Het lijkt vaker voor te komen: het aantal boeren dat zelfmoord pleegt. In de afgelopen tijd nemen de zorgen over zelfmoord onder boeren steeds meer toe. De NOS meldde zaterdag 17 november dat de landen rondom Nederland onderzoek hebben uitgevoerd en daarbij hebben aangetoond dat zelfmoord onder agrariërs bovengemiddeld meer voorkomt in de lage landen.
Vraag het maar eens aan een willekeurige agrariër en je zult verstelt staan hoeveel agrariërs wel iemand uit de sector kennen waarbij het is mis gegaan. Hoewel er nog geen officiële cijfers bekend zijn, nemen de zorgen alsmaar toe. En daarom komen zuivelbedrijven en andere agrarische organisaties nu in actie, zo meldt het NOS. In samenwerking met hulporganisatie '113 Zelfmoordpreventie' worden er trainingen aangeboden. Deze trainingen hebben als doel om suïcidaal gedrag, dat zijn gedachten aan zelfmoord tot de wens om zelfmoord te plegen, te herkennen bij boeren en dit vervolgens bespreekbaar te maken. Deelnemers hiervoor zijn onder meer erfbetreders: dat zijn mensen die voor het werk bij boeren op het erf komen. Hierbij kan gedacht worden aan dierenartsen, veevoerleveranciers of de inseminator.
De NOS meldt dat minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit afgelopen zaterdag met een aantal maatregelen kwam om het aantal zelfdodingen onder agrariërs terug te dringen. Een van de maatregelen betreft het openen van een landelijk meldpunt voor erfbetreders, waar zij zorgen over bezochte agrariërs kunnen melden. Een ander maatregel is het instellen van een onderzoek om de problemen rondom het onderwerp zelfmoord in de agrarische sector beter inzichtelijk te krijgen.
De bel groeit en groeit tot het niet verder kan en… pats!
Zomaar gedachten aan zelfmoord krijg je niet. Hier gaat vaak een lange weg aan vooraf. Binnen de agrarische sector is het herkenbaar dat de druk steeds hoger en hoger wordt. Om een paar voorbeelden te noemen: milieuwetten die steeds strenger worden aangescherpt, de druk vanuit de maatschappij met betrekking tot dierenwelzijn, maar ook de zorgen om de economische gezondheid van het bedrijf: de financiële lasten zijn en blijven er maar wat als de prijzen niet mee komen? De bel met alles waar de Nederlandse agrariër vandaag de dag aan moet voldoen wordt alsmaar groter en groter. En dan gaat het alleen nog maar over zorgen op bedrijfsvlak. Naast het bedrijf hebben agrariërs ook nog een privéleven, iets wat gepaard kan gaan met moeiten. Zoals bij veel meer Nederlanders.
Alles met elkaar zorgt dat ervoor dat de bel groeit. En een enkele keer komt het zover dat de rek eruit is en pats… de bel knapt. De agrariër weet niet meer hoe alles aangepakt moet worden en de toekomstvisie vertroebelt. Men valt een zwart gat en ziet nog maar één weg om er aan te ontsnappen.
Iets wat in Nederland niet gebeurt, maar wat onze buurlanden wel doen, is het in kaart brengen van de beroepen die mensen met zelfmoord hebben. Experts van onze buurlanden België en Duitsland geven aan dat men schat dat jaarlijks zo'n 400-500 boeren er een einde aan maken. Als we naar Frankrijk kijken is de kans dat een boer zelfmoord pleegt volgens de NOS maar liefst 22% hoger dan het landelijk gemiddelde.
"Agrariërs verliezen alles"
"Boer zijn maakt wie je bent. Als je zover bent gekomen dat de nood zo hoog is dat je dreigt je bedrijf te verliezen, verlies je alles. Het bedrijf maar ook je werk, je sociale contacten. In veel situaties de plek waar je lange tijd hebt gewoond. Dit alles bij elkaar maakt dat mensen zich machteloos en onbegrepen voelen en daardoor tot heftige keuzes in staat zijn", zo vertelt agrarisch coach Monique te Kiefte.
Praten maakt een wereld van verschil
De wanhoop, de zorgen maken dat agrariërs soms gedwongen worden tot het denken aan en willen uitvoeren van een zelfmoordpoging. De NOS meldt echter dat het vervolgens wel gebeurt dat men op het laatste moment toch niet durft te gaan. Men wil niet direct dood, maar de uitvlucht om uit de situatie weg te vluchten, dat is vaak de achterliggende gedachte. In zo'n situatie is het zo belangrijk dat er mensen zijn die je vertrouwt en waarmee je kunt praten. Bel hen op, ga naar hen toe. Door te praten en te luisteren kan het verschil al gemaakt worden.
Bron: NOS