In Polen werd op 30 december 2019 een pluimveebedrijf met kalkoenen getroffen door hoog pathogene vogelgriep, subtype H5N8. Het virus werd daarna ook aangetoond op andere locaties in Polen en in een aantal andere landen. Minister Schouten stelde per 12 februari voor heel Nederland een ophokplicht in voor alle bedrijven die commercieel pluimvee houden. Deze ophokplicht wordt weer opgeheven vanaf 29 april 2020.
Ophokplicht in Nederland weer opgeheven
Minister Schouten van LNV stelde per 12 februari voor heel Nederland een ophokplicht in voor alle bedrijven die commercieel pluimvee houden. Dit naar aanleiding van een besmetting bij een hobbylocatie in Bretzfeld, Duitsland. De ophokplicht werd ingesteld om te voorkomen dat bedrijven in Nederland besmet raken door virus uit wilde vogels.
Na het deskundigenberaad in april, besloot de minister om de ophokplicht vanaf 29 april 2020 op te heffen. De minister laat weten dat de voorjaarstrek in volle gang is en er daardoor inmiddels minder watervogels zijn in Nederland. Verder is er weinig risico meer dat vogels vanwege vorst in het oosten van Europa alsnog deze kant op trekken. Ook zijn de weersomstandigheden in deze tijd van het jaar minder gunstig voor de overleving van het vogelgriepvirus.
Overzicht van besmettingen H5N8
Na Polen werd er begin 2020 vogelgriep van het subtype H5N8 aangetroffen in Slowakije bij een hobbyhouder, in Hongarije bij een kalkoenbedrijf, in Roemenië op een legpluimveebedrijf, in Tsjechië bij een pluimveebedrijf, in Duitsland bij wilde vogels op diverse locaties, bij een hobbyhouder en een kalkoenbedrijf, in Israël bij een havikarend en bij een eendenboerderij in Bulgarije.
Laag risico voor Nederlandse pluimveehouderij
Voor het ministerie van LNV heeft Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) op 20 januari 2020 het risico op introductie van hoog pathogene vogelgriep in de pluimveesector beoordeeld. De H5N8-infecties in Oost-Europa kwamen op een moment dat de najaarstrek van de meeste in Noordwest-Europa overwinterende watervogels reeds achter ons ligt. Er zijn momenteel weinig verplaatsingen te verwachten van watervogels vanuit Oost-Europa naar Nederland zolang een omslag naar (streng) winterweer uitblijft. Het risico voor de Nederlandse commerciële pluimveehouderij om besmet te raken met HPAI werd daarom in januari ingeschaald als laag. Er is was begin 2020 geen strenge vorst, en werd weinig vogeltrek waargenomen. Toch is het H5N8 virus op 7 februari aangetroffen bij een hobbyhouder in het zuid-westen van Duitsland en op 21 maart bij een kalkoenbedrijf in Dornum in Noord-Duitsland, dichtbij de Nederlandse grens. Het is onduidelijk of het virus is geïntroduceerd door wilde vogels of door (handels)contacten met besmette regio’s in Oost-Europa.
Extra reiniging pluimveewagens
Er zijn relatief weinig handelscontacten tussen Nederland en Polen. Inmiddels heeft het ministerie van LNV een tweede reiniging en ontsmetting verplicht gesteld bij pluimveewagens die ongeladen terugkeren uit Polen, en zo ook uit recenter getroffen landen.
Meer over verplichte 2e R&O vervoersmiddelen:
- Polen (NVWA, 3 januari 2020)
- Slowakije (NVWA, 10 januari 2020)
- Hongarije (NVWA, 13 januari 2020)
- Roemenië (NVWA, 15 januari 2020)
- Tsjechië (NVWA, 20 januari 2020)
- Duitsland (NVWA, 11 februari 2020)
Wilde vogels als besmettingsbron
Het is aannemelijk dat het virus in Polen geïntroduceerd is door wilde (trek)vogels. Er zijn ondertussen een aanzienlijk aantal andere pluimveebedrijven besmet geraakt in Polen. Dit kan veroorzaakt zijn door verspreiding van het virus van een besmet pluimveebedrijf naar een volgend bedrijf door mens- en/of materiaalcontacten tussen de bedrijven, maar het kan ook zijn dat deze bedrijven apart besmet zijn (aparte introducties die niets met elkaar te maken hebben) doordat het virus in de buurt van deze bedrijven is gebracht door wilde (trek)vogels. Dit onderscheid is belangrijk omdat de veterinaire autoriteiten en het pluimveebedrijfsleven van een land door hoge biosecurity standaarden zo veel mogelijk tussen-bedrijf verspreiding willen voorkomen. Dat dit mogelijk is, heeft Nederland laten zien in de vogelgriepuitbraken in 2014, 2016 en 2017/2018. Helaas ontbreekt er (nog) detailinformatie om meer te kunnen zeggen wat de meest aannemelijke bron van besmetting is geweest voor deze bedrijven in Polen.
Het is niet ongebruikelijk dat er meldingen komen van dode roofvogels die besmet worden gevonden. Deze aaseters kunnen min of meer als verklikker dienen dat er vogelgriep rondwaard, omdat zij veelal besmet raken door het eten van karkassen van gestorven wilde vogels maar ook van dode kippen op bedrijven die een uitloop hebben.
Migratie van wilde vogels
Wilde vogels migreren in de herfst vanuit de broedgebieden in Siberië naar Europa. Momenteel zijn deze vogels aanwezig op de plaatsen wij zij overwinteren in Europa. Alhoewel er gedurende de winter ook trekbewegingen zijn afhankelijk van de weersomstandigheden, migreren er momenteel weinig vogels van Oost naar West Europa.
Voor pluimveebedrijven is het van belang om extra alert te zijn mogelijke symptomen van vogelgriep, en de hygiënemaatregelen in acht te nemen.
Bron: WUR