Transport van 18 daagse broedeieren naar de onderzoeksfaciliteiten bij SFR.
De pluimveegroep bij Aeres Hogeschool in Dronten werkt nauw samen met het veevoedingsonderzoekinstituut “Schothorst Feed Research” (SFR) in Lelystad. Lector Laura Star werkt zowel bij SFR als bij Aeres Hogeschool en vervult via het onderzoek een spilfunctie tussen het pluimveeonderwijs en de pluimveepraktijk.
Praktijkonderzoek
In de praktijkonderzoeksmodule HPON maken de studenten kennis met alle aspecten rondom het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Steeds meer bedrijven vinden bij de Aeres Hogeschool aansluiting om gezamenlijk praktijkproeven uit te voeren. Bedrijven leren zo de studenten goed kennen, en de studenten leren veel in de praktijk. In dergelijke proeven bij SFR werken de studenten mee in de uitvoering en het verzamelen en verwerken van onderzoeksgegevens. In een recente proef is de relatie onderzocht tussen het verstrekken van vroege voeding in de broederij, transportduur van de kuikens naar de stal en de opvang van de kuikens in de stal. Studenten participeerden in dit onderzoek door het uitvoeren van waarnemingen bij het uitkomen van de kuikens, secties en gedrag tijdens de vleeskuikenfase.
In dit experiment werd samengewerkt met Optibrut. Reguliere vleeskuikens werden gebroed in de broederij, en de kuikens kwamen uit in Hatchcare kratten in de stal of in de broederij. Hiervoor werd een deel van de eieren na 18 dagen broeden naar de stal gebracht. De overige eieren kwamen uit in de broederij en werden als kuiken naar de stal gebracht. Een deel van de kuikens kreeg geen voer en water tijdens uitkomst en transport, een ander deel kreeg een standaard voer (en water) tot hun beschikking tijdens uitkomst en transport. Een derde deel van de kuikens kreeg een langzaam opneembaar voer. Het transport van broederij naar de stal duurde 2 uur (kort) of 10 uur (lang).
Waarnemingen tijdens het uitkomen van de eieren in de stal op Hatchcare kratten
Waarnemingen die zijn gedaan hadden betrekking op broeduitkomsten en uitkomstmoment, eischaaltemperatuur, kuikentemperatuur, groei, voeropname, voerconversie, uitval, gewicht, gait score, voetzoollaesies en slachtrendement. Hiervoor werd een deel van de kuikens individueel opgedeeld bij de Plukon. De kuikens die voer hebben opgenomen kregen een duidelijk hogere lichaamstemperatuur, zie onderstaande Figuur 1.
Lichaamstemperatuur van kuikens met en zonder vroege voeding op twee verschillende tijdstippen (492 en 512 uur na de start van het broedproces).
Conclusies
Belangrijkste conclusies waren dat wanneer kuikens in de broederij voer en water tot hun beschikking hadden en vervolgens lang op transport gingen, de uitval significant hoger is. De laagste uitval hadden de kuikens die in de stal uitkwamen, waarbij het niet uitmaakte of deze kuikens wel of geen voer en water tijdens uitkomst tot hun beschikking hadden. Slachtrendement was significant beter wanneer de kuikens vroege voeding kregen verstrekt, maar dit gunstige effect verdween wanneer transport lang duurde. In een vervolgproef gaan we verder uitzoeken hoe de kuikens, die vroege voeding krijgen, het best op transport kunnen.
Auteur en foto's: Sander Lourens