De inkomsten in de landbouw per arbeidsjaar zijn in 2017 met ruim 20 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Vooral in de veehouderij stegen de inkomsten. Het inkomensniveau van de gehele landbouw kwam in 2017 voor het eerst in twintig jaar boven dat van 1995 uit. Toch steeg de productie de laatste twintig jaar sneller dan de inkomsten. Dit blijkt uit een eerste raming van het CBS en Wageningen Economic Research.
Consumptie-eieren duurder, afzet daalt
De afzet van consumptie-eieren daalde met 7,5 procent, als gevolg van de fipronilcrisis die in het derde kwartaal van 2017 uitbrak. Een aantal leghenbedrijven kreeg een productieblokkade opgelegd en eieren werden vernietigd. Volgens de berekeningen van Wageningen Economic Research ligt de totale directe schade bij de getroffen leghenhouders tussen de 35 en 45 miljoen euro. De bedrijven die buiten schot bleven zagen hun inkomsten wel stijgen door de hogere afzetprijzen. De prijs van consumptie-eieren steeg in 2017 met bijna 18 procent vergeleken met een jaar eerder.
De productie van consumptie-eieren is goed voor 6 procent van de productiewaarde van de dierlijke sector.
Extreme inkomensverschillen leghennenhouders door fipronil
In 2017 is het gemiddelde inkomen op leghennenbedrijven bijna verdubbeld tot 126.000 euro per onbetaalde aje. Bedrijven die niet zijn getroffen door de fipronil-affaire en bovendien eieren voor de vrije markt produceren, hebben geprofiteerd van de forse prijsstijging van eieren in het tweede halfjaar. De prijsstijging is het gevolg van productie-uitval op de ‘fipronilbedrijven’. De circa 30% gespecialiseerde leghennenbedrijven getroffen door de fipronil-affaire hebben fors lagere inkomens door de geleden schade. 20% van de leghenbedrijven behaalt in 2017 per onbetaalde aje een inkomen dat lager is geraamd dan negatief 100.000 euro. Een even grote groep bedrijven profiteert van de hoge prijzen en behaalt een inkomen hoger dan 400.000 euro per onbetaalde aje. Vleeskuikenhouders zien hun inkomen met bijna 40.000 euro dalen door minder omzet. Dit komt door een gemiddelde prijsdaling van 2% door een groter aanbod uit Oost-Europa.