De lobby vanuit de pluimvee tegen de aangescherpte Europese regels voor biologische productie is voor een deel succesvol. Toch blijft er nog een aantal pijnpunten staan, waar de sector flink mee worstelt. De introductie van een minimale wachttermijn bij gebruik van diergeneesmiddelen en antiparasitaire middelen is daar één van. “Voor ontworming hebben we eigenlijk geen alternatief.”
“De dieren zullen er onder leiden. Dat te voorkomen is toch ook één van de basisprincipes van bio?” Hans Fuchs van BioNext motiveert de weerstand, die er nog is tegen de nieuwe Europese regels. In de rol van secretaris van de ketengroepen Varkens en Pluimvee gaf hij op de afgelopen Biobeurs in de IJsselhallen in Zwolle een workshop over de nieuwe regels. “Nog niets is definitief. Er zijn verschillende zaken aangepast, maar nog niet iedereen is er blij mee.”
Bij ontworming afwaardering tot fabrieksei
Eén van de hete hangijzers is de wachttijd bij gebruik van diergeneesmiddelen en anti parasitaire middelen. Volgens de nieuwe regels worden de biologische producten 48 uren afgewaarderd. De afzet is in die periode niet mogelijk, waardoor pluimveehouders bijvoorbeeld eieren alleen nog aan de reguliere verwerkende fabrieken kwijt kan. “Vooral met het oog op ontworming is dit een vet probleem”, concludeert Fuchs.
Hij stelt dat de Europese Unie altijd al moeite heeft gehad met het gebruik van synthetische allopathische middelen bij biologische productie. “De wachttijd is eigenlijk het uitgangspunt. Vanaf 1 januari 2021 is dit een feit. We hebben ons sterk gemaakt voor een overgangstermijn, maar dat is niet aan de orde. We hoopten op wat meer tijd om middelen te vinden, die ons kunnen helpen om de problemen op te lossen. We hebben eigenlijk geen alternatief. Er zijn geen vloeibare additieven beschikbaar. Daarom zullen de dieren er onder leiden. Het dierwelzijnsprobleem is uiteindelijk ook in strijd met de uitgangspunten van bio. De Europese Unie heeft nog aan gegeven te gaan kijken naar de definitiekwestie. Het is afwachten of het nog ergens toe leidt.”
Veranda niet langer staloppervalk
Het niet langer meetellen van de veranda als staloppervlak voor het bepalen van dieraantallen is nog een punt dat ondanks de lobby en allerlei overleggen nog altijd overeind staat. Veel Nederlandse pluimveehouders, omdat de Wintergarten als overdekte uitloop altijd werd gedoogd, dreigen hierdoor in de aantallen te moeten snijden. “Dit is een heel heikel punt, maar we moeten er wel mee.” Toch kan Fuchs nog wel een heel klein lichtpuntje in deze kwestie aanhalen. “Tot heel lang was het uitgangspunt om dit per 2021 te laten ingaan. Nu kun je nog drie jaar de veranda mee laten tellen. Er is niet honderd procent zekerheid dat je daarna ‘m wel mag meetellen. Vanuit heel slecht nieuws is dat toch een verbetering.”
Meer knelpunten
Fuchs stelt dat het nieuwe Europese beleid nog op een paar punten knelt, maar denkt dat er praktisch gezien nog wel een mouw aan te passen valt. “Zo is er straks geen rotatie mogelijk van uitloop om in de verplichte leegstand te voorzien. Daarnaast wordt er een maximum van drie lagen gesteld bij de opfok, die mee mogen tellen in bruikbaar oppervlak. We hadden voor vier gepleit, maar dat is niet akkoord bevonden. De vraag is nu tellen fok en beun als één of als twee lagen mee.”
“Beleid bedoeld om onderscheidend vermogen van bio op peil te houden.”
Het Europese keurmerk voor biologische producten is in 2010 geïntroduceerd. “Gezondheid, ecologie, sociaal en eerlijkheid en milieu vormen het fundament achter de biologische gedachte.” Het beleid wordt volgens Fuchs herzien om het ambitieniveau geleidelijk te verhogen. “Dat is ook een goede zaak om het onderscheidend vermogen van biologisch op peil te houden, zodat we niet op onderdelen voorbij worden gestoomd.”
De basisregels voor het nieuwe beleid zijn in 2018 al vastgesteld. Nu gaat het nog om de uitgangspunten voor de uitvoering. “De stemming voor de eindversie is tot maar uitgesteld, maar dat is meer een formaliteit. De eindversie gaat het nagenoeg worden.”
Lobby op punten succesvol
Het verhaal van Fuchs op de Biobeurs was niet alleen een slecht weer gesprek. De lobby vanuit de biologische pluimveehouderij heeft namelijk ook tot verschillende aanpassingen geleid van voorstellen. “Zo is de gesloten voer- en drinklijn per compartiment van tafel en is het maximum van drieduizend opfokhennen per compartiment naar tienduizend verhoogd. Ook is de volledig dichte scheiding tussen de compartimenten op kippenbedrijven van de baan. Klimaatbeheersing was namelijk met dit voorstel een probleem geweest.” Volgens Fuchs komt er geen maximum aan het aantal dieren per stal of bedrijf. “Dit is een gevoelig punt. De schaal moet niet te veel oplopen, maar de discussie heeft er toe geleid dat er geen maximum grenzen komen.”
De voorgestelde twee vierkante meter uitloop voor opfokhennen is terug naar één vierkante meter. Ook is het maximum van negen leghennen per vierkante meter grondoppervlakte weer naar twaalf teruggebracht. Daarnaast is de maximale afstand in de stal tot de uitloop van 20 meter. “Vanwege de veranda is minimaal 22,5 meter nodig”, legt Fuchs uit. “De maximale afstand van de stal tot de grens van de uitloop mag ook weer 350 meter zijn, in plaats van 150. Hier zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. Denk bijvoorbeeld aan goede vegetatie. Er moeten voldoende schuilmogelijkheden zijn. Hoe we de invulling precies moeten interpreteren is nog wel een vraag.”
Hoop op beweging
Fuchs: “Er is nog een pakket vragen waar de ketengroep en SKALL de komende tijd voor om tafel moeten om te kijken hoe we dat gaan uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan het afwaarderen van eieren bij ontworming. Hoe moeten we met de stempeling omgaan? En ondertussen hopen we dat er nog beweging komt om die wachttermijn aan te passen.”
Tekst en foto: Martin de Vries