Per 1 januari 2020 eindigt de stoppersregeling van het Actieplan Ammoniak Veehouderij. Heb je gebruikgemaakt van de stoppersregeling? Dan moet je op 1 januari 2020 zijn gestopt met de varkens- of pluimveetak, of de huisvestingssystemen moeten op dat moment voldoen aan de eisen in het Besluit emissiearme huisvesting. Dit zijn de aandachtspunten bij stoppen of doorgaan.
Stoppen na einde stoppersregeling?
De meeste deelnemers aan de stoppersregeling hebben verouderde en kleine stallen. De verwachting is dan ook dat veel van deze bedrijven stoppen op 1 januari 2020. Ga je stoppen? Dan moet je daar waarschijnlijk een milieumelding van doen.
Als je van de stoppersregeling gebruikmaakt, is de kans groot dat je onder het Activiteitenbesluit milieubeheer valt. Dat betekent dat als je een milieurelevante activiteit beëindigt, je dit altijd moet melden bij de gemeente. Het houden van dieren is namelijk een milieurelevante activiteit. Het is dus verplicht om een melding te doen als je stallen leeg komen te staan. Dit is ook verplicht als een deel van het bedrijf, bijvoorbeeld een melkveetak of een nevenactiviteit, blijft voortbestaan.
De melding moet uiterlijk 4 weken voor het beëindigen zijn gedaan.
Heb je een omgevingsvergunning? Dan moet je de gemeente verzoeken de omgevingsvergunning in te trekken.
Doorgaan? Voldoe aan de eisen
Als je door wilt gaan met je varkens- of pluimveetak, dan moeten na 1 januari 2020 de stallen voldoen aan de eisen uit het Besluit emissiearme huisvesting. Zodra je meer dieren houdt of als de ammoniakemissie toeneemt ten opzichte van wat volgens de Stoppersregeling is toegestaan, wordt je bedrijf niet meer beschouwd als stoppend bedrijf.
Dit betekent dat je op dat moment direct moet voldoen aan de eisen uit het Besluit emissiearme huisvesting. Concreet houdt dit in dat de emissiearme technieken in de stallen daadwerkelijk aanwezig moeten zijn en gebruikt worden. Is dit nog niet het geval, dan mogen er geen dieren in de stal aanwezig zijn.
Let op! Om te voorkomen dat je de stallen leeg moet zetten, is het daarom belangrijk om ruim op tijd, dus dit jaar al, te zorgen voor de benodigde meldingen of de aanvragen die nodig zijn om te voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting.
Lege stallen slopen
Wat doe je na beëindiging van de varkens- of pluimveetak met de leegkomende stallen op je erf? Als de stallen bouwkundig in slechte staat zijn, ligt het voor de hand de stallen te slopen. De sloopkosten van deze stallen kun je ten laste van de fiscale winst brengen.
We raden je dan ook aan om wanneer je zeker weet dat je stallen gaat slopen, dit te doen als het bedrijf fiscaal nog niet gestaakt is. Er zijn diverse gemeentelijke regelingen waarbij je de gesloopte gebouwen in kunt brengen in een ruimtelijke procedure. Denk aan de Rood voor Rood- of Ruimte voor Ruimte-regelingen. Je krijgt dan een woningbouwkavel. Met de opbrengst van de bouwkavel kun je de sloopkosten (gedeeltelijk) betalen.
Lege stallen hergebruiken
Als de stallen in een goede bouwkundige staat zijn, kun je ze hergebruiken. Het nieuwe gebruik kan agrarisch of niet-agrarisch van aard zijn. De nieuwere bestemmingsplannen van gemeenten bieden vaak ruime mogelijkheden voor Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB). De toepassingsmogelijkheden zijn zeer gevarieerd. Denk aan opslag, recreatie, werkplaats, een praktijk aan huis, enzovoorts.
Locatie verkopen als woonlocatie
Als je erover denkt om de locatie te verkopen als woonlocatie, zorg er dan tijdig voor om de bestemming te wijzigen in ‘wonen’. Een nieuwe eigenaar die geen agrarische activiteiten meer ontplooit, mag namelijk officieel niet wonen in de agrarische bedrijfswoning. Banken verlenen daarom geen hypotheek aan de nieuwe eigenaar. De verkoopbaarheid van je locatie neemt dan erg af.
Bron: Countus