In een vorig project tussen Aeres Hogeschool Dronten en de Kilacha Agriculture and Livestock Training Centre (KALTC) werd twee pluimveestallen gebouwd in Tanzania. Eén voor training van trainers en één voor ontwikkeling van het leerplan van de school (Kukua na Kuku). Tijdens dat project heeft de Tanzaniaanse school aangegeven behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van didactiek en de implementatie van activerende onderwijsmethoden. Didactiek is de manier waarop lesgegeven wordt.
In Tanzania wordt vaak op een traditionele manier en theorie-gericht lesgegeven. Er wordt dan door de docent veel gepraat, maar er is weinig interactie met de studenten. Het is een probleem dat studenten zich in de lessen vervelen waardoor ze in slaap vallen of het telefoongebruik toeneemt. Door de lessen actiever te maken krijgen de leraren meer aandacht voor de studenten. Daardoor krijgen de studenten ook meer aandacht voor de les. Bij Aeres is er veel ervaring met praktijkinhoud en het activeren van studenten via een interactievere vorm van lesgeven. Denk hierbij aan opdrachten tijdens de les. Er wordt tijdens de lessen ook aandacht besteed aan de praktijk, waardoor leerlingen beter kunnen aansluiten tot de arbeidsmarkt. Vorig jaar zijn Jolanda Stolk en Elvy Steenhuisen naar Tanzania gereisd om onderwijs te geven over deze activerende manier van lesgeven. Om verder aan deze vraag te voldoen, reisden Elvy Steenhuisen, Noa van Leuffen en Rhodee Kroese van Aeres Hogeschool Dronten eerder dit jaar naar Tanzania om de docenten te coachen in hun didactische vaardigheden.
Professionalisering en zelfpromotie
Bij hun aankomst in Tanzania werden de drie hartelijk verwelkomd en begonnen ze de eerste dag met het geven van twee lessen over professionalisering. Aangezien afgestudeerde landbouwstudenten moeite hebben met het vinden van werk, lag de nadruk op zelfpromotie en het opstellen van een CV. Om de lessen boeiender te maken, werden verschillende opdrachten gebruikt om de studenten actief te betrekken en aan het denken te zetten. Een van deze opdrachten betrof het kiezen van een ‘maatje’ waarbij de studenten zichzelf aan elkaar moesten presenteren. Aangezien de studenten vaak verlegen zijn, resulteerde dit in zowel grappige als leerzame momenten. Over deze les zei student Irene:
“Op deze manier heb ik nog nooit les gehad, ik wil dit vaker!”
Vervolgens richtte de training zich daarom voornamelijk op de leraren, met de vraag ‘Hoe kunnen zij tijdens de les de leerlingen actief betrekken en alert houden?’. Elvy, Noa en Rhodee begeleidden de leraren bij hun lesvoorbereidingen, woonden de lessen bij en gaven feedback tijdens evaluaties. Het was duidelijk dat de docenten de eerder opgedane kennis over didactiek en activerende werkvormen van het voorgaande bezoek goed in de praktijk brachten. Zo waren er prachtige werkbladen gemaakt ter ondersteuning van practica. Daarbij waren er docenten die kennis uit de voorgaande les ophaalden door studenten een beurt te geven door hen een bal te laten overgooien. Elke student die de bal ving, mocht kort iets zeggen over de vorige les en gooide de bal vervolgens naar een andere student.
Onderwijs van koe tot kip
Eén van de lessen die werd bezocht vond plaats op het productiebedrijf dicht bij de school. Hier leerde de docenten de studenten hoe zij het beste koeien konden fixeren voor als de dierenarts handelingen moest verrichten. Tijdens de les leerden de studenten eerst hoe ze een halster om moesten doen. Daarna had elke groep een andere techniek om de kalveren te fixeren en ging daarmee aan de slag. De ‘Burley casting’ en de ‘cross restrain’ methoden werden bijvoorbeeld gedemonstreerd. Als tip werd meegegeven dat het welzijn van de koeien nog meer verbeterd kan worden tijdens de practica. Dit door de studenten bijvoorbeeld beter te begeleiden tijdens het hanteren en vasthouden van de koeien. Dierenwelzijn werd normaal gesproken pas in jaar drie behandeld, maar de docent zag het nut er wel van in om daar nu, in het eerste jaar, al wat over mee te geven. Door samen te werken met de leraren en deelnemers, werden niet alleen onderwijsinzichten gedeeld, maar ook culturele ervaringen. Dit versterkte de banden en bevorderde het leerproces.
Verdieping in lokale realiteit
Tijdens de reis werd ook een bezoek aan de broederij van Kilacha gebracht zodat Elvy, Noa en Rhodee zich beter konden verdiepen in de lokale realiteit. Hoewel deze broederij bekend is in de omgeving, verschilt deze aanzienlijk van broederijen in Nederland. De machines waren eenvoudiger dan in Nederland, maar dit bood wel de mogelijkheid om de werking ervan goed te begrijpen. Op de bijgevoegde foto is bijvoorbeeld het mechanisme te zien waarmee eieren worden gedraaid in de broedmachine.
Bovendien was er een ‘cool room’ in de broederij waarin bevruchte eieren tot een week werden bewaard. Ondanks het succes van de broederij staat deze bekend om een groot probleem: de dozen met de opdruk van Kilacha werden gebruikt voor andere doeleinden. De dozen werden gevuld met kuikens van mindere kwaliteit van een andere broederij en verkocht onder de naam van Kilacha. Het is mogelijk dat het creëren van bewustwording onder de lokale bevolking over dit probleem kan bijdragen aan de oplossing hiervan. Door tijdsbeperkingen kon hier echter niet uitgebreid bij worden stilgestaan.
Daarna zijn ook andere onderdelen van de productieboerderij bezocht. Kilacha beschikt onder andere over ouderdieren, vleeskuikens en leghennen. De ouderdieren en leghennen op een ander deel van het bedrijf zagen er gezond uit en hadden minimale uitval. Eieren werden elke dag nog handmatig verzameld. Dit was een mooi proces om te zien met aantallen van ±2.500 kippen per stal.
Oefenen met de praktijk
De docententraining werd hervat met praktische oefeningen, waarbij docenten situaties in de klas oefenden. Er werd bijvoorbeeld een oefening gehouden waarin verschillende docenten hun leerlingen mochten naspelen en één docent mocht lesgeven. Het was een goede manier om met elkaar te trainen hoe je het beste kunt inspelen op moeilijke situaties in de klas. Daarnaast konden de docenten tijdens de oefening op een informele manier ervaringen met elkaar delen. Ook hebben de docenten geleerd om elkaar te beoordelen. Dit zorgde ervoor dat ze anderen goed kunnen evalueren maar ook op hun eigen lessen kunnen reflecteren. Het leerproces van de docenten moet namelijk na de training worden voortgezet. Om dit te verzekeren zijn er ook na de didactische cursus interne intervisie bijeenkomsten georganiseerd. Als laatste bijeenkomst was er een bijeenkomst gehouden waarin verschillende didactische werkvormen naar voren kwamen. Hierin kwam er naar voren hoe je actieve werkvormen kan toepassen en dit bracht de leraren op nieuwe ideeën.
Op weg naar een duurzame toekomst
Ter afsluiting werd een evaluatiesessie gehouden om feedback te verzamelen en certificaten aan de deelnemers te verstrekken. Feedback die cursisten gaven was onder andere:
Deelnemer I: Ik heb geleerd hoe ik timemanagement tijdens mijn lessen kan verbeteren zodat ik mijn lessen binnen de gegeven tijd af heb.
Deelnemer II: Ik heb geleerd waar mijn uitleg aan moet voldoen zodat er van studenten duidelijk is wat er van ze wordt verwacht tijdens een opdracht.
Deze missie weerspiegelt de toewijding van Aeres Hogeschool Dronten aan het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken. Het programma was onderdeel van het Orange Knowledge Programme. Dit is een Nederlands wereldwijd ontwikkelingsprogramma wat gefinancierd wordt door het Ministerie van Buitenlandse zaken en beheerd door Nuffic. Het doel van het programma: (ontwikkelings)landen helpen door gelijkwaardige kennisuitwisseling en tegelijkertijd leren van deze landen op gebieden zoals agricultuur, sluit mooi aan bij de doelen van Aeres. Na een succesvol project in Tanzania, hoopt Aeres zich te kunnen blijven inzetten voor duurzame educatieve ontwikkeling in het buitenland.
Tekst en beeld: Noa van Leuffen en Rhodee Kroese