De ondernemers die in 2017 de pluimveesector in een diepe crisis stortten door stallen schoon te maken met het verboden middel fipronil, zijn aansprakelijk voor de miljoenenschade van pluimveehouders.
De rechtbank in Arnhem heeft de bedrijven ChickFriend en ChickClean en hun eigenaars veroordeeld in een zaak die was aangespannen door zo’n 120 pluimveehouders. Zij hebben recht op schadevergoeding.
Fipronil
De rechtbank acht bewezen dat de eigenaars van de bedrijven wisten dat het bestrijdingsmiddel dat ze gebruikten tegen bloedluis, Dega-16, fipronil bevatte en dat het gebruik van het chemische spul verboden is. In hoge doses is het schadelijk voor de gezondheid.
Dega-16 leek voor de pluimveehouders een wondermiddel tegen de parasiet, totdat bleek dat het illegale bestanddeel erin zat. Op last van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moesten bedrijven massaal hun deuren sluiten. Eieren werden uit de handel genomen en miljoenen kippen werden uiteindelijk geruimd.
Vaststelling schadevergoedingen
In een afzonderlijke procedure voor de rechtbank moet de hoogte van de schadevergoedingen worden vastgesteld. Dan zal ook moeten blijken in hoeverre de pluimveehouders iets zullen terugzien van de tientallen miljoenen euro’s die ze door de fipronilaffaire hebben verloren.
De bloedluisbestrijders betoogden voor de rechter dat de NVWA aansprakelijk is voor de schade, omdat die tekortgeschoten zou zijn in het toezicht op het fipronilverbod. De rechtbank wees die eis af, omdat ChickFriend en ChickClean zelf opzettelijk het verboden middel gebruikten.
Belgische leverancier niet aansprakelijk
De Belgische leverancier van het bestrijdingsmiddel is niet aansprakelijk gesteld. De luizenbestrijders beweerden dat hij zonder hen te informeren fipronil had toegevoegd aan het middel Dega-16. Volgens de rechter staat echter vast dat dit op verzoek van ChickFriend en ChickClean gebeurde.
Bron: VILT