Volgende week behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering. Hiermee wil het Kabinet een belangrijke stap zetten om uit de stikstofcrisis te komen. LTO Nederland, Agractie en NAJK vinden dat de stikstofwet beter kan en moet.
Maar een wet alleen helpt Nederland niet uit de stikstofcrisis. Er is meer nodig om ervoor te zorgen dat bedrijven gaan investeren in minder emissies en weer bijdragen aan economische groei. De randvoorwaarden kunnen beter. Met meer zekerheid voor bedrijven en voor natuur. Deze zeven punten zijn ingebracht bij Tweede Kamer om te betrekken bij de beraadslaging over het wetsvoorstel.
1. Weeg naast ecologische, ook de sociaaleconomische gevolgen van doelen en maatregelen
De Habitatrichtlijn schrijft in artikel 2 lid 3 voor dat bij op grond van de richtlijn genomen maatregelen er rekening moet worden gehouden met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied. Dat betreft zowel de omgevingswaarden als de programma’s die worden opgesteld. Bij het wetsvoorstel hoort een gedegen rapportage op deze aspecten. Met andere woorden: wat gaan de maatregelen ondernemers kosten? Zijn deze haalbaar en betaalbaar? Wat betekenen de maatregelen voor het verdienmodel nu en op termijn?
2. Resultaatverplichting in de wet mag geen bewegend doel zijn
Het wetsvoorstel legt een harde resultaatverplichting voor 2030 vast. Dat vereist dat de monitoring duidelijk is. Echter, gezien de vele onzekerheden waarmee metingen en modellen van stikstofemissie en depositie zijn omgeven is dat allerminst het geval. Daarnaast zijn er factoren waarop de landbouw geen invloed heeft, maar die wel het halen van doelen beïnvloeden. Zoals de stikstofuitstoot vanuit het buitenland en mogelijke tegenvallers buiten de landbouw. Deze mogen niet worden afgewenteld waardoor de resultaatverplichting in de wet in de praktijk voor de landbouw een bewegend doel wordt.
3. Geef duidelijkheid over termijn en kosten bij oplossen melders en knelgevallen
LTO onderstreept van harte dat de minister PAS-melders legaal wil houden. Echter hoeveel tijd daarmee is gemoeid en welke stappen daarvoor gezet moeten worden is onduidelijk. Daarnaast zijn er meer bedrijven die te goeder trouw helaas geen Natuurvergunning hebben. Ook voor hen moeten er oplossingen komen. Geef ook de duidelijkheid dat een eventueel nieuw vergunningstraject voor aanvragers geen kosten van leges met zich brengt naast de advieskosten die een bedrijf vaak al opnieuw moet maken.
4. Uniforme registratie externe saldering: stikstof per hexagoon vastleggen
Bij vergunningverlening door externe saldering van stikstof is de kans dat stikstof weglekt groot. Dat kan worden voorkomen door een uniforme registratie van stikstof per hexagoon. Per nieuwe vergunningaanvraag wordt gevolgd hoeveel stikstof van een stikstofgever wordt gebruikt en hoeveel resteert voor eventuele andere of vervolgaanvragen. Een registratiesysteem moet uniform zijn en voor zowel de overheid als bedrijven beschikbaar zijn.
5. Een rode knop op extern salderen
De meeste provincies hebben intussen extern salderen mogelijk gemaakt. Tot nu toe lijkt het aantal transacties en daaruit volgende nieuwe aanvragen voor een Natuurvergunning beperkt. Of dat zo blijft is onzeker. Belangrijk is dat ongewenste ontwikkelingen zoals grootschalige opkoop van stikstof in de landbouw door andere sectoren tijdig worden vastgesteld en waarna effectief wordt ingegrepen. Daarvoor zijn er nog geen duidelijke kaders. Wij vragen dat Rijk en provincies een zogenoemde ‘rode knop op extern salderen’ vaststellen.
6. Investeren en innoveren in plaats van saneren door opkoop
Opkoop van veehouderijbedrijven is een dure en weinig kosteneffectieve maatregel. Voor hetzelfde geld kan meer stikstofreductie bereikt worden door financiële stimulering van investeringen van bedrijven in emissievermindering. Het mes snijdt dan aan meerdere kanten: minder emissies en daarmee meer depositievermindering is beter voor de natuur, investeringen dragen bij aan economische groei, landbouwbedrijven investeren versneld in verduurzaming, de ontwikkeling van innovaties krijgt impulsen en de toonaangevende positie van de Nederlandse agrosector wordt versterkt. De motie Bisschop (SGP) ingebracht bij de LNV begrotingsbehandeling ondersteunen wij daarom van harte.
7. Nieuwe natuur in aanwijzingsbesluiten zonder extra beperkingen
Recent is bekend geworden dat in tal van N2000 gebieden er soorten en (leef)gebieden toegevoegd zijn aan de Natura2000 aanwijzing, waardoor zelfs op landbouwgrond op stikstof getoetst moet worden. De vreemde en onacceptabele situatie doet zich voor dat met toenemend succes van N2000 herstelmaatregelen en stikstofreductie er meer gekwalificeerde soorten zullen voorkomen in grotere leefgebieden die vervolgens onder het strenge beschermingsregiem van de Habitatrichtlijn c.q. wet Natuurbescherming vallen. Hoe beter het de natuur dus vergaat, hoe groter de gevolgen. Dat haalt ieder draagvlak onder het treffen van maatregelen weg. Garanties zijn nodig om dit te voorkomen.
Bron: LTO Nederland