Tevredenheid over het besluit van staatssecretaris Van Dam om in het najaar met de varkens- en pluimveesector in overleg te gaan over de POR-regeling.
De POR-regeling moet volgens NVV en LTO Varkenshouderij worden bezien in combinatie met het stelsel van dierrechten, in relatie tot de evaluatie van de Meststoffenwet.
Voorbarig
‘Wij vinden het in dat opzicht wel voorbarig dat hij nu nogmaals heeft gezegd dat hij op dit moment geen ruimte ziet voor verlenging van de POR-regeling’, zeggen NVV-voorzitter Ingrid Jansen en voorzitter Eric Douma, van LTO Varkenshouderij. Van Dam kondigde het najaarsoverleg met de varkens- en pluimveesector gisteren aan, in antwoord op de aangenomen Kamermotie van Jaco Geurts (CDA) en Helma Lodders (VVD).
Zij stelden vorige week dat de beëindiging van de POR-regeling niet mag worden meegenomen in het maatregelenpakket voor de fosfaatvermindering in 2017. De staatssecretaris moet hierover volgens de Tweede Kamer besluiten in het kader van de evaluatie van de Meststoffenwet.
Over de POR-regeling
De POR-regeling (Regeling ontheffing productierechten Meststoffenwet) stamt nog uit de tijd dat wijlen Wien van den Brink (oprichter NVV) Kamerlid voor de LPF was. In januari 2015 is de regeling voor het laatst opengesteld voor varkens en pluimvee. De regeling biedt ruimte voor 121.622 varkenseenheden en 1.200.000 pluimveerechten en houdt in dat zonder dierrechten mag worden uitgebreid, mits de mest honderd procent wordt verwerkt en buiten Nederland wordt afgezet.
Nek uitgestoken
‘Het afschaffen van deze regeling zou juist de varkens- en pluimveehouders die hun nek hebben uitgestoken om de mestverwerking van de grond te krijgen, treffen’, stelden Jansen en Douma eerder al.