In onze klimaatzone is hitte vaak gecombineerd met hoge relatieve vochtigheid, waardoor de stressfactor voor pluimvee erg kan oplopen. Kippen hebben geen zweetklieren en raken hun lichaamswarmte kwijt via uitgeademde lucht, wanneer de omgeving warm en vochtig is kost dit dus meer tijd en moeite. Door een te hoge staltemperatuur vermindert de voeropname.
Echte hittestress kan leiden tot een afwijkende zuurgraad in het bloed, extra uitscheiding van mineralen en een afwijkende activiteit van de leverenzymen. Het kan verminderde groei of productie en zelfs sterfte veroorzaken. Er is een aantal maatregelen dat u kunt nemen om het de kip wat makkelijker te maken.
Zaken die u van tevoren kunt regelen
- Denk aan de bezetting bij opzet. Reken met de voor de dieren beschikbare ruimte.
- Voldoende ventilatiecapaciteit: minimaal 3,6 kubieke meter per kilogram lichaamsgewicht; realiseer je bij vleeskuikens dat de gewichtstoename in de laatste dagen erg hoog kan zijn. Controleer van tevoren of er voldoende capaciteit aanwezig is en controleer of alle ventilatoren werken.
- Pas de P band aan om sneller aan een maximale mechanische ventilatie te komen.
- Controleer de werking van de voelers in de stal. Let hierbij ook de plek waar ze hangen.
- Controleer de werking van de koelinstallatie; controleer elke nozzle.
- Zorg ervoor dat de luchtinlaten, ventilatoren en kokers schoon zijn, knip eventuele beplanting langs de stal op tot de inlaat.
- Plaats grote hulpventilatoren bij voor extra luchtafvoer en -circulatie.
- Zorg voor een goed functionerend alarm en noodstroomaggregaat. Denk ook aan de alarmeringsapparatuur: vervang het batterijtje of laad hem op.
Extra maatregelen tijdens warme dagen
- Begin minimaal één dag voordat de hittestress verwacht wordt met het verstrekken van vitamine C in een dosering van 150 gram per 1000 liter drinkwater.
- Verstrek een voer met een speciale samenstelling (geconcentreerder voer met extra mineralen en vitamine C).
- Voer vleeskuikens niet tijdens de warmste periode van de dag; pas eventueel het lichtschema aan om geen lange donkerperiode te hebben gedurende de nacht.
- Laat de dieren regelmatig in de benen komen (warmte moet er tussenuit).
- Probeer de binnenkomende lucht naar de dieren toe te sturen.
- Verstrek vers drinkwater.
- Zorg altijd voor blijvende onderdruk (10 tot 15 Pascal) en voldoende hoge luchtsnelheid (60 centimeter per seconde)
- Zorg voor droog strooisel.
- Schakel tijdig een eventueel aanwezig koelsysteem in (hiermee is de staltemperatuur 5 tot 7 graden omlaag te brengen). De RV kan door de koeling enige procenten stijgen (5 tot 10 procent). Houd hier rekening mee en wacht dus niet tot de warmte in de stal zit voordat u gaat koelen.
- Geef dieren die beperkt drinkwater ontvangen een extra drinkperiode aan het einde van de dag.
Extra maatregelen na de warme dagen
- Na een onweersbui kan het sterk afkoelen. Voorkom dat het ventilatiesysteem de kou dan te snel de stal in trekt.
- Controleer na de onweersbui of alle ventilatiesystemen nog werken. Meldingen van uitval van de systemen kunnen door het onweer verstoord raken, met alle gevolgen van dien.
- Verstrek extra mineralen en vitaminen via het drinkwater.
- Controleer extra op de aanwezigheid van bloedluizen. Zij vermeerderen zich sneller tijdens warme perioden.
Bron: GD Diergezondheid