Het Britse parlement stemt dinsdag 15 januari over het conceptakkoord dat het Verenigd Koninkrijk (VK) in november met de Europese Unie (EU) over de brexit sloot. Deze brexit-deal regelt hoe het VK uit de EU kan treden.
Veel parlementariërs zijn het, om erg uiteenlopende redenen, niet eens met de vorm of de inhoud van het akkoord. Het voorstel lijkt daarom niet op een parlementaire meerderheid te kunnen rekenen.
Als de volksvertegenwoordiging morgen het brexit-akkoord afwijst, neemt de kans toe dat het VK op 29 maart zonder afspraken over het verkeer van goederen, diensten en personen uit de Unie treedt. In dit rapport belicht ABN AMRO de gevolgen van een dergelijke ‘wanordelijke brexit’ voor diverse sectoren van het Nederlandse bedrijfsleven.
Het VK is na Duitsland en België de derde exportmarkt voor Nederland. Omgekeerd is ons land de vierde exportmarkt voor de Britten. Voor Nederlandse importeurs van goederen die in het VK worden geproduceerd, heeft een wanordelijke brexit onder meer als nadelig gevolg dat de productaansprakelijkheid naar de importeur verschuift, aangezien de Britse producent niet langer in de EU zetelt. Exporteurs krijgen te maken met twee douanes: naast de Nederlandse ook de Britse. Zelfs voor bedrijven die niet direct met het VK handelen, kan een wanordelijke brexit negatief uitpakken. Toeleveranciers van deze bedrijven kunnen namelijk wel handelsbanden met het VK hebben. Dit kan leiden tot langere levertijden en hogere prijzen van de te leveren waar.
Ondernemers moeten rekening houden met drie scenario’s:
Ordelijke brexit
Als het Britse parlement het brexit-akkoord tegen de verwachting in toch goedkeurt, treedt het VK op 29 maart uit de Unie, maar geldt er wel een overgangsperiode tot 31 december 2020. Tijdens deze periode blijven de EU-regels en -wetten in het VK gelden. Bedrijven en andere organisaties krijgen in die periode de tijd om zich voor te bereiden op nieuwe, nog vast te stellen regels die gelden na 31 december 2020. In dat geval is er tot en met 31 december 2020 nog vrij verkeer voor goederen, diensten en personen. Een ‘orderly brexit’ heeft op korte termijn geen nadelige effecten op de Nederlandse bbp-groei. Op lange termijn blijft de schade beperkt tot een lager bbp in het jaar 2030 van naar verwachting maximaal 1 procentpunt.
Wanordelijke brexit
Hierbij verlaat het VK op 29 maart de Unie, zonder afspraken over het verkeer van goederen, diensten en personen en dus zonder overgangsperiode om tot definitieve afspraken te komen. Dit scenario heeft grote gevolgen voor Nederlandse bedrijven. Het vertrouwen van huishoudens (consumptie) en bedrijven (investeringen) in de economie zal afnemen. Ook daalt de koers van het Britse pond bij deze zogenoemde ‘harde brexit’ verder. Hierdoor worden Nederlandse goederen en diensten voor de Britten duurder en dus onaantrekkelijker, terwijl Britse goederen en diensten op de Nederlandse markt juist beter kunnen concurreren. Dit scenario kost Nederland dit jaar 0,5 procentpunt aan bbp-groei en volgend jaar nog eens 0,25 procentpunt, zo verwacht ABN AMRO. In het jaar 2030 ligt de groei van de Nederlandse economie als gevolg van een wanordelijke brexit 2,5 tot 1,25 procentpunt lager dan zonder brexit. De brexit kan over zo’n wat langere termijn ook innovatiekracht opleveren waardoor het nadelige effect op de bbp-groei binnen de perken blijft.
Bremain
Dit scenario ontstaat als de Britse regering de uittreding herroept, of wanneer het VK er ondanks een ordelijke brexit toch niet in slaagt om in de bijbehorende overgangsperiode met de EU tot nieuwe afspraken te komen over het toekomstige verkeer van goederen, diensten en personen. In beide gevallen blijft het VK de EU-regels hanteren. Bij het bremain-scenario zijn er geen effecten op de groei van het Nederlandse bbp.
Het meest kwetsbaar van alle sectoren is Transport & Logistiek. Transportbedrijven krijgen bij een harde brexit te maken met extra administratieve rompslomp. Op dit moment zijn voor export naar het VK volgens de Nederlandse douane twee of drie documenten nodig. Dat worden er dan minimaal zeven. Een wanordelijke brexit betekent bovendien de terugkeer van grenscontroles. Een gemiddelde ferry bevat 5,5 kilometer aan vrachtwagens, 300 personenwagens en 1.200 passagiers. De wachtrijen die kunnen ontstaan zijn een groot risico voor transporteurs van bederfelijke waar en voor just-in-time-leveranties.
Geen invoertarieven
EU-landen heffen geen invoertarieven op elkaars producten. Bij een no deal hanteert de EU na 29 maart invoerrechten op Britse producten zoals vastgesteld door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en doen de Britten hetzelfde voor EU-producten. Lang niet alle Nederlandse bedrijven krijgen met een heffing te maken, zo verwachten wij. Voor de helft van de tien belangrijkste productgroepen die Nederland naar het VK exporteert, hanteren de Britten momenteel een WTO-heffingstarief van 0%.
Los van elkaar hebben ‘Londen’ en ‘Brussel’ de afgelopen weken maatregelen bekendgemaakt die de schok van een wanordelijke brexit moeten verzachten. De Europese Commissie lanceerde een noodplan bestaande uit veertien tijdelijke noodmaatregelen voor onder meer het bankwezen, het vliegverkeer, de transportsector en de douane; bedoeld om ‘harde’ brexit een ‘zachte’ landing te geven. Normaliter spreekt de EU met niet-lidstaten aparte wegvervoersrechten af. Britse vrachtwagens mogen hun ladingen in Nederland tot 31 december 2019 afleveren, zonder dat er wegvervoersrechten zijn afgesproken. Maar zij mogen niet doorrijden naar andere bestemmingen in de EU om nieuwe ladingen op te halen.
Bron: ABN AMRO, 14-01-2019