De vooruitzichten voor de vleeskuikensector blijven positief. Dat komt onder andere door een sterke vraag, een gunstige prijspositie van kip en de aanscherping van duurzaamheidsdoelen van afnemers. Export neemt toe, ook buiten Europa, wat de prijs van donkervlees ondersteunt. Daarnaast daalt de concurrentie van Oekraïense kip door de afname van het quotum. De groei van duurzame concepten zet door. In Nederland leidt de omschakeling tot een lagere productie. Voerkosten kunnen mogelijk stijgen door EU-ontbossingsregels vanaf 2025. Hoe het precies zit, vertellen we je in deze update.
Gunstig marktbeeld, voerwinsten ruim boven langetermijngemiddelde
In de eerste helft van 2024 zijn de marktomstandigheden voor kip verbeterd vergeleken met de laatste helft van 2023. Vooral in het tweede kwartaal zijn de prijzen voor kip gestegen (zie figuur 1), terwijl de voerprijzen iets zijn gedaald.
Figuur 1: Vleeskuikenprijs
De sterke vraag naar kip in Europa is de voornaamste oorzaak van het goede marktbeeld. De huidige aantrekkelijke prijs van kip en het toegenomen besteedbaar inkomen van consumenten ondersteunen dit. Ook is de concurrentie van geïmporteerde kip, met name uit Oekraïne, momenteel minder dan vorig jaar.
In het geval van Nederland speelt ook mee dat het aanbod van Nederlandse en Duitse kip krapper wordt. Hierdoor ontwikkelen de prijzen voor vleeskuikens zich extra positief.
Deze gunstige prijsontwikkeling heeft ook een positieve invloed op de voerwinstmarges van pluimveehouders. Die ligt nu hoog en ver boven het langetermijngemiddelde.
Daling Nederlandse kipproductie, sterke groei in de rest van Europa
De Nederlandse kipproductie is in het eerste kwartaal met 4,5% gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2023 (zie figuur 2). Nederland is daarmee de enige pluimveesector in Europa die in het eerste kwartaal krimpt. De totale Europese productie van kip groeit in het eerste kwartaal met 5%, vooral door versnelde groei in Centraal en Oost-Europa (Polen +7%), Hongarije +10%). De productie in Frankrijk herstelt zich na enkele jaren te maken hebben gehad met forse vogelgriep (15% groei ten opzichte van het eerste kwartaal vorig jaar). Ook de groei in Spanje blijft door zetten (+6%). De voor Nederland belangrijke afzetmarkten Duitsland (+3%) en het Verenigd Koninkrijk (+5%) laten over de eerste vier maanden van dit jaar sterke groei zien ten opzichte van vorig jaar.
Figuur 2: Nettoproductie van kip in Nederland
Een belangrijke reden voor de groei van kipproductie in Europa is de toenemende vraag in Europa. De daling in Nederland komt bijna volledig door de omschakeling naar Beter Leven (1*)-kip. Dit zorgt ervoor dat het aanbod van kip in Nederland steeds kleiner wordt, vooral in het reguliere marktsegment. Dat er dit jaar relatief weinig uitbraken van vogelgriep zijn in de Europese vleeskuikensector draagt ook bij aan de groei.
De verwachting is dat de groei van vleeskuikenproductie in Europa dit jaar zal doorzetten, maar wel zal afvlakken ten opzichte van de hoge groei over het eerste kwartaal. Die werd ook beïnvloed door de relatief lage productie in het eerste kwartaal vorig jaar door de vogelgriepsituatie op dat moment. Een groei van 2 tot 3% ligt meer in de lijn van verwachting voor dit jaar. De productie van Nederlandse kip zal nog wat verder dalen door verdere omschakeling naar concepten.
Zodra het winterseizoen aanbreekt zullen de risico’s op vogelgriep opnieuw toenemen. Dat kan voor volatiliteit (een bewegende koers) in de Europese markten zorgen. We verwachten dat meer Europese landen vaccinaties gaan inzetten om vogelgriep te bestrijden. Afgelopen winterseizoen zette Frankrijk deze maatregel voor het eerst in, en met succes.
In het komend half jaar zullen er steeds meer keuzes moeten maken over de vele ECC-afspraken die gemaakt zijn door Europese afnemers van kip bij supermarkten, horeca en in voedselwerking voor 2026. Om in 2026 voldoende ECC-kippen te hebben, zal de pluimveeketen van langzaam groeiende kippen moeten worden opgeschaald. Dit zal vooral gebeuren wanneer er ook volume- en prijsafspraken worden gemaakt door afnemers. Rabobank verwacht dat de omschakeling grote gevolgen kan hebben op het Europese aanbod van kip. Het aandeel van concepten kan hier uiteindelijk door verdubbelen tot 15% tot 20%.
Sterke vraag naar kip door gunstige prijspositie
De vraag naar kip in Europa is momenteel sterk. Ook is de prijs van kip zeer concurrerend in vergelijking met varkensvlees en rundvlees. Lagere voerprijzen dragen bij aan meer betaalbare kipprijzen voor de consument. Tegelijkertijd is het besteedbaar inkomen van Europese consumenten dit jaar gestegen door looncorrecties van de inflatie van vorig jaar. Varkensvlees en rundvlees zijn minder in prijs gedaald door het beperkte aanbod.
Figuur 3: Huishoudelijke aankopen van kip in Duitsland
De vraag naar kip is zowel bij supermarkten als in de horeca relatief hoog en beweegt zich richting het niveau van tijdens de COVID-19-pandemie. Toen waren veel horecagelegenheden gesloten en piekten de supermarktverkopen (zie het Duitse voorbeeld in figuur 3). In het eerste kwartaal van 2024 was de verkoop van kip in Duitse supermarkten 13% hoger dan het lage niveau in het eerste kwartaal van vorig jaar.
De vraag wordt deels gedreven door toenemende duurzaamheidsambities van retail, fastfoodrestaurants en verwerkers. Die promoten kip steeds vaker door de lage CO2-footprint en proberen daarmee de consument te verleiden om kip te kiezen in plaats van producten met een hogere footprint zoals rundvlees of varkensvlees.
We verwachten dat de vraag naar kip ook in de tweede helft van dit jaar relatief sterk zal blijven en dat deze over het hele jaar met ongeveer 2 tot 3% zal groeien. De vraag naar duurdere producten en concepten zal verder herstellen dankzij het verbeterde inkomen van Europese consumenten.
Dalende export door dalende Nederlands aanbod
De dalende Nederlandse productie van kip blijft invloed hebben op de Nederlandse exportpositie (zie figuur 4).
Figuur 4: Export van kip vanuit Nederland totaal en naar land van bestemming
Zoals figuur 4 laat zien is de totale uitvoer van Nederlandse kip in het eerste kwartaal met 7% gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. Deze daling begon al in het derde kwartaal van 2023 en is sinds dat moment relatief stabiel. De meeste exportbestemmingen, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, laten een daling van ongeveer 5 tot 7% zien. De grootste daling (-16%) was in Frankrijk. Dat kwam vooral door het sterke herstel in de productie dit jaar.
De export van kip naar landen buiten de EU neemt weer toe doordat steeds meer beperkingen door vogelgriep worden opgeheven. Nederland en veel andere Europese landen zijn vrij van vogelgriep verklaard. Dit leidt tot meer export naar niet-EU-landen en betere prijzen voor donker vleesproducten. Zoals pootvlees en kippenvoeten.
Voor de tweede helft van 2024 verwachten we dat de vraag naar Nederlandse kip gelijk blijft, maar dat het aanbod minder wordt. Nederland zal zich blijven richten op handel in Noordwest-Europa. Polen en Hongarije zullen een grotere rol als exporteurs in Europa krijgen door hun groeiende productie en concurrerende prijzen.
Daling import uit Oekraïne en Polen haalt druk uit reguliere segment
De aanhoudende daling van Nederlandse kipproductie leidt tot toenemende import om het aanbod zoveel mogelijk in stand te houden (zie figuur 5).
Figuur 5: Import van kip, totaal en naar land van herkomst
Deze trend zet niet door in het eerste kwartaal van 2024. De import van kip is over deze periode gedaald met 3% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, ook al was het importvolume stabiel in de belangrijkste importmarkt Duitsland (68,000 ton) en herstellende importen uit het Verenigd Koninkrijk. De daling is grotendeels veroorzaakt door een aanzienlijk lager aanbod uit Polen (-11%) en Oekraïne (-14%).
Door de relatief hoge prijzen in Europa zijn de Europese importen met 10% gestegen tot 220.000 ton in het eerste kwartaal. Deze groei komt vooral door een herstel van de import uit het VK. De groei van importen uit belangrijke markten zoals Brazilië en Thailand is beperkt gebleven tot minder dan 5%.
De belangrijkste ontwikkeling in de importmarkt is de daling van kip uit Oekraïne. Dit komt door een beschermingsclausule die werd afgesproken na de grote stijging van Oekraïense landbouwproducten sinds het begin van de oorlog. Dit leidde in het eerste kwartaal tot een daling van 10% in kipexport naar Europa en pas nog tot de introductie van een quotum voor Oekraïne van 140.000 ton. Dat is ongeveer 20% minder dan het importniveau van 2023.
De verwachting is dat import van kip in Nederland nog verder zal stijgen. Dit komt voor een deel doordat de belangrijkste importeurs in Nederland gevestigd zijn en kip van buiten Europa importeren voor de Europese markt. Maar ook door het steeds krappere Nederlandse aanbod. Duitsland zal wel de belangrijkste exporteur blijven, maar het belang van Polen zal verder toenemen.
Voerprijs: bodem van periode van daling bereikt
De periode van aanhoudende daling in voerprijs van de afgelopen twee jaar (zie figuur 6) is nu gestopt. We verwachten dat er weinig ruimte is voor verdere daling en dat de voerprijs stabiel blijft of zelfs licht zal stijgen.
Figuur 6: Ontwikkeling van voerprijs en prijzen voeringrediënten in Nederland, 2019-2023
We verwachten relatief lichte stijgingen in prijzen voor maïs, en vooral voor tarwe. Terwijl de sojabonen- en sojaschroot licht zal blijven dalen. Prijzen van tarwe op agrarische termijnmarkten stijgen door het droge weer in de Zwarte Zee, wat het opbrengstpotentieel voor ‘s werelds goedkoopste leveranciers beperkt. Ondertussen zijn er ook productieproblemen voor maïs in Argentinië, Oekraïne en de Verenigde Staten. Dat komt door areaalverminderingen. Het jaar 2024 wordt naar verwachting een topjaar voor de sojabonenproductie met wereldwijd groeiende sojavoorraden voor het aankomend oogstjaar.
In de tweede helft van het jaar zal er meer duidelijkheid komen over de invoering van de EU-ontbossingsregelgeving voor soja en rundvlees. Vanaf 31 december 2024 moet alle soja en rundvlees gecertificeerd en gegarandeerd ontbossingsvrij zijn. Op dit moment zijn veel ketens nog niet klaar voor deze praktische implementatie, vooral in importlanden zoals Brazilië en de VS. Als het tijdschema van nu blijft en er geen grote stappen worden gezet in de implementatie, kan dit vanaf begin 2025 een grote impact hebben op het aanbod van soja en rundvlees, en daarmee op de prijzen van rundvlees en veevoer.
Bron: Rabobank