Het ministerie van Economische Zaken hanteert sinds 2007 een ambitie duurzame stallen. De overheid ambieert een integraal duurzame veehouderij in 2023. Deze ambitie past binnen het beleid van het ministerie op het gebied van duurzame veehouderij en dierenwelzijn. Vanaf 2009 wordt deze ambitie jaarlijks gemonitord.
In de begroting van het ministerie van Economische Zaken van 2014 is als streefwaarde voor het aandeel integraal duurzame stallen voor eind 2014 een percentage van 10% vastgelegd. Het gaat om het percentage van het totaal in dat jaar in gebruik zijnde stallen voor rundvee, varkens- en pluimveehouderij.
Het ministerie heeft Wageningen UR gevraagd het aandeel integraal duurzame stallen te monitoren met de volgende uitgangspunten. Integraal duurzame stallen zijn gedefinieerd als stal- en houderijsystemen waarin verschillende duurzaamheidkenmerken in onderlinge samenhang zijn verbeterd ten opzichte van de regulier toegepaste stallen of systemen. Het gaat om stallen en houderijsystemen die het dierenwelzijn extra verbeteren door het toepassen van maatregelen die verder gaan dan de wettelijke welzijnsnormen en die daarnaast tenminste voldoen aan andere maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen voor milieu, diergezondheid en arbeidsomstandigheden én economisch haalbaar zijn.
De monitor is gebaseerd op stallen en houderijsystemen waarbij integrale duurzaamheid met een certificaat of een subsidiebeschikking is geborgd. De monitor is uitgewerkt voor de sectoren rundvee-, varkens- en pluimveehouderij. De monitor wordt jaarlijks geactualiseerd. In deze rapportage is ook een schatting gemaakt van het aantal dierplaatsen dat integraal duurzaam is.
De resultaten van de monitor laten zien dat er op 1 januari 2015 in Nederland ongeveer 81.000 stallen met rundvee, varkens en/of pluimvee zijn. Het aandeel gerealiseerde integraal duurzame stallen bedraagt in totaal 11,3%. Dit percentage loopt uiteen van 6,3% in de rundveehouderij tot 21,7% in de varkenshouderij en 32,1% in de pluimveehouderij. Er blijkt een gestage toename in het aandeel integraal duurzame stallen die vooral voortkomt uit de bouw van stallen die voldoen aan de criteria uit de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Met een realisatie van integraal duurzame stallen op 1 januari 2015 van 32,1% bij pluimvee en 21,7% bij varkens is de doelstelling van 10% integraal duurzame stallen voor die diersoorten in 2014 gehaald. Voor de rundveehouderij is met 6,3% integraal duurzame stallen dit percentage niet gehaald.
In absolute aantallen groeit het aantal integraal duurzame rundveestallen de laatste 2 jaar overigens harder dan de andere diercategorieën. Het aandeel in aanbouw zijnde integraal duurzame stallen ten opzichte van het totaal aantal stallen ligt voor peildatum 1 januari 2015 op 0,9%. In 2012, 2013 en 2014 lag dit percentage van het aandeel in aanbouw zijnde stallen resp. 1,7%, 1,7% en 1,4%. Als de in aanbouw zijnde stallen allemaal worden gerealiseerd, is het aandeel integraal duurzame stallen 12,2%; 6,9% voor rundvee, 23,2% voor varkens en 35,0% voor pluimvee. De groei over de afgelopen monitoringsperiode en de in voorbereiding zijnde integraal duurzame stallen laten perspectief zien voor een verdere toename van het aandeel duurzame stallen.
Op basis van dierplaatsen blijkt dat 15,9% van het rundvee, 36,3% van de varkens en 35,0% van het pluimvee integraal duurzaam gehouden wordt. Het aandeel dieren gehuisvest in duurzame stallen ligt voor rundvee en varkens duidelijk hoger dan het aandeel integraal duurzame stallen.
Lees hier het volledige rapport.
Foto: United Soybean Board
Meer informatie
SMK
Alexanderveld 7
2585 Den Haag
T.: +31 (0)70 3586300
E.: smk@smk.nl
W.: www.smk.nl