TNO en WUR starten in Lelystad het Fieldlab, een proefproject waar geëxperimenteerd wordt met kleinschalige opwekking van waterstof op (boeren)bedrijven met behulp van op dezelfde locatie geproduceerde zonne- en windenergie. In het project wordt ook de productie van waterstof op zee uit zonne- en windenergie gesimuleerd. Het ministerie van Economische Zaken financiert het vijfjarige project dat in de zomer 2020 van start gaat. Het project wordt gepresenteerd tijdens de Nationale Waterstofdag (6 februari).
Waterstof is belangrijk voor de energietransitie in de landbouw. Veel boeren wekken energie op met zonnepanelen of windturbines, maar soms kan het lokale elektriciteitsnetwerk dat niet aan. Ook wordt ’s zomers en overdag meer zonne-energie opgewekt terwijl veel energie vooral ’s winters en in de avond en nacht nodig is. Door de onbalans en de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnetwerk moeten boeren hun zonneparken of windturbines soms zelfs uitschakelen omdat het net de toelevering niet aankan. De energie kan dan niet voldoende worden opgeslagen in accu’s.
Energiedrager én schone brandstof
TNO en ACRRES, het landelijke praktijkcentrum van de WUR voor de toepassing van duurzame groene energie en grondstoffen gaan daarom samen kijken hoe agrariërs duurzame energie op hun bedrijf kunnen omzetten en opslaan in de vorm van waterstof. Dit vluchtige gas kan zo dienen als energiedrager die boeren kunnen inzetten voor de energievoorziening op hun bedrijf én als schone brandstof voor tractoren en vrachtwagens.
“Waterstof heeft veel potentie als ontbrekende schakel binnen de energietransitie, maar er leven nog enkele belangrijke vragen waar we ons samen met TNO in zullen gaan verdiepen, niet alleen op het gebied van productie maar bijvoorbeeld ook hoe je het veilig kunt opslaan”, aldus Chris de Visser, manager van ACRRES. Het proefproject vindt plaats bij het proefstation van ACRRES in Lelystad. Hier bevinden zich al windmolenparken, testmolens en zonnepanelen.
Waterstof op zee
Nederland bouwt grote offshore windparken die een groot deel van de Nederlandse energie gaan verzorgen. Peter Eecen deskundige op het gebied van windenergie: “Tussen 2030 en 2040 zal een moment komen dat we meer offshore windvermogen leveren dan we aan totale elektrisch vermogen gebruiken. Dan is het op grote schaal produceren van waterstof een oplossing.”
In het project wordt daarom ook onderzocht hoe deze productie op zee het beste nagebootst kan worden, hoeveel waterstof geproduceerd kan worden, en hoe het toegepast kan worden. TNO ontwikkelt regelingen om de regelbaarheid van de diverse systemen optimaal te gebruiken om het elektrische net stabiel te houden.
Bron: TNO