De Nederlandse pluimveesector is hard getroffen door het gebruik van een bestrijdingsmiddel tegen bloedluis bij leghennen. De producent blijkt hieraan het verboden middel Fipronil te hebben toegevoegd. Rabobank schiet te hulp.
Bijspringen
Ruud Huirne, directeur Food & Agri: "Het is nog te vroeg om vast te stellen wat de exacte schade voor pluimveehouders is, maar één ding is zeker: bedrijven die in de kern gezond zijn kunnen erop rekenen dat Rabobank bijspringt als er financiële problemen overbrugd moeten worden. Het vertrouwen van consumenten in binnen- en buitenland is sterk beschadigd en dat zal voorlopig doorwerken. De Nederlandse legpluimveeketen staat er gelukkig tamelijk goed voor. Sinds 2013 hebben ondernemers goede voortgang geboekt op het gebied van winstgevendheid, duurzaamheid en innovatie. Landelijk is circa 80% van de pluimveehouders klant van Rabobank. We hebben inmiddels met bijna al onze getroffen klanten telefonisch contact gehad. In totaal hebben we de afgelopen weken meer dan 500 legpluimveehouders gesproken. Deze betrokkenheid wordt gewaardeerd. De zorgen van ondernemers zijn groot, ook van degenen die niet direct getroffen zijn. Daarnaast is er contact met diverse ketenpartijen; een deel wordt ook hard getroffen door deze crisis."
Impact
Een totaalbeeld van de impact kunnen we op dit moment nog niet geven. De schade verschilt van bedrijf tot bedrijf. Voor zover nu bekend zijn 155 bedrijven geheel of gedeeltelijk beperkt in hun afzet. De eieren worden vernietigd en voor de leghennen geldt 'ruimen of ruien'. Dat betekent dat veel bedrijven voorlopig (deels) stil komen te liggen. De impact loopt uiteen van directe schade, onder andere doordat eieren vernietigd moeten worden en (voer)kosten doorlopen, tot indirecte schade als bijvoorbeeld de export van Nederlandse eieren belemmerd wordt. Grote onzekerheid bestaat nog over de mogelijke claims die kunnen volgen door recalls van besmette eieren uit de retail.
Topoverleg
De Rabobank wordt door Ruud Huirne direct vertegenwoordigd in het topoverleg tussen de sector en de overheid, dat wordt geleid door staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken). Dit overleg verloopt constructief. Alle partijen nemen hun verantwoordelijkheid, maar het is nog niet duidelijk hoe de steun aan de sector concreet vorm krijgt.