De vraag naar pluimveevlees blijft op peil, waardoor de opbrengstprijzen stijgen. De voerprijzen zijn intussen stabiel. Dit zorgt voor verbetering van het rendement in de Europese vleespluimveehouderij. Ook voor de Nederlandse sector blijven de uitbetaalprijzen op een relatief hoog niveau. Dit komt door de lagere productie als gevolg van de omschakeling naar nieuwe welzijnsconcepten voor de retail in Nederland. Onze verwachting is dat deze situatie zeker tot het einde van 2016 aanhoudt.
De vermeerderingssector maakt andere tijden mee. Gewijzigde marktomstandigheden leiden tot overaanbod en een sterke daling van de prijzen. De bodem lijkt inmiddels bereikt, maar herstel van de markt zal enige tijd nodig hebben. De verwachting voor de rest van 2016 is gematigd.
De Europese pluimvee-industrie heeft een redelijk tweede kwartaal achter de rug, ondanks een daling van de prijzen. Deze daling werd veroorzaakt door een hoge productie, gestegen voerprijzen en een matige vraag in Duitsland, de belangrijkste importmarkt binnen Europa. Veel van deze effecten werden tenietgedaan door sterke exportcijfers en een lagere productie in Nederland en Duitsland door de verschuiving naar meer marktconcepten met trager groeiende dieren en een lagere bezetting per vierkante meter staloppervlak.
Het Europese exportvolume van pluimveevlees is in het eerste half jaar van 2016 met 10% (75.000 ton) gestegen. De belangrijkste exportbestemmingen waren Zuid-Afrika, Filippijnen, Hongkong en Oekraïne. Als gevolg van de competitieve wereldmarkt is de import naar de EU eveneens toegenomen met 7% (25.000 ton), vooral vanuit Brazilië en Thailand. Oekraïne is naast exportbestemming ook de derde belangrijkste exporteur naar de EU geworden met 20.000 ton in de eerste zes maanden van 2016 (+15%). Een andere belangrijke stijger is Chili. De import uit dat land steeg met 65% tot 17.000 ton.
Vooruitblik: positieve rendementsverwachting voor Europa
Door een stabiele verwachting voor de voerprijzen en goede marktvraag zijn de vooruitzichten positief. De belangrijkste onzekere factor is de impact van de continue productiestijging in Oost-Europa. Al enkele jaren bedraagt die meer dan 10%. Vraag vanuit de markt wordt in diverse Oost-Europese landen gestimuleerd met onder andere verlaging van de btw op pluimveevlees. De Noordwest-Europese markt wordt blijvend beïnvloed door de stijging van conceptmatige productie. Belangrijke exporterende landen, zoals Nederland en Duitsland, groeien naar verwachting niet doordat vergunningen voor uitbreiding lastig zijn te realiseren. Daarnaast is de marktomvang in Nederland beperkt door het systeem van dierproductierechten. Uitbreidingen in de vleespluimveesector zullen meer en meer in Oost-Europa plaatsvinden.
Eerste half jaar goed voor Nederlandse vleeskuikenmarkt
Ten opzichte van de eerste helft van 2015 is het saldo in de vleeskuikenhouderij gestegen met 25-30% (bron: LEI-monitor). De belangrijkste oorzaak is de lagere voerprijs (-7%). De daling daarvan compenseerde ruimschoots de licht gedaalde opbrengstprijs. Voor de tweede helft van het jaar is de verwachting eveneens positief door de stabiele voerprijzen en lagere prijzen voor eendagskuikens. Daarnaast heeft de aanhoudende druk op het aanbod een positieve uitwerking op de uitbetaalprijzen. Het productiejaar 2016 zal de boeken in gaan als een van de beste jaren in de recente geschiedenis van de sector.
Broedeimarkt volledig ingestort
Na een moeizame start van 2016 is de markt voor broedeieren vanaf juni in een stevige dip geraakt. Diverse factoren hebben elkaar hierbij versterkt:
- Het aantal vleeskuikenmoederdieren is sinds 2013 met meer dan 10% toegenomen.
- Deze stijging is voor een belangrijk deel door traaggroeiende rassen gerealiseerd.
- De gemiddelde broedeiproductie is gestegen.
- Door de switch naar welzijnsconcepten zijn er in Nederland minder eendagskuikens nodig.
- In de belangrijkste afzetgebieden, waaronder Rusland, koelt de economie af en daalt de valutawaarde.
- Er bestaan belemmeringen bij de export naar diverse landen buiten de EU, zoals Irak en Libië.
Prijzen voor broedeieren kelderen, maar de bodem lijkt bereikt
In juni en juli kelderden de marktprijzen. Dit heeft tot noodzakelijke maatregelen geleid, zoals afzet van broedeieren naar de eiverwerkende industrie en het vervroegd uit productie nemen van dieren. Dit soort ingrepen is zeldzaam en vindt alleen plaats bij bijzondere omstandigheden, zoals de uitbraak van een dierziekte.
Door de verlaging van het aanbod lijkt de bodem in de markt gevonden. In de toekomst is het noodzakelijk dat de balans tussen vraag en aanbod terugkeert en wordt bewaakt. Hiervoor is een betere afstemming in de productieketen van broedeieren nodig.
Het jaar 2016 zal de boeken ingaan als een keerpunt na jarenlange hoge rendementen in deze sector. Naar verwachting zal deze moeilijke periode leiden tot veranderingen in afzetstructuren, met nieuwe en langdurige(re) verbindingen tussen producenten, broederijen, handelaren en afnemers.
Conclusie: 2016 is historisch keerpunt voor vleespluimvee
Het belangrijkste element binnen de vleeskuikenhouderij in 2016 is de verdere voltooiing van de productie voor de Nederlandse retail met verschillende concepten waarin meer aandacht is voor extra dierenwelzijn. Dit proces is inmiddels nagenoeg afgerond. De uitdaging voor het komende jaar is het optimaliseren van de verkoop van het hele kuiken binnen het concept, de zogenaamde vierkantsverwaarding. Voor de reguliere sector ligt er een uitdaging in het weerstand bieden aan de toenemende (prijs)concurrentie vanuit Oost-Europa. Focus op kostprijs aangevuld met nieuwe duurzaamheidselementen zal hierbij aandacht vragen.
Het jaar 2016 eindigt voor de vermeerderingssector in mineur door de hierboven genoemde oorzaken. Onze verwachting is dat deze dip een blijvende impact op deze sector heeft. Vooruitkijkend biedt 2017 de nodige uitdagingen. De vleeskuikensector wordt op verschillende fronten uitgedaagd. In het verleden heeft de sector veel veerkracht laten zien. Deze wordt komend jaar opnieuw getest.
Bron: Rabobank