Recent verscheen een wetenschappelijk artikel in het Journal of the ASABE, dat volgens productmanager Victor van Wagenberg van Vencomatic Group voor een doorbraak kan zorgen in de huidige stikstofcrisis. Het onderzoek bevestigt dat de ammoniakuitstoot uit stallen tijdens reguliere bedrijfsvoering nauwkeurig kan worden gemeten. De onderzochte luchtreinigingstechniek, die nog geen officiële erkenning heeft, reduceerde de emissie met meer dan 85 procent. “Dit biedt nieuwe perspectieven voor een oplossing van de stikstofcrisis”, stelt Van Wagenberg.
De stikstofcrisis heeft al meer dan vijf jaar verstrekkende gevolgen voor Nederland. Activiteiten zoals woningbouw, bedrijfsontwikkeling en evenementen worden beperkt vanwege de stikstofdepositie op natuurgebieden. De veehouderij wordt verantwoordelijk gehouden voor zo’n vijftig procent van de stikstofemissie in Nederland. Stallen nemen daarbij een aanzienlijk deel voor hun rekening.
Vencomatic onderzocht in samenwerking met Wageningen University & Research de werking van een nieuw luchtreinigingssysteem. Sensoren die ammoniak meten zijn onderdeel van het systeem. Dergelijke staltechnieken zijn nu in Nederland nog niet vergunbaar. Om een dergelijke RAV-erkenning voor elkaar te krijgen, is normaal gesproken een langdurig en duur traject benodigd.
Volgens Van Wagenberg wijst het onderzoek uit dat de stikstofemissie uit stallen is te meten en te borgen via controlemetingen. Bij het onderzoek werd gedurende vier periodes van vier weken, verdeeld over het jaar, de ammoniakemissie uit een pluimveestal voor en na het nieuwe luchtreinigingssysteem gemeten.
Hierbij werden drie verschillende methoden gebruikt:
- Methode A: ammoniakemissie werd gemeten met behulp van ammoniaksensoren.
- Methode B: de hoeveelheid afgevangen ammoniak werd vergeleken met het verwachte gebruik van zuur dat de ammoniak bindt.
- Methode C: de toename van de hoeveelheid ammoniak in het waswater werd gemeten.
Resultaten
Uit het onderzoek bleek dat zowel het zuurverbruik (methode B) als de toename van ammoniak in het waswater (methode C) in lijn waren met de metingen van de ammoniaksensoren (methode A). Dit betekent dat de verschillende meetmethoden consistent waren en elkaar bevestigden.
Voorbeeld: in één meetperiode kwam er ongeveer 710 kilogram ammoniak vrij in de stal. Hiervan werd volgens methode A 617 kilogram afgevangen door het luchtreinigingssysteem. Methode C toonde aan dat bijna dezelfde hoeveelheid, namelijk 610 kilogram, in het waswater terechtkwam. De resterende emissie was dus tussen de 93 en 100 kilogram.
Gevoeligheidsanalyse
Er werd ook een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd om te bepalen hoe nauwkeurig de metingen waren, zelfs als er afwijkingen in de sensoren zouden optreden. Deze analyse toonde aan dat de geschatte restemissie in dat geval iets zou variëren tussen de 88 en 109 kilogram.
Conclusie
De luchtreinigingstechniek reduceerde de ammoniakemissie met 85 tot 88 procent ten opzichte van de oorspronkelijke 710 kilogram. Dit resultaat werd bevestigd door de verschillende meetmethoden. Met behulp van relatief goedkope sensoren, die deel uitmaken van de luchtreinigingstechniek, kon de effectiviteit van de techniek betrouwbaar worden gecontroleerd.
Dit onderzoek toont aan dat de luchtreinigingstechniek zeer effectief is in het reduceren van ammoniakemissie uit stallen en biedt daarmee een veelbelovende oplossing voor de stikstofcrisis.
Hoe verder?
Om snel stappen te zetten en daadwerkelijk de stikstofcrisis op te lossen, zijn volgens Van Wagenberg enkele zaken essentieel:
- Heldere kaders vanuit de overheid: de nationale overheid moet duidelijke richtlijnen opstellen die beschrijven dat innovatieve technieken, mits gemeten volgens de wetenschappelijk vastgestelde methoden, toegepast mogen worden. Dit voorkomt dat lagere overheden, die de vergunningen verlenen, zelf het wiel opnieuw moeten uitvinden.
- Acceptatie van meetonzekerheid: het is belangrijk te erkennen dat honderd procent zekerheid niet bestaat. Bij vrijwel alle beleidsdossiers worden afwegingen gemaakt en op basis daarvan regels vastgesteld. Ook bij stalemissie zal, zelfs bij continue metingen, een bepaalde mate van onnauwkeurigheid bestaan. Bijvoorbeeld, als de gerapporteerde emissie in een periode tussen de 93 en honderd kilogram ligt, moet de vergunning ruimte bieden voor een kleine overschrijding, bijvoorbeeld vijf procent of tien procent.
Nu wetenschappelijk is vastgesteld dat het technisch mogelijk is om emissiereductie te borgen, ligt de bal Volgens Van Wagenberg bij de overheid. “Argumenten tegen zoals juridische haalbaarheid of houdbaarheid tellen niet langer mee – deze kunnen opgelost worden via wet- en regelgeving. Het is nu een kwestie van kiezen: grijpt de overheid deze kans om de stikstofcrisis op te lossen of blijft ze in de crisis hangen?”
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Gert van Santen