De introductie van de Hubbard 257 heeft ervoor gezorgd dat het Volwaard vleeskuiken weer gemakkelijker binnen zijn oorspronkelijke groeigrenzen blijft. Om er zeker van te zijn dat het voer dat voor de Hubbard 757 is ontwikkeld ook optimaal is voor de nieuwe genetica, deed het Poultry Research Centre van Coppens Diervoeding deze zomer onderzoek.
Hierbij werd niet alleen uitgezocht of het nodig is om het voer aan te passen aan dit nieuwe kuiken; er werd tevens gekeken in hoeverre met duurzamer voer dezelfde resultaten zouden kunnen worden bereikt. Patrick van den Hurk, die leiding geeft aan de afdeling Vleespluimvee binnen Coppens, vertelt hier meer over.
Hoewel de resultaten nog niet volledig zijn uitgewerkt, is Van den Hurk positief over de uitkomst van de 56 dagen durende rassen- en voerproef die het innovatieteam van Coppens de afgelopen maanden uitvoerde met 468 vleeskuikens: “Wat we vooraf hadden voorspeld, blijkt in praktijk behoorlijk goed uit te komen, dus daar mogen we dik tevreden over zijn”, vertelt de vleeskuikenspecialist van Coppens.
Voeradviezen Hubbard 257
De Hubbard 257 blijkt de verwachte resultaten te leveren binnen de huidige voeradviezen. Hiermee blijft de twee procent 'winst' ten opzichte van de Hubbard 757 gegarandeerd en is het Volwaard concept weer prachtig stabiel binnen het kader van 2,54 kilo in 56 dagen, zonder dat op korte termijn noemenswaardige aanpassingen nodig zijn.
“Voer bestaande uit zonnepitschroot en raapzaadschroot”
Van den Hurk is blij met de ruimere marge die de nieuwe Hubbard biedt, want hiermee komt iets minder druk te staan op de groeisturing via het voer. Zo kan het voerbedrijf een aantal opties op dat vlak voorlopig nog achter de hand houden. Overigens is dat niet het enige waarop ze bij Coppens zijn voorbereid, want tijdens de Hubbard 275 proef werd ook geëxperimenteerd met lokaal geproduceerd voer, waarmee het gebruik van soja kan worden teruggedrongen. Ook met dit voer, dat bestaat uit zonnepitschroot en raapzaadschroot uit West-Europa, zijn de eerste, voorzichtige positieve resultaten gemeten. Dit betekent dat met toevoeging van de juiste enzymen, een deel van de gangbare grondstoffen kan worden vervangen door voer op basis van lokaal verbouwde zonnepitten en raapzaad. De test is onderdeel van een groter duurzaamheidsproject dat bij de diervoedergigant loopt.
“Consument moet bereid zijn om hiervoor de prijs te betalen”
Voor de exacte resultaten hiervan zou nog wel meer onderzoek moeten worden gedaan, benadrukt Van den Hurk. Toch verwacht de vleespluimveevoerdeskundige hier niet op korte termijn verder mee te kunnen gaan, want hiervoor is eerst genoeg interesse uit de markt nodig. En deze is op dit moment nog te gering. Hij legt uit: “Lokaal geteeld voer kan dan wel tot mooie resultaten leiden, maar de consument moet ook bereid zijn de prijs hiervoor te betalen. En dat blijkt vooralsnog niet het geval. Er wordt veel gesproken over duurzame ambities, maar als het erop aan komt, kiest het grootste deel van de consumenten nog altijd voor de goedkopere variant. Een Volwaard kip die niet alleen verantwoord groeit, maar tevens voer eet dat minder belastend is voor het milieu blijft daarmee voorlopig nog toekomstmuziek.”
Coppens
Toch wil Coppens hierin graag het voortouw nemen en laten zien dat het bedrijf klaar is voor een dergelijk nieuw, nóg ambitieuzer concept. Vandaar dat de eerste positieve resultaten op dit vlak er nu al liggen. Het bedrijf heeft naar aanleiding van de proef een model ontwikkeld om de CO2 voetafdruk van voeders te kunnen meten en vergelijken. Daarmee is het klaar om invulling te geven aan wensen vanuit de markt.