een andere adviseur kijken wat er beter kan”, weet De Jonge.
Verder is de daling van antibioticagebruik volgens De Jonge ook te relateren aan de omvangrijke overschakeling naar conceptkuikens in de vleessector. “Dit zijn andere rassen, ze groeien minder snel, de bezetting is lager en er wordt niet uitgeladen. Dat heeft invloed op de gezondheid en dus op het gebruik van geneesmiddelen. Het gebruik van antibiotica is bij conceptkuikens substantieel lager.
Twee rapporten
Er zijn het afgelopen half jaar twee rapporten verschenen waarin het antibioticagebruik in de Nederlandse pluimveehouderij in 2022 werd beschreven. Het eerste dateert van 24 januari en is opgesteld door Royal GD in opdracht van AVINED. Dit rapport handelt specifiek over de pluimveesector. Het tweede verscheen in juni en is afkomstig van de SDA, de stichting Autoriteit Diergeneesmiddelen. Dit rapport geeft een overzicht van verschillende diersectoren, zoals vleeskuikens, vleesvarkens, koeien en geiten. “De data die betrekking hebben op pluimvee in het rapport van de SDA zijn afkomstig van AVINED. Het zijn in principe dezelfde data, maar de SDa maakt soms wat andere berekeningen en legt wat andere accenten”, vertelt De Jonge.
Opvallend in het rapport van de SDa is dat er niet veel aandacht is voor de legsector. “Dit is omdat in de leg het gebruik eigenlijk al jaren op een laag niveau ligt. Enkele jaren geleden kreeg de legsector meer aandacht. Dat was in de tijd dat de aandacht voor colistine toenam. Dit is een middel dat voor de humane gezondheidszorg heel belangrijk is. Maar de sector heeft het gebruik hiervan toen heel goed weten terug te dringen”, aldus De Jonge.
Antibioticagebruik per deelsector
De indicator voor het gebruik van antibiotica is de ‘Defined Daily Dose Animal’, ofwel de dierdagdosering. Dit is de som van de behandelbare kilogrammen op een bedrijf aanwezig over een jaar, gedeeld door het gemiddeld aantal kilogrammen dier dat op een bedrijf aanwezig is.
Vleeskuikensector: daling van vijf procent
De vleeskuikensector (vleeskuikenbedrijven en opfok, fok en vermeerdering) wist het antibioticagebruik in 2022 terug te dringen met vijf procent ten opzichte van 2021. Ten opzichte van de start van de antibioticamonitoring in 2009 bedraagt de reductie maar liefst 82 procent. In 2022 bedroeg het gebruik van antibiotica bij vleeskuikenbedrijven 6,57 DDDA.
Van de Nederlandse vleeskuikens was in 2022 48 procent van een trager groeiend ras. Deze kuikens scoren gemiddeld een lager DDDA-getal dan reguliere vleeskuikens. Ook de reguliere vleeskuikens worden voor een groot deel zonder gebruik van antibiotica grootgebracht. Van alle stalkoppels met reguliere vleeskuikens in 2022 heeft 72 procent geen antibioticum gekregen.
Zowel bij reguliere kuikens als bij trager groeiende kuikens vinden de meeste antibioticabehandelingen plaats in week 1. De antibiotica worden in beide gevallen het meest ingezet voor overige/algemene stoornissen. Hieronder vallen volgens Avined circa dertig stoornissen, variërend van achterblijvers tot pokken.
Het gebruik van antibiotica bij fok- en vermeerderingsdieren in de vleeskuikensector bedroeg in 2021 1,65 DDDA. Dit is een daling van zeven procent ten opzichte van 2021.
Legsector: dalingen en stijging
Ook de legsector, waar het antibioticumgebruik al laag lag, liet in 2022 gemiddeld goede cijfers zien als het gaat om antibioticumgebruik. Bij leghennen daalde het antibioticagebruik met twintig procent naar 1,43 DDDA in 2022. Het gebruik van antibiotica in de legsector is onderverdeeld in opfok-leghennen, productie fok- en vermeerderingsdieren en opfok fok- en vermeerderingsdieren. Bij opfok-leghennen steeg het gebruik in 2022 met dertig procent naar 2,15 DDDA.
Digestieproblemen zijn de voornaamste reden om bij deze diercategorie antibiotica in te zetten. Dit was ook in 2022 het geval, waarbij het gebruik iets hoger ligt dan de jaren ervoor. Bij productie fok- en vermeerderingsdieren is het gebruik met tien procent gedaald naar 1,99 DDDA. Opvallend bij deze diercategorie is dat er in 2022 de helft minder antibiotica hoefden te worden gebruik vanwege digestieproblemen.
Bij opfok fok- en vermeerderingsdieren steeg het antibioticagebruik tot 12,12 DDDA. Hier zien we een forse stijging in gebruik vanwege overige/algemene stoornissen. In 2021 waren er bij deze diercategorie veel eerste week problemen, waarbij antibiotica ingezet werd. Het gebruik ging in 2022 echter weer terug richting het oude, lage niveau.
Het gebruik van derdekeus-middelen in de gehele legsector in 2022 was nagenoeg nul DDDA’s. Het aandeel van middelen met colistine (tweede keus) in het totale (lage) gebruik van antibiotica bij leghennen is hoog, maar daalde in 2022 met 39 procent naar 0,53 DDDA.
Kalkoenen: kleine sector, snel schommelingen
Het gebruik van antibiotica in de kalkoensector steeg ten opzichte van 2021 met tien procent naar 13,42 DDDA. Ten opzichte van de jaren 2016-2019 zat de kalkoensector in 2022 qua antibioticagebruik substantieel lager, maar wel hoger dan in 2020 en 2021. De kalkoensector is met 38 bedrijven in Nederland echter een kleine sector. Een paar bedrijven met gezondheidsproblemen kunnen al zorgen voor schommelingen in het totale antibioticagebruik.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Martin de Vries