De uitdagingen waar de Nederlandse veehouderij de komende jaren voor staat vergt een veel nauwere samenwerking tussen alle schakels in de ketens van vlees-, eieren- en zuivelproducten. Dat is een van de kernpunten in de Nevedi-visie 2020-2024 ‘Voer voor Ketensamenwerking’ die de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) vandaag op haar jaarcongres presenteerde.
Samenwerking in de keten
Henk Flipsen, directeur Nevedi: “Als we willen dat Nederland ook in het volgend decennium trots kan zijn op onze agro- en foodsectoren én waar boeren een goede boterham kunnen verdienen, is actie gewenst. We willen als diervoedersector snel aan de slag om tot een gestructureerde partnersamenwerking te komen met brancheorganisaties in de zuivel, pluimvee- en varkensketen. Deze samenwerking moet ook op het gebied van communicatie binnen en buiten de keten versterkt worden”.
Kringlooplandbouw
In de visie krijgt het streven naar kringlooplandbouw speciale aandacht. De Nederlandse diervoederindustrie gaat de komende jaren in nauwe samenwerking met haar ketenpartners, overheden en maatschappelijke organisaties een belangrijke rol spelen in het helpen realiseren van een kringlooplandbouw. Daarbij moet het uitgangspunt zijn dat we naar een kringlooplandbouw toegaan die internationaal concurrerend is en de innovatiekracht verder versterkt.
Structurele samenwerking op communicatie noodzakelijk
Het ministerie van LNV en drie vertegenwoordigers van dierlijke productieketens (varkens, zuivel en pluimvee) gaven tijdens het congres een reactie op de visie. Rob van Lint die namens de Bestuursraad van LNV sprak: “Deze omslag naar een circulaire voedselproductie is een ingrijpende transitie. Ik heb in de toekomstvisie van Nevedi gelezen dat ook uw sector daaraan wil meewerken. Dat is heel goed nieuws”.
Linda Janssen, voorzitter Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV): “We moeten samen het voortouw nemen in de verdere verduurzaming van de varkenshouderij. Om te innoveren is een primaire sector van voldoende omvang noodzakelijk. De meest innovatieve boeren hebben de laatste jaren de minste financiële resultaten. Kosten die je aan de voorkant maakt, moeten aan de achterkant iets opleveren”.
Janine Luten, directeur ZuivelNL: “In duurzaamheidsvraagstukken moet gezamenlijk opgetrokken worden. Laten we niet vergeten wat de sector al bereikt heeft. De Nederlandse melkveehouderij heeft een lage CO2-uitstoot in vergelijking met de rest van de wereld”.
Hennie de Haan, voorzitter Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP): “Nederlandse dierlijke producten zijn sneller in Parijs, dan de producten uit Zuid-Frankrijk daar kunnen zijn. Momenteel zien we weinig waardering voor de veehouderij en dan vooral voor alle geleverde inspanningen van de pluimveehouders. We moeten ook stoppen met klakkeloos importeren van eieren en vlees uit landen waar een lagere duurzaamheidsstandaard geldt”.
Uit de zaal werd duidelijk dat diervoeder een cruciale rol speelt in de verdere verduurzaming van de vlees-, ei- en zuivelketen. Onderkend werd dat klimaat-, biodiversiteit- en circulariteitdoelen elkaar soms tegenwerken. Hierbij is een integrale bedrijfsspecifieke aanpak noodzakelijk waarbij moet worden gestuurd op doelen en niet op middelen.
Bron: Nevedi