De Hoop Mengvoeders brengt al het meelvoer op hetzelfde niveau als het gps-voer voor grootouderdieren. De nieuwe verhittingslijn draait nu ongeveer een jaar en doodt enterobacteriën, waaronder salmonella, goed af. “Het optimum tussen temperatuur, verblijfstijd en structuur.”
Het verbod op formaldehyde noopt mengvoederbedrijven om na te denken over alternatieven om effectief bacteriën af te doden in meelvoer. De plannen voor een eigen verhittingslijn zijn sinds die tijd in een stroomversnelling gekomen. “Met organische zuren wordt wel geprobeerd om de entero’s tegen te gaan, alleen blijkt het aanzuren niet hetzelfde effect te hebben als formaldehyde”, stelt nutritionist Christiaan Buitink van De Hoop.
Het aanzuren van het voer blijkt ten koste te gaan van de smakelijkheid. “Dat hebben wij ook zelf ondervonden nadat het verbod of formaldehyde werd ingesteld. Met aanzuren is het altijd een compromis tussen de mate van afdoding en de smakelijkheid, met als resultaten dat beide factoren suboptimaal zijn.”
Extra veiligheidsmarge
Volgens Ab van der Leest, senior specialist reproductie bij De Hoop, was twee jaar geleden het verhitten van het voer bij De Hoop al in beeld. Vooral vanwege de hoge eisen die aan grootouderdiervoer, oftewel gps-voer werd gesteld. Daarvoor is met het oog op entero’s een extra veiligheidsmarge ingebouwd. “Praktisch voordeel was dat we al moesten uitbreiden vanwege een groeiende vraag. Dat kwam toen samen met het formaldehyde-verbod.”
De Hoop voerde in die tijd al gesprekken met fokkerijorganisaties als Aviagen. “De eisen voor gps-voer liggen ontzettend hoog. Om dat niveau te halen zijn er al bepaalde technologieën beschikbaar, maar de capaciteit is onvoldoende om alleen voor de grootouderdieren een speciale verhittingslijn op te zetten. Met het verbod op formaldehyde hebben we als doel gesteld dat we voor alle meelvoer het niveau van gps willen pakken”.
Twee gescheiden siloblokken
Grondstoffen worden individueel gewalst waarna alle ingrediënten worden afgewogen en gemengd. Kleine componenten zoals premixen en additieven, tot twee gram nauwkeurig. “We hebben twee gescheiden siloblokken voor de kleine componenten waarmee we versleping uitsluiten en het risico op coccidiostatica in het meelvoer elimineren”, vertelt Buitink, “De verhittingslijn is eigenlijk een fabriek in een fabriek. De productie van meelvoer is volledig gescheiden van de productie van vleeskuikenvoeders.
Verhitting onder stoom
Waar na het mengen van de componenten de meelvoerproductie voorheen klaar was, komen er nu er een aantal stappen bij. Het voer wordt door middel van stoom verhit. “Dan gaat het niet alleen om de risicovolle eiwithoudende componenten, maar het hele mengsel wordt verhit.” Groot voordeel van de verhittingslijn bij De Hoop is volgens Buitink dat het voer naar een gegarandeerde temperatuur wordt gebracht. “Eerder kan het voer niet verder in.” Het voer wordt enkele minuten op een temperatuur van rond de tachtig graden verhit. Hoe het proces precies in elkaar steekt, houdt De Hoop vanuit concurrentie-oogpunt geheim.
De tweede belangrijke factor is de verblijfstijd, waarin het complete mengsel op de bereikte temperatuur wordt gehouden. “Zo houd je maximale controle en garantie, dat al het voer is verhit.” Door de techniek ontstaat voer dat per gram voer onder de tien kolonievormende eenheden zit. “Dus alle entero’s zijn afgedood. Je hebt dan wel volledig schoon voer, maar we werken niet in een steriele keten. Om hercontaminatie te voorkomen, zuren we nog steeds wel aan om het voer een beschermlaag te geven, echter op een lager niveau dan voorheen. Op deze manier zijn alle risico’s met salmonella’s vanuit het voer doorbroken.”
Buitink benadrukt dat de techniek met verhitten bij De Hoop uniek is. “In onze verhittingslijn wordt gegarandeerd vanaf de eerste kilo al het meelvoer verhit tot minimaal 80 graden. Hierdoor kunnen we garanderen dat alle entero’s inclusief salmonella’s tijdens het productiestap worden afgedood. Vanuit monitoring in Nederland is bekend dat een paar procent van de eiwitrijke grondstoffen salmonellagevoelig is. Dat risico doorbreek je door gegarandeerde verhitting en verblijfstijd.”
Koelproces belangrijk
Het meest spannende element in de verhittingslijn, is volgens Buitink het koelproces. “Als je de temperatuur uit het voer wil krijgen, kan condens ontstaan. Bovendien gebruiken wij stoom voor het verhitten en dat is vocht. Dus moeten we er voor zorgen dat het vocht verdampt en wordt afgevoerd. Dat gebeurt binnen een vaste bandbreedte ten opzichte van de buitentemperatuur, zodat condensering voorkomen wordt.” De Hoop maakt gebruik van een tegenstroomkoeler, die de koude lucht door het voer trekt. De koeler is volledig van rvs en vrij van dode hoeken. “Allemaal vanwege de hygiëne. Dit is een techniek uit de food-sector, dit type koelers gebruikt men bijvoorbeeld ook bij de productie van ontbijtgranen. De verhittingslijn is dus meer dan alleen hitte toevoegen.” Het product wordt opgeslagen in een ‘dedicated’ laadstraat met alleen verhit meelvoer.
Ab van der Leest vangt uit de praktijk duidelijke positieve signalen. “In de beginfase tussen het verbod en de komst van de verhittingslijn liepen wij er ook wel tegen aan dat de dosering zuur aan de hoge kant was. Met pluimveehouders heb je dan weleens de discussie over de voeropname en dat door beperkt aanzuren in de salmonellagevoelige componenten de kve’s toch aan de hoge kant waren. Inmiddels hebben we het hele verhittingsproces in de vingers en hebben we het optimum bereikt, niet alleen als het gaat om temperatuur en verblijftijd, maar ook de structuur. Er is geen ontmenging en het voer is homogeen.”
Continue zoektocht
Buitink knikt instemmend. “Daar hebben we ook stappen in gemaakt. Dat heeft er toe geleidt dat een zo groot mogelijk deel van het meelvoer bestaat uit deeltjes tussen de één en drie millimeter.” Volgens de nutritionist van De Hoop is dat een continue zoektocht, die nog niet voorbij is. “Er komen steeds meer nieuwe inzichten over het gedrag van dieren en de opnamevoorkeuren. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe ontwikkeling waarbij we nu te maken hebben met koppels ouderdieren met onbehandelde snavels. Die reageren weer heel anders op het voer. De snavel van de kip is, wat voor ons de vingertoppen zijn. Met de snavel tasten ze af, onderzoeken ze en zijn ze selectief met wat ze vreten. Daar moeten we met ons voer ook op inspelen. Omdat wij als De Hoop de volledige focus op pluimvee hebben, kunnen we het ons ook niet veroorloven om steken te laten vallen.”
Volgens Van der Leest behoort groei van verhit foktoomvoer in de toekomst tot de mogelijkheden. “Op de bestaande lijn is nog wat capaciteit over. Dus de ruimte om te groeien is er.”
Dit betreft een artikel uit onze gratis Pluimveekrant
Tekst: Martin de Vries
Foto’s: De Hoop Mengvoeders