Het Ministerie van Economische Zaken is geïnteresseerd in het beeld dat de Nederlandse bevolking heeft van de Nederlandse landbouw. Middels onderzoek, waarbij de maatschappelijke waardering van de landbouw wordt vastgelegd in een rapportcijfer, wil het Ministerie van Economische zaken meten wat het huidige beeld is onder de Nederlandse bevolking en hoe dit beeld zich door de jaren heen ontwikkelt.
In dit onderzoek is er op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken gekeken naar het beeld dat de Nederlandse bevolking heeft van de Nederlandse landbouw en visserij. De centrale vraag bij dit onderzoek is: hoe is de maatschappelijke waardering voor de Nederlandse landbouw en visserij? Middels een onderzoek onder ruim 1.000 Nederlanders, waarbij de maatschappelijke waardering van de landbouw werd vastgelegd in een rapportcijfer, is vervolgens gemeten wat het huidige beeld is onder de Nederlandse bevolking. De waardering voor de Nederlandse landbouw is over het algemeen neutraal tot (zeer) positief. De Nederlandse landbouw wordt beoordeeld met een gemiddeld rapportcijfer van 7,7. Deze waardering is nagenoeg gelijk met voorgaande metingen.
Hieronder enkele conclusies uit het onderzoek:
- Driekwart van de bevolking beoordeelt de agrarische ondernemer als positief
- De helft van de Nederlanders geeft aan geraakt te worden door slecht nieuws over de agrarische sector.
- Driekwart vindt het noodzakelijk dat Nederland ook in de toekomst nog over agrarische bedrijven beschikt.
- Over het algemeen hechten bewoners van niet-stedelijke gebieden meer waarde aan de agrarische sector en het platteland dan bewoners uit stedelijke gebieden. Maar als het om het op duurzame wijze produceren van voedsel gaat en het meewegen van de duurzaamheid bij het kopen van voedsel, dan verschillen de niet-stedelijke en stedelijke bewoners niet van elkaar.
- Zes op de tien Nederlanders zijn enigszins tot goed bekend met de agrarische sector. De bekendheid met de agrarische sector komt voornamelijk omdat men op het platteland woont of familie daar heeft werken. Ook de media speelt een rol in de bekendheid.
- Over het algemeen is de bekendheid en waardering met de agrarische sector hoger onder 55-plussers en lager onder jongeren (18 tot 34 jaar).
- Ongeveer driekwart van de Nederlanders heeft een enigszins tot (zeer) positief beeld van de agrarische ondernemer (76%). Slechts 4% beoordeelt de agrarische ondernemer als enigszins tot (zeer) negatief. Over de jaren is het beeld ongeveer gelijk gebleven.
- In tegenstelling tot voorgaande jaren worden geen verschillen in beoordeling gevonden tussen Nederlanders die wonen in stedelijke gebieden en Nederlanders die wonen in niet-stedelijk gebieden.
- Iets meer dan de helft van de Nederlanders doet het iets tot veel als zij slecht nieuws over de agrarische sector te horen krijgen (52%). Eén op de vijf Nederlanders geven aan dat het hen niets tot weinig doet (19%). Dit is ten opzichte van voorgaande jaren nauwelijks verandert.
- Driekwart van de Nederlanders vind het noodzakelijk dat Nederland in de toekomst agrarische bedrijven heeft (75%).
- In vergelijking met voorgaande meting vinden de Nederlanders vaker dat de agrarische sector een belangrijke bijdrage levert aan de Nederlandse samenleving (66% versus 61).
- Iets meer dan de helft van de Nederlanders geeft aan het belangrijk te vinden dat de agrarische sector op een duurzame wijze voedsel produceert (55%). Desondanks geeft slechts een kwart aan de duurzaamheid mee te wegen wanneer zij voedsel kopen (26%).
- In Nederland is 15% (zeer) goed bekend met de agrarische sector. Het grootste deel van de Nederlanders is enigszins bekend (47%) en 38% is (helemaal) niet zo bekend met de agrarische sector.
- Zes op de tien Nederlanders beoordelen de Nederlandse landbouw met een 8 of hoger (60%). Slechts 3% waardeert de Nederlandse landbouw met een onvoldoende.
- Jongeren (18 tot 34 jaar) geven gemiddeld een iets lager cijfer (7,4) terwijl ouderen (55+) een cijfer geven dat gemiddeld iets hoger ligt (7,9).
Belangrijkste associaties met agrarische sector zijn:
Bekendheid agrische sector:
Bron: Het Ministerie van Economische Zaken