Coccidiose is een veel voorkomende ziekte die de darmgezondheid aantast bij pluimvee. Het wordt veroorzaakt door een parasiet (Eimeria spp.) die darmepitheelcellen vernietigt met als gevolg een verminderde opname van nutriënten en dus verminderde prestaties. De ziekte verloopt vaak ongemerkt (subklinische coccidiose) waarbij ondanks het ontbreken van klinische symptomen toch een grote inpakt op de technische resultaten wordt gezien. Het niet optimaal kunnen benutten van het voeder zal leiden tot lagere eindgewichten en verhoogde voederconversies. Bij vleeskuikens wordt coccidiose voornamelijk bestreden door toevoeging van coccidiostatica aan het voeder. Het aantal geregistreerde/toegelaten producten in Europa is beperkt; het feit dat er een nieuw product beschikbaar is op de Europese markt is dan ook zeer uitzonderlijk.
Monimax® bevat zowel monensin als nicarbazine. Deze actieve bestanddelen werden gecombineerd omdat ze elk in een andere fase van de levenscyclus van de parasiet inwerken (Figuur 1):
- Monensin interageert met de parasiet wanneer die zich nog in het lumen van de darm bevindt en heeft dus een effect tijdens de vroege stadia van de ontwikkeling.
- Nicarbazine zal in latere stadia interageren, wanneer de parasiet de darmcellen reeds is binnengedrongen.
De synergie tussen de twee actieve bestanddelen, gecombineerd in één product, resulteert in een groter antiparasitair effect dan wanneer de beide bestanddelen afzonderlijk zouden worden toegediend.
Monimax® is geregistreerd voor gebruik bij vleeskippen aan 500-625 gram per ton voeder, respectievelijk resulterend in een eindconcentratie van 40/40-50/50 milligram monensin/nicarbazine per kg compleet voeder. Bij gebruik van Monimax® in vleeskippen aan deze doseringen is er geen wachttijd.
Synergie tussen monensin en nicarbazine (Monimax®)
De synergie tussen monensin en nicarbazine werd onomstotelijk aangetoond in een experimentele proef. Verschillende groepen vleeskippen kregen ofwel een voeder met coccidiostaticum (proefgroepen) ofwel een voeder zonder coccidiostaticum (controlegroepen) en werden geïnfecteerd met een Eimeria inoculum (verschillende Eimeria species). Een week na infectie werden de dieren geëuthanaseerd en werd de ernst van de ziekte aan de hand van letselscores (Johnson en Reid, 1970) bepaald.
De inclusie van monensin en nicarbazine was 40 ppm en dit zowel in de groepen waar slechts één actief bestanddeel werd toegediend als de groep waar twee actieve bestanddelen (Monimax®) werden toegediend. De separate toediening van de individuele bestanddelen, aan deze lage dosis, resulteerde niet in een verbetering ten opzichte van de controle groep (IUC). Wanneer Monimax® werd toegediend was er wel een significante verbetering ten opzichte van de controle groep (IUC). Deze resultaten waren significant voor alle Eimeria species (E. acervulina, E. maxima en E. tenella, zie Tabel 1), wat duidt op een synergie tussen beide componenten van Monimax®.
Tabel 1: Resultaten van letsel scores op 6 dagen na de infectie
De werkzaamheid van Monimax® onder experimentele omstandigheden
Om de werkzaamheid van Monimax® te beoordelen werd een meta-analyse uitgevoerd op de resultaten van 27 studies waar de gevoeligheid van de parasiet voor Monimax® werd bepaald. Deze studies werden uitgevoerd met Eimeria stammen die in verschillende Europese en niet-Europese landen werden verzameld gedurende 7 jaar (2013 – 2019). Elke studie werd volgens een gelijkaardig protocol uitgevoerd , zie Figuur 2.
Het verschil tussen de geïnfecteerde en de niet- geïnfecteerde groepen toont aan dat de zware infecties een duidelijke impact hebben op de technische resultaten. Dieren die voeder kregen met Monimax® scoren significant beter op alle technische parameters zoals gemiddelde dagelijkse groei, gemiddelde dagelijkse voederopname en voederconversie ten opzicht van de groep die een coccidiose infectie kreeg maar geen coccidiostatica in het voer (IUC), zie Tabel 2.
Tabel 2: Technische resultaten (meta-analyse 27 studies).
Tijdens deze meta-analyse werden ook de letselscore resultaten van de verschillende Eimeria species geëvalueerd (Tabel 3). Ook hier is er een grote impact van de infectie en heeft de IUC voor alle species een hoge score in vergelijking met de UUC. De dieren die Monimax® kregen hebben zowel voor E. acervulina, E. maxima en E. tenella een significante reductie van de letsels. Hieruit kunnen we afleiden dat Monimax® een goede coccidiose control geeft onafhankelijk van de specifieke Eimeria species aanwezig in de stal.
Tabel 3: Parasitologische resultaten (meta-analyse 27 studies)
De werkzaamheid van Monimax® onder commerciële omstandigheden
Een recente veldstudie, uitgevoerd in Duitsland (2019) waarbij 203.200 vleeskippen werden verdeeld over acht stallen, toont aan dat Monimax® een positief effect heeft op zowel groei, voederconversie als op het verminderen van voetzool letsels. De details van de proefopzet zijn weergegeven in de tabel hieronder (Tabel 4).
Tabel 4: Voeder fases en proefopzet
De dieren in de Monimax® groep hadden gemiddeld betere technische resultaten en een hoger percentage dieren met perfecte voetzolen (= score 0; geen letsels) dan de dieren uit de controle groep (Tabel 5). De voetzolen werden op 2 verschillende tijdstippen geëvalueerd: op dag 32 (tijdens uitladen) en op het einde van de ronde (dag 41). Betere coccidiose controle resulteert in gezondere darmen, beter opname van nutrienten en als een gevolg daarvan ook een betere strooiselkwaliteit. Voetzool letsels zijn een belangrijke indicator voor dierenwelzijn.
Tabel 5: Technische resultaten in veldomstandigheden
Samengevat werd de werkzaamheid van Monimax® aangetoond onder commerciële en experimentele omstandigheden. De synergie tussen de actieve bestanddelen monensin en nicarbazine in het nieuwe geautoriseerde combinatie product Monimax® resulteert in een uitstekende coccidiose controle met als gevolg betere technische resultaten en een verhoogd dierwelzijn.