Per 1 april 2019 zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd bij de KAT regelgeving. De belangrijkste wijzigingen, waar u als pluimveehouder rekening mee moet houden, worden hieronder kort beschreven.
KAT database
In de database van KAT dient men al langere tijd eiermeldingen, voermeldingen en aan- en afvoer van hennen te melden. Naast deze meldingen dient men vanaf 1 april ook de volgende zaken in de database te verwerken:
- Desinfectie middelen
- KAT-ID van het opfokkoppel
- Salmonella uitslagen
Inrichting stal en scharrelruimte
Het is niet toegestaan om de scharrelruimte verhoogd aan te brengen. Ook mogen de dieren na de gewenningsfase niet worden verhinderd door automatisch afsluitbare onderdelen in het volièresysteem. De dieren moeten ten alle tijden de mogelijkheid hebben om het volièresysteem te verlaten. Deze onderdelen dienen te worden verzegeld zodat automatisch afsluiten onmogelijk is.
De Big Dutchmann Natura 60/70 en Salmet HighRise 1 zijn niet meer toegestaan voor nieuwe aanmeldingen, ombouw of modernisering.
Voor nieuwe aanmeldingen en nieuwbouwstallen voor vrije-uitloop is sinds 1 juni 2006 en voor biologisch sinds 1 augustus 2010 een koude scharrelruimte (winter garten) verplicht. Deze dient qua oppervlakte 50% te bedragen van de bruikbare stalvloeroppervlakte (gedeelte binnen de stal). Dit betekent minstens 1 m2 voor 36 dieren bij vrije uitloop en minstens 1m2 voor 24 dieren bij biologisch.
Overige wijzigingen
In het verleden was het voor KAT voldoende om één keer per twee legrondes een hygiënogram te nemen. Dit moet vanaf 1 april 2019 iedere ronde worden uitgevoerd. Het hoeft niet gemeld te worden in de KAT database maar de uitslag van het hygiënogram moet wel beschikbaar zijn voor aanvang van een nieuw koppel.
Daarbij moet er iedere legronde een microbiologisch onderzoek worden verricht van het drinkwater in de stal. Per stal dient er een monster te worden onderzocht. Dit geldt zowel voor stallen voorzien van bronwater én leidingwater. Deze monsters dient men aan de drinklijn te nemen.
De gewenste omgang met de dieren dient te worden beschreven in het hygiëneprotocol. De medewerkers moeten van dit hygiëneprotocol op de hoogte te worden gebracht en deze moet goed zichtbaar worden opgehangen.
De noodstroom aggregaat dient ieder half jaar te worden getest. Voorheen was in de KAT criteria opgenomen dat deze regelmatig getest dient te worden.
Bron: ABZLegpluimvee