Het kweken van insecten op reststromen uit de voedselindustrie kan een belangrijke rol spelen bij het verduurzamen van de voerproductie in de pluimveesector. Dat is de belangrijkste conclusie van het project InsectFeed, dat werd geleid door Wageningen University & Research. De kweek blijkt veilig, productief en verantwoord. Ook verbetert het welzijn van kippen als er insecten op het menu staan. Om de potentie te kunnen benutten, is verder onderzoek nodig naar de economische haalbaarheid en ethische aspecten.
Het overgrote deel van de landbouwgrond wereldwijd wordt gebruikt voor het verbouwen van veevoer. Vooral soja is een belangrijke eiwitbron in veevoer, vertelt Marcel Dicke, hoogleraar Entomologie. “Soja importeren we vooral uit Zuid-Amerika. Dit zorgt voor een grote klimaatvoetafdruk.” Dat kan én moet anders, vindt Dicke. Daarom pleit hij voor het gebruik van insecten als veevoer.
“Als we de kweek van insecten op een goede manier weten te ontwikkelen, kunnen we de landbouw minder afhankelijk maken van voer uit het buitenland. Voor de kweek van insecten is een stuk minder ruimte nodig dan voor gewassen. Die kweek zou prima in Nederland kunnen op binnenlandse reststromen. Bovendien bevatten insecten veel hoogwaardige eiwitten, waardoor je met minder voer dezelfde output in vlees krijgt.”
Insecten als voer verboden
Het gebruik van insecten als veevoer was lange tijd niet toegestaan in Europa. Na de BSE-crisis eind vorige eeuw – die ontstond doordat koeien besmet werden na het eten van dierlijke eiwitten – is in EU-wetgeving vastgelegd dat landbouwhuisdieren niet meer gevoed mogen worden met dierlijke producten.
Dicke: “Hieronder vielen ook insecten, terwijl kippen en varkens deze als alleseters van nature op het menu hebben staan. Pas nadat studies aantoonden dat het eten van insecten geen voedselveiligheidsrisico’s en bovendien belangrijke duurzaamheidsvoordelen met zich meebrengt, is de wetgeving aangepast. Het gebruik van insecten als veevoer is dus een relatief nieuwe landbouwactiviteit waar nog veel kennis over moet worden vergaard.”
Kippen voeden met insecten
Die kennisvergaring vond onder meer plaats in het project InsectFeed, door een consortium bestaande uit WUR, Rijksuniversiteit Groningen, HAS Den Bosch, de NVWA, het ministerie van LNV, Rabobank, ZLTO, de Dierenbescherming, GD Diergezondheid en insectenkwekers Protix en Amusca.
Dicke: “De focus van het project lag op het gebruik van insecten als voedsel voor kippen. Van alle soorten vleesproductie is kippenvlees het minst belastend voor het milieu. Door kippen te voeden met insecten kan deze productie nog duurzamer. Maar voordat we dat massaal gaan doen, moeten we wel eerst weten of dat ook op een gezonde, veilige, diervriendelijke – zowel voor de kippen als insecten – en economisch haalbare manier kan. Dat hebben we uitgezocht in InsectFeed.”
Kweken van vliegenlarven
Als insectenvoer is in het project gekeken naar de larven van de huisvlieg en zwarte soldaatvlieg. Deze soorten worden volgens Dicke wereldwijd al gebruikt als diervoeding. “Wij wilden weten hoe we deze larven zodanig konden kweken dat ze een goed leven hebben. Dit kun je afleiden aan bijvoorbeeld hun ontwikkeling, gezondheid en natuurlijk gedrag. Dit hebben we gedetailleerd onderzocht. We wisten al dat larven graag naar elkaar toe kruipen en dat gebeurde ook. Door zich dicht bij elkaar te bevinden, stijgt de temperatuur. Hierdoor groeien de larven sneller en zijn ze beter beschermd tegen ziektes. Als het te warm wordt, verspreiden ze zich weer.”
Reststroom als substraat
De vliegenlarven werden gekweekt op reststromen uit de voedingsindustrie. Dicke: “Denk aan resten uit de productie van patat, fruitsappen en bier. Sommige reststromen worden al gebruikt als veevoer, maar dat is niet altijd toegestaan. Bijvoorbeeld wanneer er schimmels in voorkomen. Die bevatten namelijk toxines (gifstoffen). Maar zo’n reststroom met schimmels kan mogelijk wel worden ingezet voor het kweken van insecten. In het project hebben we gekeken of dat veilig en efficiënt kan. Dat bleek zo te zijn. Vliegenlarven groeiden even hard als op een ‘schoon’ substraat, werden niet ziek en hoopten geen toxines op. Sterker nog: larven zorgden zelfs voor afbraak van gifstoffen. Zulke inzichten zijn van belang voor het toelaten van reststromen met schimmels.”
Economische haalbaarheid
Een ander aandachtspunt binnen het project was de economische haalbaarheid. Is het voor de landbouwsector rendabel om insecten te kweken voor veevoer? Nu nog niet, concluderen de onderzoekers. Maar dat kan snel veranderen, zegt Dicke. “De teelt van insecten is nog een jonge industrie. De kostprijs is nu nog hoger dan van soja, maar technologische innovaties en schaalvergroting kunnen de kostprijs verlagen. Ook op andere manieren kun je de prijs interessanter maken, zoals door het verhogen van de belasting op soja of door EU-subsidies op gebruik van een circulaire eiwitbron. Daarnaast levert de kweek van insecten nevenproducten op. Het substraat kun je na gebruik bijvoorbeeld weer inzetten voor duurzame, organische bemesting van gewassen.”
Ethische vraagstukken
Volgens Dicke is de economische haalbaarheid een van de aspecten die verder zal moeten worden onderzocht. Datzelfde geldt voor de ethische kant. Dicke: “We weten dat larven op substraten van reststromen natuurlijk gedrag blijven vertonen, maar er zijn meer ethische kwesties. Welk leven is bijvoorbeeld meer waard, dat van een insect of een kip? In het onderzoek zagen we dat kippen zich natuurlijker gingen gedragen als ze levende insecten aten en enthousiast reageerden op het voeren met de insecten. Zoiets kun je laten meewegen in de morele aanvaardbaarheid van het gebruik van insecten als diervoeding. Met dit soort ethische dilemma’s zijn we niet eerder geconfronteerd.”
Belang van wetenschappelijke inzichten
Dicke noemt de resultaten van het onderzoeksproject veelbelovend. Volgens de hoogleraar spelen wetenschappelijke inzichten een cruciale rol bij verduurzaming van de vleesproductie. “Deze kennis is nodig voor gedegen politieke besluitvorming. Kijk maar naar het toestaan van insecten als voeding. Ik ben blij dat er op dat vlak steeds meer ruimte komt. Natuurlijk is er nog veel meer onderzoek nodig om dit verder te kunnen ontwikkelen. En uiteindelijk ben je ook afhankelijk van de agrarische sector. Daarom is ZLTO een belangrijke partner bij onderzoek hiernaar. Maar als we kunnen laten zien dat het gebruik van insecten als voer zowel diervriendelijk, duurzaam als economisch interessant is, zie ik uitstekende perspectieven.”
Publieksevenement op 28 september
Op 28 september organiseert het InsectFeed-consortium in Theater Junushoff in Wageningen een publieksevenement. Het doel hiervan is laten zien dat insecten een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de voedselproductie. In het theater kunnen bezoekers kennismaken met de vele mogelijkheden van insecten als voedsel, zowel voor dierlijke als menselijke consumptie. In een kookshow gaat een chef-kok maaltijden met insecten bereiden. Verder zijn er een quiz, speurtocht en knutseltafel en beantwoorden wetenschappers alle vragen over het eten van insecten. Het evenement is gratis te bezoeken en voor iedereen toegankelijk.
Bron: WUR