Vaccinatie is één van de preventieve maatregelen die een vleeskuikenhouder kan nemen om zijn dieren te beschermen tegen ziekten. Maar in de praktijk geven de toegepaste vaccinaties niet altijd het gewenste resultaat. Het Proefbedrijf Pluimveehouderij en Pehestat onderzoeken momenteel in een demonstratieproject hoe dit komt. Ze willen oplossingen aanbieden die leiden tot een betere diergezondheid en een lager antibioticagebruik.
Drinkwater- en sprayenting worden wereldwijd courant toegepast bij vleeskuikens. In-ovo-vaccinatie is een nieuwe techniek die wereldwijd al courant wordt toegepast bij leghennen en gezien wordt als efficiënter en hygiënischer. Hierbij wordt het kippenembryo op dag achttien van het broedproces gevaccineerd. In-ovo-vaccinatie staat op het punt om in de praktijk ook bij vleeskuikens door te breken, met effecten op de conventionele entschema’s als gevolg.
De laatste tijd gaat er ook veel aandacht uit naar het effect van vroege voeding op darmgezondheid en algemene immuniteit. Kenmerkend is het beperken van het tijdsinterval tussen het uitkomen en de eerste water- en voederopname. Intussen bestaan er verschillende systemen voor het uitkomen van de kuikens in de stal of het verstrekken van voeder in de uitkomstkast. Deze systemen worden in de praktijk meer en meer toegepast.
Bij conventionele uitkomst in de broeierij worden de ééndagskuikens meestal geënt via sprayenting in de broeierij. Bij uitkomst in de stal moet de vaccinatie tegen NCD (Newcastle Disease) verplicht door de bedrijfsdierenarts in de vleeskuikenstal uitgevoerd worden, hierbij wordt vaak ook gevaccineerd tegen IB (Infectieuze Bronchitis). Sprayvaccinatie in de stal zelf vormt een uitdaging en vraagt een aangepaste vaccinatiestrategie per stal. Bij sprayvaccinatie in de broeierij zitten de kuikens homogeen verdeeld in bakjes terwijl ze in een stal over een groter oppervlak verspreid zitten. Ook het gebruik van aangepaste apparatuur en het uitvoeren van de Gumboro vaccinatie op de juiste leeftijd zijn aandachtspunten.
Historische data
Pehestat beschikt over gedetailleerde diergezondheidgegevens per toom van 60 procent van de Belgische vleeskuikenbedrijven. Op basis van deze gegevens van de voorbije twee jaar (meer dan 9.500 tomen) zoekt Pehestat uit wat de knelpunten zijn die ervoor zorgen dat de vaccinaties op sommige bedrijven niet het gewenste effect geven en wat de oorzaken van een hoger antibioticagebruik zijn. De eerste resultaten toonden onder andere aan dat de vaccinatie tegen Gumboro op veel bedrijven de kuikens onvoldoende beschermt. Hier is een aanpassing van de vaccinatiestrategie nodig. Op basis van de beschikbare informatie zullen de projectpartners stappenplannen opstellen voor een correcte uitvoering van entingen.
Demonstratierondes op het proefbedrijf
Het Proefbedrijf Pluimveehouderij evalueert in vier proefrondes de effecten van nieuwe ontwikkelingen zoals in-ovo-vaccinatie en vroege voeding op diergezondheid, immuniteitsopbouw en antibioticareductie ten opzichte van de gangbare vaccinatieschema’s. Ook de methodiek van de vaccinatie wordt bekeken. Zo wordt het effect van sprayvaccinatie in de broeierij vergeleken met sprayvaccinatie in de stal en wordt een suboptimale uitvoering van sprayvaccinatie in de pluimveestal – bijvoorbeeld niet het volledige staloppervlak sprayen – vergeleken met een optimale toepassing.
Opvolging van de praktijkbedrijven
hoog antibioticagebruik en/of specifieke problematiek opgevolgd gedurende minstens drie rondes. In functie van de bedrijfsspecifieke omstandigheden (omgevingsdruk, bedrijfsproblematiek zoals coccidiose, gezondheid van de moederdieren) worden de diergezondheid en het vaccinatieschema geëvalueerd. De pluimveehouder krijgt praktische tips waarmee het management en de vaccinatiestrategie op het bedrijf verbeterd kan worden om te komen tot een betere diergezondheid en een lager antibioticagebruik.
Toepassing van een coccidiose vaccinatie bij een hoge infectiedruk op het bedrijf, aanpassing van het gebruikte Gumboro-vaccin aan de omgevingsdruk of aanpassing van de vaccinatiemethodiek zijn enkele voorbeelden van gerichte aanpassingen op praktijkbedrijven. Via een kosten-batenanalyse krijgt de pluimveehouder inzicht in het effect van een aanpassing in de vaccinatiestrategie op de bedrijfsrendabiliteit.
Hoe ééndagskuikens optimaal vaccineren
De toepassing van in-ovo vaccinaties zit in de lift. Er komen meer van deze vaccins op de markt en de vaccinatietoestellen werken steeds optimaler. Het demonstratieproject toont aan dat de uitvoering van spray- en drinkwatervaccinatie op veel pluimveebedrijven beter kan. Op basis van de informatie uit dit project zullen de partners stappenplannen opstellen om de sector hierin te ondersteunen. We geven alvast enkele tips voor een correcte vaccinatie:
- Bewaar het vaccin in de koelkast (vier tot acht graden Celsius).
- Controleer bij drinkwatervaccinatie regelmatig de kwaliteit van het water.
- Stop bij drinkwatervaccinatie minstens 24 uur op voorhand met de toevoeging van zuren of ontsmettingsmiddelen.
- Schakel bij sprayvaccinatie (NCD, IB) de ventilatie uit tijdens het vaccineren.
Ook een gerichte afstemming van het vaccin (type/stam) op de omgevingsdruk en voorgeschiedenis bij de moederdieren en de keuze om tegen bepaalde virussen/infecties wel of niet te vaccineren zijn belangrijk. De bedrijfsdierenarts kan hierin adviseren.
Dit is een artikel uit de pluimveekrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.