Vaccinatie in de broederij neemt ook in Nederland en Vlaanderen een grote vlucht. Zeker nu de mogelijkheden van in-ovo-vaccinatie steeds groter worden. “Vaccineren in het ei bespaart arbeid en je kunt nauwkeuriger werken. Er komen ook steeds meer vaccins beschikbaar die in-ovo kunnen worden toegediend, zo is er sinds kort ook een vaccin tegen IBD, ILT en Marek in één. Waar mogelijk kan het best gebruik worden gemaakt van vectorvaccins”, vertelt Kristof Van Mullem, dierenarts van MSD Animal Health.
Kristof Van Mullem is als dierenarts Pluimvee bij farmaceutisch bedrijf MSD Animal Health een belangrijke schakel tussen de researchafdeling en de praktijk. “Ik ben voor MSD Animal Health één van de voelsprieten in het veld als het gaat om pluimveegezondheid. Samen met mijn collega’s kijk ik wat er speelt in de pluimveesector. Is er een nieuwe ziekteverwekker die voor problemen zorgt? Is het nodig hier een vaccin tegen te ontwikkelen? Hoe kunnen we de pluimveehouder helpen de diergezondheid te verbeteren? Daarbij adviseer ik bijvoorbeeld dierenartsen over het toepassen van vaccins en geef trainingen aan entploegen”, vertelt Van Mullem.
In-ovo steeds populairder
De technisch specialist zag de afgelopen jaren de vraag naar vaccins die in de broederij kunnen worden toegepast toenemen. “Zeker de vaccins die in-ovo, dus in het ei kunnen worden toegediend nemen een vlucht. Hierbij worden op dag 18, voordat de eieren worden overgebracht naar de uitkomstkast, de embryo’s in het ei gevaccineerd. Dit bespaart arbeid en je hebt zekerheid dat alle dieren zijn gevaccineerd. ” De pluimveesector is al langer bekend met de voordelen van het vaccineren van het kuiken in het ei. In Nederland en Vlaanderen liet een doorbraak echter relatief lang op zich wachten. “Dit is vooral een kostenverhaal”, aldus Van Mullem. “De apparatuur is kostbaar en dan moet je wel voldoende vaccins hebben en vraag vanuit de markt. In-ovo vaccineren was in het verleden prijzig en dat onthouden pluimveehouders. Inmiddels zijn de kosten relatief lager geworden, steeds meer broederijen beschikken over de apparatuur en er zijn veel meer vaccins beschikbaar die in-ovo kunnen worden toegediend. Maar in vergelijking met veel andere landen lopen we nog wel iets achter. Dat komt doordat er over de grens meer gewerkt wordt in integraties. Dan kun je makkelijk de kosten verdelen over de verschillende schakels.”
Levenslang beschermd tegen ILT, IBD en tegelijk Marek
Een vaccin dat de komende jaren kan zorgen voor een toename van de populariteit van in-ovo-vaccinatie is een nieuw combinatievaccin tegen ILT en IBD (Gumboro). Dit vaccin is een zogenaamd vectorvaccin. In het kader van dit artikel wordt uitgelegd wat dit is en wat de verschillen zijn met andere vaccinsoorten. De basis van het combinatievaccin tegen ILT en IBD is een HVT-virus (Marek). Aan dit virus zijn ook stukjes genetische code van ILT en IBD toegevoegd. Daardoor wordt het afweersysteem van het kuiken gestimuleerd om antistoffen aan te maken tegen ILT, IBD en Marek. Als het dier dan later in aanraking komt met het ‘echte’ virus, dan herkent het afweersysteem deze ziekteverwekker en gooit de juiste afweerstoffen in de strijd. Het vaccin biedt levenslang bescherming tegen deze ziektes.
Geen virusverspreiding
Grote voordelen van een vectorvaccin is volgens Van Mullem dat er geen kans is op virusverspreiding en dat de impact op het kuiken heel gering is. Dit in tegenstelling tot gebruik van een klassiek levend vaccin of een immuuncomplex vaccin. “Met een vectorvaccin breng je maar één virus binnen, in dit geval HVT. Dit is een herpes-virus, zo’n virus blijft levenslang aanwezig in het dier. De HVT-vector verspreidt zich niet van kip naar kip en heeft geen meetbare impact op de prestaties van het kuiken. Met de andere vaccintypes breng je wel virus binnen, dat zich in het dier kan vermeerderen en na uitscheiding ongevaccineerde dieren kan infecteren.”
Entreactie blijft uit
Ten opzichte van vaccineren met een levend vaccin heeft gebruik van een vectorvaccin nog een belangrijk voordeel: een entreactie blijft uit. Om dit te onderstrepen pakt Van Mullem er twee grafieken bij, waarop het verschil is te zien tussen de entreactie met levende vaccins en een vectorvaccin bij een NCD-vaccinatie. Duidelijk is te zien dat bij alle drie levende vaccins na enkele dagen een dip in de groei ontstaat, daar waar bij het vectorvaccin geen verschil is te zien ten opzichte van de controlegroep. Een zelfde effect zie je bij vaccineren met een levend IBD-virus. Een levend Gumborovirus kan een onstekingsreactie in de bursa veroorzaken, waardoor het afweersysteem van het kuiken minder goed kan functioneren. Daardoor krijgen ziekteverwekkers meer kans en kan de werking van andere vaccinaties minder zijn. “In-ovo-vaccinatie met een vectorvaccin is dus ideaal. Het is de manier om arbeid te besparen, zekerheid te hebben over het effect van de vaccinatie en geeft langdurige bescherming zonder dat het kuiken negatieve effecten van de vaccinatie ondervindt”, besluit Van Mullem.
Drie soorten vaccins in de broederij
In de broederij kunnen drie soorten vaccins worden gebruikt:
1. Klassiek levend vaccin
Een dergelijk vaccin kan worden gebruikt bij vaccineren tegen bijvoorbeeld IB, coccidiose en Marek. Een nadeel van een levend vaccin is dat er een entreactie kan optreden en het vaccin zich kan verspreiden in de stal. Een klassiek levend vaccin kan doorgaans niet in-ovo worden toegediend, uitzonderingen zijn sommige Marek- en coccidiose-vaccins.
2. Immuuncomplex vaccin
Dit vaccin bevat levend vaccinvirus, voorzien van een beschermlaag. De beschermlaag zorgt ervoor dat het vaccinvirus niet meteen wordt afgebroken door de -maternale afweerstoffen die het kuiken heeft. De beschermlaag slijt langzaam. Wanneer de maternale afweerstoffen van de kip verdwijnen, stimuleert het vaccinvirus de aanmaak van afweerstoffen. Ook bij een dergelijk vaccin kan een entreactie optreden en kan het virus zich verspreiden in en tussen stallen en zo ongevaccineerde dieren infecteren. Immuuncomplex vaccins worden ingezet bij vaccinatie tegen onder andere Gumboro.
3. Vectorvaccin of recombinant vaccin
Een vectorvaccin bevat één virussoort, het dragervirus, waaraan een stukje DNA van één of meerdere andere verwekkers is toegevoegd. Het dragervirus is een onschuldig virus. Naast afweer tegen het dragervirus stimuleert het vaccin ook de aanmaak van afweerstoffen tegen de ziekteverwekkers waarvan de stukjes DNA zijn toegevoegd. Grote voordelen hiervan zijn dat er tegen meerdere ziektes bescherming ontstaat, waarbij er geen levende schadelijke virussen worden gebruikt, die zich in de kip vermeerderen en zo andere, ongevaccineerde dieren kunnen besmetten. Ook wordt de afweer van de kip minder belast. Dit is beter voor de gezondheid en de groei.
Bron: Impact of Newcastle Disease Vaccination Programs on Metabolic Parameters and Broiler Performance. Robert G. Teeter, K. Judd, C. Carroway, K. Harris, A. Beker J. Schrader, A. Malo and C. Broussard, Department of Animal Science, Oklahoma State University, Stillwater , OK, AAAP 2012.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: MSD Animal Health