Als u meedoet aan de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij (Lbv), loopt u wellicht aan tegen vragen over de omzetbelasting. Belangrijk is bijvoorbeeld of de bijdrage die u krijgt voor het stoppen en het afstaan van bepaalde productierechten belast is met omzetbelasting. Ook wilt u waarschijnlijk weten hoe het zit met de omzetbelasting over de kosten van het slopen en de vergoeding daarvoor.
In dit artikel zet ABAB de gevolgen voor de omzetbelasting nog eens op een rij.
Vergoeding voor het stoppen en afstaan van rechten
Als u geld van de overheid krijgt als subsidie of steun, moet u beoordelen of dit een vergoeding is voor uw bedrijfsactiviteiten. Als dat het geval is, moet u normaal gesproken omzetbelasting betalen over het ontvangen bedrag.
Het Europese Hof van Justitie heeft echter eerder besloten dat omzetbelasting alleen verschuldigd is als er sprake is van verbruik door de ontvanger. In dit geval, waarin de overheid probeert de stikstofuitstoot te verminderen, is er volgens de regels geen verbruik door de overheid. De vermindering van de stikstofuitstoot vindt immers plaats in het algemeen belang. Daarom wordt in de regeling gezegd dat u geen omzetbelasting hoeft te betalen over de subsidie. Let op, dit geldt niet automatisch voor andere vergoedingen in vergelijkbare regelingen. Elke regeling moet apart worden beoordeeld.
Vergoeding voor sloopkosten en uitgaven
De vergoeding voor sloopkosten bij de Lbv-plus is in principe belast met omzetbelasting. U verricht namelijk een dienst voor de overheid door gebouwen te (laten) slopen. Aan de andere kant kunt u de voorbelasting aftrekken, omdat deze kosten verband houden met belaste handelingen bij het stoppen van uw bedrijf. Hierbij is het belangrijk dat u zichzelf niet te vroeg afmeldt als ondernemer voor de omzetbelasting, zodat uw bedrijf belastingplichtig blijft totdat alle handelingen zijn afgerond.
Herzieningsregeling
Als u bedrijfsgebouwen verkoopt die nog geen negen jaar in gebruik zijn, valt dit onder de herzieningsregeling. Sloop op zichzelf leidt niet tot herziening van eerder genoten aftrek. Herziening van aftrek kan plaatsvinden bij verkoop, overdracht naar privé, of bij gebruik voor andere activiteiten. Onder de gegeven omstandigheden lijkt het redelijk te stellen dat de herzieningsregeling niet van toepassing is bij sloop.
Ook voor de ondergrond geldt de herzieningsregeling meestal niet, omdat deze daarna wordt gebruikt voor andere activiteiten. Omdat in de meeste gevallen de grond wordt gebruikt voor belaste activiteiten zal de herzieningsregeling dan niet leiden tot herziening van eerder afgetrokken voorbelasting.
Conclusie Lbv-regeling en omzetbelasting
De bijdrage voor het stoppen en afstaan van rechten blijft vrijgesteld van omzetbelasting. Voor sloopkosten en de herzieningsregeling moet per geval worden beoordeeld hoe deze worden behandeld in het kader van de omzetbelasting.