De ontwikkelingen rondom stikstof houden de gemoederen bezig. Met een speciale Regiotap-avond praatte ForFarmers woensdag op haar hoofdkantoor pluimveehouders bij. Toch blijft er veel onduidelijk. Juridische kaders in de vergunningen ontbreken, constateert ook specialist Angelike Maassen van den Brink van FarmConsult. “Eigenlijk is het wachten op een gerechtelijke uitspraak.”
Wat zijn onze verworven rechten? In welke situatie is het ons eigendom en wanneer niet? Heeft het zin om de latente ruimte vol te maken? Pluimveehouders zitten nog met veel vragen, vooral met het oog op de toekomst. Want zijn er überhaupt nog mogelijkheden om uit te breiden? En als ik al een NB-vergunning heb, mag ik dan daadwerkelijk een stal bouwen. Per situatie kan dat verschillen. Met speciale Regiotap-avonden heeft ForFarmers de afgelopen periode geprobeerd om wat duidelijkheid te geven over de actualiteiten rondom stikstof en de huidige en toekomstige wet- en regelgeving. De zes bijeenkomsten trokken ongeveer tweehonderd belangstellenden.
Angelike Maassen van den Brink probeerde met fictieve voorbeelden aan te geven in welke situatie pluimveehouders eventueel wel wat kunnen en wanneer niet. “De depositie op natuurgebieden is uiteindelijk de randvoorwaarde. De overheid wil dat die neutraal is.” Toch kan zij ook niet een algemeen beeld schetsen. “Op dit moment moet de stal staan. Dat is je vergunde recht. Maar goed, dat is nu. We weten niet wat er gaat gebeuren. Wanneer een vergunning niet wordt gerealiseerd kan een provincie deze intrekken. Om kaders te kunnen stellen, moet er met jurisprudentie wat op gang komen. Dat kan niet eerder dan dat een pluimveehouder een vergunning aanvecht.”
Intern en extern salderen
Het intern salderen kan in sommige situaties een uitkomst zijn. “Binnen de eigen vergunning en alleen met feitelijk gerealiseerde stalcapaciteit.” Maassen van den Brink stelt dat er een aantal uitzonderingen op de beleidsregel ‘intern salderen alleen met gerealiseerde stalcapaciteit’ is. Afwijken kan alleen als er aantoonbare stappen zijn gezet met het oog op volledige realisatie. Of als een pluimveehouder aantoonbaar onomkeerbare investeringsverplichtingen is aangegaan. Door innovatieve verdergaande stikstofreducerende technieken toe te passen, zonder uit te breiden, kun je wellicht ook gebruik maken van een eerder afgegeven nog niet gerealiseerde vergunning.”
Extern salderen mag, maar ook daar zijn diverse voorwaarden die het voor de pluimveehouder niet veel makkelijker maakt. “Het kopen van ammoniakruimte van anderen mag mits er een contract onder ligt. De ammoniak wordt teruggerekend naar maximale emissiewaarde. De ruimte wordt dertig procent afgeroomd en moet depositieneutraal. Voorwaarde is ook dat je uitgaat van feitelijk gerealiseerde stalcapaciteit. De ruimte mag niet worden overgenomen van bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de stoppersregeling.”
“Elke aanpassing ziet de overheid als intern salderen”
Maassen van den Brink somt daarnaast nog verschillende andere situaties op waarbij afwijken van verleende vergunningen niet mogelijk is. Elke aanpassing ziet de overheid als intern salderen waardoor er aan de beleidsregels getoetst moet worden. ”Ook over welke zaken er wel en niet in AERIUS-calculator ingevoerd moeten worden om de stikstofdepositie te kunnen bepalen, is er nog onduidelijkheid. “Hoever moeten we bijvoorbeeld gaan met in- en extern transport, dieruitlopen, mestopslag, bemesten, en dergelijke.”
“De hele situatie met stikstof is gewoon heel erg lastig. Op veel vragen krijgen we geen antwoorden van de provincies. Wel geven zij aan dat agrarische vergunningverlening nog even op zich laat wachten. Maar stel dat een pluimveehouder nu eens naar de rechter stapt om ‘verworven stikstofrechten’ aan te vechten, dan kan een uitspraak als voorbeeld dienen. Eigenlijk is het daar wachten op.”
Tekst en foto: Martin de Vries