Ten opzichte van voorgaande jaren zijn er in 2021 een stuk minder stalbranden geregistreerd. Het Verbond van Verzekeraars maakte dit hoopvolle bericht recentelijk bekend. Er schuilt echter wel een gevaar in de overdekte uitloop, die verplicht is voor vleeskuikenhouders bij de omschakeling naar het één ster Beter Leven-keurmerk. Overdekte uitlopen kunnen namelijk gevolgen hebben voor de brandveiligheid van stallen. Exlan Advies, onderdeel van Agrifirm, staat vleeskuikenhouders bij om bouwkundig gezien tot de beste oplossingen te komen.
Een stalbrand heeft grote economische en emotionele gevolgen. De overheid heeft de afgelopen tien tot twaalf jaar bewust gestuurd en gestimuleerd om de brandveiligheid in de huisvesting te verbeteren en daarmee het aantal dieren dat omkomt door een brand terug te dringen. Door de geactualiseerde bouweisen is er vanaf 2015 veel gebeurd. Veel stallen zijn van beton en voorzien van onbrandbaar of praktisch niet-brandbaar isolatiemateriaal. Alle pluimveestallen die na die tijd gebouwd zijn, zijn volgens die eisen vergund.
Nu veel vleeskuikenhouders, om te voldoen aan het één ster Beter Leven-keurmerk, investeren in een overdekte uitloop is opnieuw aandacht nodig voor brandveiligheid. Bas Kolkman, senior adviseur Bedrijfsontwikkeling bij Exlan Advies, licht toe waarom dit van belang is: “Een overdekte uitloop kan vergunningsvrij worden gerealiseerd. Dit neemt echter niet weg dat deze uitlopen aan de eisen in het Bouwbesluit moeten voldoen. Gebeurt dit niet, dan worden vrijstaande gebouwen soms zonder toepassing van brandwerende maatregelen verbonden door de uitloop. Als er minimaal vijf meter tussen de gebouwen zit, ieder met een oppervlakte van maximaal 2500 vierkante meter, spreek je over losse brandcompartimenten. De brandweer heeft hier de ruimte om tussen de stallen te komen en de kans dat een brand overslaat is relatief klein. Een brandcompartiment is feitelijk een gebouwvolume begrensd door wanden en plafonds, die de verspreiding van brand en rook naar omliggende compartimenten gedurende een bepaalde tijd dient te beletten. Maar door de verbinding met een uitloop kunnen twee losse compartimenten eigenlijk één worden. De impact van een eventuele brand kan hierdoor groter worden.”
Bouwkundig adviseur Benny van den Bor van Exlan Advies begrijpt de ontwikkelingen rond het één ster Beter Leven vanuit maatschappelijk oogpunt. “We moeten de effecten op brandveiligheid alleen niet vergeten. Naast de emotionele en economische schade voor de ondernemer leidt een stalbrand waarbij veel dieren omkomen ook tot een maatschappelijk debat. Om tot de beste oplossing te komen moet je dit vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken bekijken.”
Bouwbesluit
Op het moment dat er voor de bouw van een uitloop een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd, wordt de toetsing door de gemeente en brandweer gedaan. Het Bouwbesluit vraagt bij een staloppervlakte groter dan 2500 vierkante meter om aanvullende maatregelen op het gebied van brandveiligheid. Met een gelijkwaardigheidstoets, waarbij extra brandveiligheidsmaatregelen worden toegepast, kan een pluimveehouder tot 5400 vierkante meter gaan. Uitlopen die vergunningsvrij zijn (lager dan vijf meter en gelegen op het achtererf) worden door gemeente en brandweer niet beoordeeld.
“Persoonlijk vind ik dat een ondernemer bij iedere overdekte uitloop goed na moet denken over brandveiligheid. Ik ben van mening dat wij als adviseurs onze klanten hierop moeten wijzen”, is de mening van Kolkman. Zijn collega Van den Bor vult aan: “Het is als pluimveehouder belangrijk de regels met betrekking tot brandveiligheid mee te nemen in het omschakeltraject. Wij begeleiden ondernemers hierbij met onze Scharrelscan. Hiermee brengen wij in beeld wat nodig is om als bedrijf over te schakelen op een scharrelconcept. Ook geven we bij een overdekte uitloop een advies volgens de eisen uit het Bouwbesluit. Door kennis van de regels en mogelijkheden, kunnen wij meedenken in een oplossing die voldoet aan de eisen en tegelijkertijd kostentechnisch past bij de investering.”
Exlan Advies heeft specialisten in dienst die bouwkundig tekenen, het bestemmingsplan toetsen, doorrekenen hoeveel dieren er op de locatie kunnen worden gehouden en aangeven welk huisvestingssysteem daarvoor geschikt is. “Het begint met het idee van de ondernemer. Wij staan in de basis naast de ondernemer. We kijken mee en adviseren op bouwkundig gebied”, vertelt Bas Kolkman. “We sparren met de pluimveehouder over de opzet, maken een voorlopig ontwerp en toetsen dit aan het Bouwbesluit. De voorwaarden op het gebied van brandveiligheid werken we uit en we leggen de benodigde acties voor aan de ondernemer. We kunnen de ondernemer bijstaan in de vergunningsfase, maar ook tijdens de bestekfase en zelfs tijdens de uitvoering. Zo kunnen we ondernemers in elke fase van de bouw ontzorgen.”
Materiaaltoets
Eén van de onderdelen om tot een passend ontwerp te komen, is een materiaaltoets. Het Bouwbesluit verwijst hiervoor naar de NEN-normen. Hierin zijn bouwmaterialen aangemerkt in de Brandklasses A (niet brandbaar) tot en met D. Een stal moet op basis van het Bouwbesluit minimaal voldoen aan Brandklasse B. Van den Bor wil pluimveehouders wel bewust maken van het feit dat een verzekeraar of investeerder verder kan gaan dan deze minimale eisen. Zijn advies is dan ook: “Stem je bouwplannen altijd tijdig af met deze partij of partijen. Zo heb je daar na een brand in elk geval geen extra zorgen over.” Al bepaalt de materiaalkeuze op papier dus in grote mate de brandveiligheid van een gebouw, in de praktijk ligt dit vaak anders. Uit onderzoek blijkt dat verreweg de meeste branden ontstaan door haperende technische installaties. In combinatie met droge stof, dat natuurlijk veel voorkomt in de pluimveehouderij, en technieken voor luchtverversing die voor zuurstof zorgen, kan iets heel snel gaan branden. “Compartimentering is een belangrijk maatregel om de impact van een brand te beperken”, besluit Van den Bor.
Kolkman en Van den Bor constateren dat er in de vleeskuikenhouderij in de praktijk nog meer aandacht zou mogen en moeten zijn voor brandveiligheid. Door de minister zijn in oktober reeds aanvullende maatregelen aangekondigd, maar concreet zijn deze nog niet bekend gemaakt. Kolkman begrijpt dat extra eisen niet met gejuich zullen worden ontvangen. “Maar als Exlan Advies zien we het als een uitdaging om binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan samen met klanten te kijken naar de optimale oplossing voor hun bedrijf en hen perspectief te bieden.”
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Exlan Advies