In november 2016 werd voor het eerst in Nederland massale sterfte onder wilde vogels vastgesteld als gevolg van vogelgriep. Het betrof een hoogpathogene vogelgriep van subtype H5N8 (HPAI H5N8). Bij een enkele vogel werd H5N5 vastgesteld. Gelijktijdig kwamen vanuit diverse andere Europese landen soortgelijke meldingen. Ook in december werd massale vogelsterfte geregistreerd, maar sindsdien lijkt de situatie in Nederland rustiger. Alertheid blijft echter geboden.
Vanaf de tweede week van november vorig jaar werd een sterke stijging zichtbaar in het aantal meldingen van dode wilde vogels via het gezamenlijke meldpunt voor vogelsterfte van Sovon en DWHC. Al snel werd duidelijk dat er op de Gouwzee en het Wolderwijd ongewone sterfte plaatsvond, met name onder duikeenden (kuif- en tafeleenden). De vogels bleken besmet met HPAI H5N8.
Opruimen kadavers
Verschillende organisaties, waaronder gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat, raakten betrokken bij het opruimen van de kadavers en zodoende ook bij de registratie van de aantallen. Eind november stond de teller van het aantal opgeruimde kadavers op en rond de Gouwzee en de Randmeren op ca. 4500. Het betrof merendeels Kuifeenden.
Tweede piek vogelsterfte
Vanaf begin december tekende zich een tweede piek af in massale vogelsterfte. Zowel het aantal locaties als het aantal soorten dat hierbij betrokken was nam toe. Het meest opvallend waren meldingen van circa 500 dode vogels op Texel en circa 1700 dode vogels in Friesland. Ditmaal waren het vooral smienten. Opmerkelijk was dat het aantal meldingen uit Zeeland, waar jaarlijks ook veel watervogels overwinteren, beperkt bleef.
Gestage afname dode vogels
Vanaf de tweede helft van december nam het aantal meldingen gestaag af. Het iets hogere aantal dode vogels in de tweede week van januari betrof ca. 140 meeuwen (met name kokmeeuwen) bij Markelo. Enkele hiervan zijn onderzocht maar AI werd niet aangetoond.
Getroffen vogelsoorten
Dodelijke HPAI H5N8 is in Nederland in 2016/17 tot dusver aangetoond bij de volgende soorten: wilde eend, knobbelzwaan, brandgans, grauwe gans, eider, tafeleend, kuifeend, smient, wintertaling, fuut, kokmeeuw, stormmeeuw, kleine mantelmeeuw, zilvermeeuw, grote mantelmeeuw, zeearend, buizerd, slechtvalk, zwarte kraai en ekster. Opvallende sterfte werd ook bij enkele andere (watervogel)soorten waargenomen (bijvoorbeeld blauwe reiger). Bij een aantal van deze soorten is HPAI H5N8 elders in Europa vastgesteld. De sterfte was het meest prominent onder kuifeend en smient.
Alertheid blijft geboden
Dat het aantal meldingen van dode vogels weer flink is afgenomen, is hoopvol. Maar dit hoeft niet te betekenen dan het virus daadwerkelijk uit Nederland verdwenen is. Massale vogelsterfte in de laatste twee maanden van 2016 maakten de aanwezigheid van het virus duidelijk zichtbaar, en het is bekend dat de gevoeligheid voor het virus per vogelsoort verschilt.
Bron: DWHC