De 2 mannen die verdacht worden van het gebruik van fipronil bij pluimveebedrijven moeten 14 dagen langer in voorlopige hechtenisblijven. Dat oordeelde de raadkamer van de rechtbank Overijssel.
De raadkamer oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren en gronden zijn om hen langer vast te houden. De verdenkingen tegen beide verdachten is op dit moment zwaar genoeg. Als gronden voor de voorlopige hechtenis zijn de onderzoeksgrond en de geschokte rechtsorde van toepassing. Naar het oordeel van de rechtbank bestaan onvoldoende redenen om het verzoek tot schorsing op dit moment toe te wijzen. Het maatschappelijk belang bij voortduren van de voorlopige hechtenis weegt op dit moment zwaarder dan het persoonlijk belang van verdachten bij schorsing daarvan. Na de termijn van 14 dagen kunnen de verdachten weer aan de raadkamer worden voorgeleid.
Ernstige bezwaren en gronden
Om verdachten in voorlopige hechtenis te nemen of om deze te verlengen moeten er voldoende ernstige bezwaren en gronden zijn. Dat betekent ten eerste dat het Openbaar Ministerie een gegronde verdenking moet hebben van een strafbaar feit. Ten tweede moeten er gronden zijn. Gronden voor voorlopige hechtenis zijn bijvoorbeeld het lopende onderzoek, herhalingsgevaar of de ernst van het feit, waaronder gevaar voor de gezondheid van personen.
Fipronil bij pluimveebedrijven
Het Openbaar Ministerie verdenkt de 2 bestuurders van een ontsmettingsbedrijf ervan dat zij het bestrijdingsmiddel fipronil hebben gebruikt bij pluimveebedrijven in Nederland en dat zij daarmee de volksgezondheid in gevaar hebben gebracht. Daarnaast worden zij verdacht van het voorhanden hebben van een verboden biocide.
Bron: Rechtspraak.nl