De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voert vanaf juni 2020 administratieve inspecties uit om te controleren of vleeskuikenhouders die een verbeterplan hebben moeten opstellen voor het verminderen van het aantal voetzoollaesies bij hun dieren deze plannen ook zo spoedig mogelijk hebben uitgevoerd. Voetzoollaesies zijn pijnlijke zweren onder de poten van pluimvee en zijn daardoor schadelijk voor het welzijn van vleeskuikens.
Voetzoollaesie
Als er bij vleeskuikens teveel van deze voetzoollaesies worden aangetroffen (een voetzoollaesiesscore van 80 punten of meer), dan moeten vleeskuikenhouders een verbeterplan insturen bij de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO.nl). In het plan moeten de bedrijven beschrijven welke maatregelen ze gaan nemen om de voetzoollaesiescore – en daarmee het welzijn van de vleeskuikens – te verbeteren.
Vleeskuikens
Bij de administratieve inspecties vraagt de NVWA vleeskuikenhouders die de afgelopen twee jaar of langer een verbeterplan hebben moeten insturen bewijsstukken op te sturen waaruit blijkt dat de in de verbeterplannen aangekondigde maatregelen ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Een houder moet bewijsstukken van de uitgevoerde maatregelen 5 jaar bewaren.
NVWA
De bewijsstukken worden door de NVWA beoordeeld, waarna een inspecteur contact op neemt met het bedrijf om de bevindingen te bespreken. De voetzoollaesiesscores van de voorgaande jaren en de scores tot nu toe in 2020 worden doorgenomen waarna er samen met de houder wordt besproken hoe de houder er voor gaat zorgen dat de gemiddelde score van 2020 wel onder de 80 punten uit gaat komen.
Alle vleeskuikenhouders die voor het onderzoek van de NVWA bewijsstukken moeten insturen ontvangen daarover binnen enkele weken een brief van de NVWA.
Informatie over voetzoollaesies bij vleeskuikens op de website van RVO.nl.