Recent hebben stalbranden in Erichem, Swifterbant en Agelo plaatsgevonden. De beelden van deze stalbranden worden door vele als hartverscheurend ervaren. De afgelopen jaren is in het kader van het actieplan stalbranden 2012-2016 (vanaf nu: Actieplan) samen met betrokken partijen juist gewerkt om stalbranden te voorkomen. In een brief aan de voorzitter geeft Martijn van Dam (staatssecretaris van Economische Zaken) reactie op de uitkomsten en de evaluatie en hoe hij omgaat met adviezen. In deze brief worden ook de twee concrete maatregelen toegelicht en aangegeven hoe deze onmiddellijk kunnen worden opgepakt.
Achtergrond stalbranden
Het doel van het actieplan was om een betere brandpreventie in dierverblijven te realiseren en bij bestrijding van een brand sneller en adequater te kunnen reageren. De uitvoering is begeleid door een aantal instanties. De staatssecretaris heeft meerdere malen aangegeven dat de eigenverantwoordelijkheid van veehouders voor de veiligheid van hun dieren voorop staat. Hierdoor was hij van mening dat de sectoren met de uitvoering van het Actieplan een kans moesten krijgen de problematiek op te pakken. De effectiviteit van het Actieplan wordt nu beoordeeld met de evaluatie.
Evaluatie Actieplan Stalbranden
In juli 2017 is de evaluatie van het Actieplan afgerond. Deze is in opdracht van EZ uitgevoerd door Wageningen UR (Wageningen Livestock Research) en Instituut Fysieke Veiligheid. Er is nagegaan wat de effecten zijn geweest van de uitgevoerde activiteiten op brandveilige bedrijfsvoering en brandveilige stallen. Ook is onderzocht of door activiteiten als gevolg van het Actieplan het inzicht in het ontstaan van stalbranden is toegenomen.
De belangrijkste conclusies:
- Het brandveiligheidsbewustzijn van veehouders en erfbetreders lijkt te zijn toegenomen.
- De kans op brand met dierlijke slachtoffers is in nieuwbouwstallen (en stallen die een grote verbouwingen hebben ondergaan) afgenomen door o.a. nieuwe bouwvoorschriften in het Bouwbesluit (sinds 2014). Bij bestaande bouw is een verbetering van de brandveiligheid in stallen te zien, zei het in geringe mate. Dit komt onder meer door toename van de keuringen van technische installaties, het ontwikkelen van NEN-normen voor veestallen en het opnemen van brandpreventie in keurmerken.
- Sinds 2014 wordt systematisch data bijgehouden over de oorzaken van stalbranden door de Nederlandse Brandweer in samenwerking met het Verbond van Verzekeraars. Daarmee is het inzicht in de verschillende oorzaken van stalbranden toegenomen.
De onderzoekers constateren dat de evaluatie veel informatie heeft opgeleverd over de oorzaken van stalbranden en hoe deze kunnen worden voorkomen2 , maar dat desondanks een directe kwantitatieve effectmeting van het Actieplan ten opzichte van een referentieperiode nog niet mogelijk was. De evaluatie is daarom vooral kwalitatief van aard is. De belangrijkste redenen zijn dat de looptijd van het Actieplan tot op heden relatief kort is en de kans op een stalbrand relatief klein. Daarom geven de onderzoekers aan dat het in dit stadium statistisch niet verantwoord is algemene uitspraken te doen over het voorkomen van stalbranden en de ontwikkeling daarvan in de tijd, noch over de oorzaken van een brand.
Vervolg acties
In het evaluatierapport wordt aangegeven dat het nuttig wordt geacht om een vervolg te geven aan het Actieplan volgens de ingeslagen weg. Daarbij wordt geadviseerd in te zetten op de volgende activiteiten:
- Bevorderen van brandveiligheid van technische installaties.
- Bevorderen van brandveilig werken.
- Bevorderen van alternatieve bluswatervoorzieningen.
- Onderzoeken van een redelijke bovengrens aan grote brandcompartimenten.
- De brandveiligheid van veestallen inbrengen als relevante factor voor het ruimtelijke ordeningsbeleid.
- Voortzetten en verder uitbouwen van de registratie van stalbranden en onderzoek naar de oorzaken ervan.
De adviezen van de onderzoekers onderschrijft Martijn van Dam en neemt de volgende acties:
- Martijn van Dam ondersteund het initiatief van de partijen die bij de uitvoering van het Actieplan betrokken waren om te willen blijven samenwerken en daarmee vervolg te willen geven aan het Actieplan. De betrokken partijen hebben hier inmiddels stappen in gezet en zullen in lijn met de bevindingen van het evaluatierapport hun samenwerking continueren. De staatssecretaris roept partijen op om concrete doelen voor de komende periode vast te leggen en ben bereid om die financieel te ondersteunen.
- Van de initiatieven om brandveiligheidsvereisten in onder meer keurmerken op te nemen zijn er eerste voorbeelden. Ook heeft een aantal verzekeraars periodieke keuringen in hun voorwaarden opgenomen. De staatssecretaris ondersteund die aanpak en zal de sectoren blijven wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid die zij hebben ten aanzien van de veiligheid van dieren.
- Om de aandacht voor brandveiligheid van veestallen in het onderwijsveld te vergroten zal hij hiervoor nadrukkelijk aandacht vragen bij partijen in het agrarische onderwijs.
- Ook zal hij in overleg treden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Brandveiligheid moet onderdeel worden bij het controleren van stallen door omgevingsdiensten. Ten aanzien van het ruimtelijke ordeningsbeleid zal Martijn van Dam met het Interprovinciaal Overleg (IPO) in overleg treden of restricties kunnen worden gesteld aan totaal bebouwd oppervlak in plaats van restricties ten aanzien van de maximale omvang van een bouwblok. Dit om te voorkomen dat nieuwe stallen aan bestaande stallen worden gebouwd of er dicht bij worden geplaatst.
Aanvullende acties op korte termijn
Met de bovenstaande acties is Martijn van Dam er van overtuigt dat belangrijke stappen worden gezet om de structurele aanpak van stalbranden te garanderen. Tegelijkertijd wil de staatssecretaris twee extra maatregelen in gang zetten:
- het laten opnemen van aanvullende brandveiligheidsmaatregelen voor bestaande stallen in private kwaliteitssystemen.
- en een verkenning naar de aanpassing van het Bouwbesluit voor bestaande stallen.
Bekijk voor meer informatie het rapport Evaluatie Actiepan Stalbranden 2012-2016.
Bron: Minesterie van EZ