Tijdens de partnerdagen van Elanco dit najaar presenteerde professor Richard Ducatelle van de Universiteit Gent zijn visie op de samenhang tussen darmgezondheid, dierwelzijn en milieu binnen de vleeskuikenhouderij. Efficiënt produceren is volgens de professor essentieel bij een groeiende vraag naar vleesproducten. Een goede darmgezondheid is belangrijk om dit op een duurzame manier te doen.
Vlees blijft belangrijk voedingsmiddel
Allereerst onderstreept Ducatelle de rol van vlees in het voedingspatroon van de mens. Volgens hem is vlees een onmisbaar product voor een omnivoor als de mens. De spijsvertering van de mens is hierop toegespitst. “Vergelijk een mens eens met een schaap. Qua gewicht zijn ze vergelijkbaar. Maar qua verteringsstelsel zijn de verschillen enorm. Kijk maar naar het gebit. Of de lengte van de dunne darm. Die van een schaap is 25 meter lang. Die is gespecialiseerd in de vertering van plantaardige vezels. De dunne darm van een mens is maar zeven meter. Vegetariërs kopen duren voedingssupplementen om tekorten in het lichaam aan te vullen. Voor veel mensen in landen als Nederland en België is dat financieel haalbaar. Maar in veel andere landen niet.”
Stijgende vraag roept om efficiëntie
Hoewel de vleesconsumptie in landen zoals Nederland en België stagneert, groeit de vraag wereldwijd. “Gemiddeld eet de mens zo’n 41 kilogram vlees per jaar. Met acht miljard wereldbewoners is er jaarlijks zo’n 328 miljoen ton vlees nodig. Met slechts 0,2 hectare landbouwgrond per mens is efficiënte vleesproductie cruciaal”, aldus Ducatelle.
De pluimveesector heeft in de loop der jaren grote stappen gezet om de groeiende consumptie te kunnen bijbenen. Bijvoorbeeld met genetische selectie. Zo kan een kip tegenwoordig binnen 28 dagen groeien van een kuiken van 45 gram tot een kip van 1,5 kilogram. Tot enkele jaren geleden werd deze groei vaak gestimuleerd door kleine hoeveelheden antibiotica toe te voegen aan het voer, wat resulteerde in een betere groei van circa tien procent. “Niemand wist hoe dit precies werkte, maar het werkte wel. Toen we in de EU moesten stoppen met antibiotica als groeppromotor, dachten velen dat dit het einde zou zijn van de veehouderij in Europa. Maar het tegendeel blijkt waar. Nu gebruiken we antibiotica alleen nog curatief en ook dat gebruik wordt teruggeschroefd.”
Het belang van darmgezondheid
Een gezonde darm is essentieel voor de optimale opname van voedingsstoffen en draagt direct bij aan de groei en het welzijn van dieren. Problemen met de darmgezondheid kunnen leiden tot nat strooisel en voetzoollaesies bij kippen. Dit kan het gevolg zijn van een verstoord microbioom, de verzameling bacteriën in de darm die helpen bij de vertering van voedsel. Kippen nemen door hun omgeving continu bacteriën op via het pikken, waardoor hun microbioom constant aangevuld wordt.
“Naar schatting neemt een kuiken met elke gram voer één miljoen bacteriën op”, duidt de professor. “In de darmen is vocht aanwezig en is de temperatuur constant. Een ideale plek voor bacteriën om zich te vermenigvuldigen. Er komen daarom meer bacteriën uit de kip, dan dat erin gaan.” Een goed functionerend microbioom is belangrijk voor de opname van voedingsstoffen. In de blinde darm, waar zich de meeste bacteriën bevinden, worden de onverteerbare vezels uit het voer afgebroken. Hierbij ontstaan postbiotica zoals boterzuur (butyraat), dat ontstekingsremmend werkt en de stabiliteit van het darmslijmvlies bevordert.
De rol van bacteriën en vezels
Bacteriën spelen een cruciale rol bij de vertering van vezels. Het afbreken van deze vezels kost veel energie, maar enzymen zoals NSPase helpen hierbij en stimuleren de productie van boterzuur. Dit zuur heeft niet alleen een positief effect op de darmgezondheid, maar ook op de vorming van L-cellen, die de algehele ontwikkeling van de darm ondersteunen.
Toch kunnen bacteriën ook problemen veroorzaken, vooral als ze zich in grote aantallen in de dunne darm vestigen. Dit kan leiden tot concurrentie met de voedingsstoffen die door het dier opgenomen moeten worden. Bij mensen staat dit bekend als “small intestinal bacterial overgrowth”, maar ook bij pluimvee kan dit de opname van voedingsstoffen verstoren en leiden tot groeiverlies. “Dit is onderschatte problematiek”, zo stelt Ducatelle.
Gevolgen van slechte darmgezondheid
Wanneer de darmgezondheid verslechtert, bijvoorbeeld door coccidiose, kan het darmepitheel beschadigd raken. “Epitheelcellen zijn cellen in de darm waarin voedingsstoffen worden opgenomen. Voor elke voedingsstof is er een specifieke cel. Als zo’n cel kapot wordt gemaakt, krijg je lekkage van de darm, waardoor er ongewenste stoffen in de bloedbaan terechtkomen”, legt Ducatelle uit. Een andere bedreiging voor de darmgezondheid is de bacterie Clostridium perfringens, die altijd in de darm aanwezig is maar normaal gesproken geen ziekte veroorzaakt. Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld als één specifieke Clostridium perfringens-stam gaat domineren, kan deze bacterie toxines produceren die de darmwand aantasten. “Dit leidt tot een slechte opname van eiwitten, wat op zijn beurt zorgt voor een overgroei van schadelijke bacteriën zoals salmonella, met ernstige darmontsteking, natte mest en voetzoollaesies tot gevolg.”
Darmgezondheid en duurzaamheid
Een goede darmgezondheid draagt niet alleen bij aan het welzijn van de dieren, maar heeft ook een positieve invloed op het milieu. Efficiënte vertering zorgt voor minder verspilling van voedingsstoffen en een lagere uitstoot van schadelijke stoffen. Dit is essentieel in een tijd waarin de druk op landbouwgrond toeneemt en de milieu-impact van de veehouderij steeds belangrijker wordt.
Professor Ducatelle benadrukt dat de pluimveesector zich voortdurend moet blijven richten op innovaties om de darmgezondheid te verbeteren. Door te investeren in onderzoek naar bijvoorbeeld enzymen en bacteriële samenwerkingen in de darm, kan de sector niet alleen de gezondheid en het welzijn van dieren waarborgen, maar ook bijdragen aan een duurzamere voedselproductie.
Cruciale factor
De presentatie van professor Ducatelle maakte duidelijk dat darmgezondheid een cruciale factor is voor zowel dierwelzijn als milieuefficiëntie in de pluimveehouderij. Door de darmflora te optimaliseren en te investeren in innovatieve oplossingen, kan de sector blijven voldoen aan de groeiende vraag naar vlees, zonder daarbij concessies te doen aan het welzijn van de dieren of de milieubelasting.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Shutterstock en Elanco